Het is moeilijk om hierop stante pede een antwoord te geven. Ik heb natuurlijk wel wat ideeën, maar ik dacht dat wij die nog eens wat beter op een rijtje zou den moeten zetten, teneinde er bijvoorbeeld in de on derwijscommissie eens over van gedachten te wisselen. Het is bekend (de minister heeft het ons niet recht streeks medegedeeld), dat de minister nascholing en bijscholing van onderwijzend personeel zal organise ren. Het is niet bekend in welke termijnen daarbij wordt gedacht. Wellicht is het mogelijk om in Den Haag daar eens navraag over te doen. Wij hebben wat dat betreft op dit moment geen duidelijke indruk. Wij zullen de brief waarin het wordt gezegd opvragen en die zal dan in de onderwijscommissie kunnen wor den besproken. Het onderwijsveld is toch wel op de hoogte van de mogelijkheden. Het is niet zo dat het onderwijsveld als enige informant de gemeente heeft. Men krijgt in het onderwijsveld aanzienlijke vaklite ratuur, spreekt elkaar ook onderling en het is dus niet zo, dat er maar één weg is waarlangs er wat dat be treft informatie wordt gegeven aan het onderwijsveld. Niet alles behoeft via de gemeente geregeld te worden. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Goote dat wij de bijscholing van het onderwijzend personeel zouden moeten stimuleren wijs ik erop dat de nascho ling tot de werktijd van de onderwijsgevenden zal worden gerekend. Dat houdt in dat ze in werktijd dient te geschieden en dan is stimuleren een woord dat hier misschien niet behoeft te worden gebruikt. Het betreft hier een verplichting. Wat de éducation permanente betreft hebben wij in derdaad gesteld dat er op landelijk niveau het een en ander gaande is. Wanneer de heer Goote daarna stelt dat dat inhoudt, dat er plaatselijk niets gebeurt, dan vind ik dat wel een zwart-wit-tekening. Want er zijn natuurlijk nog diverse fases tussen landelijk De heer GOOTE: Neen, ik stel niets. Het is gewoon een vraag. Meer niet. Ik had er wel graag een ant woord op. Wethouder PLOMP: Ja, maar u had natuurlijk ook de vraag anders kunnen stellen. De heer GOOTE: Een vraag kan inderdaad op diverse wijzen gesteld worden. Wethouder PLOMP: Laten wij dan zeggen dat mij de vraagstelling wat zwart-wit voorkomt, maar dat kunnen wij nu wel even in het grijs trekken, mevrouw de voorzitter. Het is zo, dat er plaatselijk wat de édu cation permanente betreft toch wel degelijk wat ge beurt. De heer Goote denkt hierbij aan de moeder- ma.v.o. die wij misschien in het verschiet zien aanko men. Anderzijds zijn er toch v.o.s.-cursussen en di verse andere activiteiten. Het hoeft niet allemaal via de gemeente te geschieden. Ik geloof dat hierover misverstand kan ontstaan. Er zijn diverse activiteiten bij Artishock, er is beeldende vorming, er is audio visuele vorming. Er zijn danslessen, er is een cursus binnenhuisarchitectuur. Misschien is er nog meer op te noemen Er is tevens een studie op gang gebracht om te bekijken in hoeverre er een volksuniversiteit zou moeten komen, althans een dependance. Daar mede is ze er nog niet, maar ik wil maar zeggen dat er toch wel degelijk iets wordt gedaan. Bovendien zijn er taalcursussen. Wij zitten dus wat dat betreft in Soest echt niet stil. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! Wat de Margrietschool betreft zou ik het het allerprettigste vinden als ze tijdelijk werd gebruikt door de muziekschool. Over een even tueel gebruik van het schoolgebouw door de Stich ting Van der Huchtscholen of de montessorischool zou ik graag eens duidelijk spreken in de onderwijs commissie. Want als het schoolgebouw voor deze vor men van bijzonder neutraal onderwijs wordt ge bruikt, dan snijden wij de pas af voor het normale openbaar onderwijs. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit ter! Ik heb gevraagd of het college ging onderzoeken of er in de wijk Soest-Zuid mogelijkheden voor het openbaar onderwijs liggen. Ik heb als antwoord ge kregen dat de V.O.O. bezig is. Dit is geen recht streeks antwoord op mijn vraag. Ik zou ook graag vernemen hoe de wethouder over het idee van een montessorischool denkt. Ikzelf denk toch wel degelijk aan een openbare school met mon- tessori-onderwijs. Ook wat ik over verkeersproblemen naar voren heb gebracht heeft de heer Plomp geantwoord, dat de ouders natuurlijk hun kinderen moeten waarschu wen en dat dat ook op scholen gebeurt. Maar ik heb er met name om gevraagd, dat bij de verdeling van de gymnastieklokalen die door de kinderen per fiets worden bezocht, zo zorgvuldig mogelijk de beste uren en de veiligste route worden gekozen. Ik begrijp dat het wat de schoolbegeleidingsdienst betreft een heel vervolgverhaal wordt. De laatste af levering daarvan is waarschijnlijk nog niet in zicht. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij aan bij de vraag van mevrouw Oranje wat het college denkt te doen met betrekking tot het open baar onderwijs in Soest-Zuid. Want dit is inderdaad de kardinale vraag. Ik ben blij met het antwoord van de wethouder over het onderzoek naar de behoefte aan het overblijven van de kinderen op de scholen. Ik meen dat er in de zen mogelijk wel een taak voor de gemeente ligt. Ik geloof dat wij op dit moment nog niet behoeven te spreken over de financiering enz. Wij zouden eerst eens kunnen bekijken of er behoefte is en, zo ja, in welke vorm er behoefte aanwezig is. Wat de integratie kleuteronderwijs-basisonderwijs be treft ben ik er blij mee dat het college niet wacht tot dat er een officieel verhaal uit Den Haag komt, maar dat het zich er nu reeds op voorbereidt. Want het is met zulke dingen misschien vaak zo, dat wie het eerst komt, het eerst maalt. Wanneer je je dan hebt voorbereid, dan heb je kans dat je vooraan in de rij staat. Hetgeen ik heb gezegd over de schoolbioloog is door de wethouder misschien niet goed begrepen. Ik ben er met de wethouder bepaald een warm voorstander van om deskundigheid uit de burgerij in te schakelen, maar het ging mij nu om de concrete vraag hoe hij zaken aanpakt en wanneer hij denkt te rapporteren. Wanneer de wethouder zegt dat de zaak hier voort durend aan de orde komt, dan geloof ik dat dat me de een gevolg is van het feit dat hij niet voldoende duidelijk heeft gemaakt hoe hij de zaak gaat onder zoeken, Als hij zegt zich voor te stellen op een be paalde datum te rapporteren, dan zal het waarschijn lijk zo zijn, dat het verdere vragen tot die datum af gelopen is en de rapportage wordt afgewacht. Wat het bedrag per leerling betreft geloof ik dat fac toren als oude gebouwen, leegstand enz. inderdaad 326

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 327