Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! In onze fractie heerst de me ning dat het jeugd- en jongerenwerk vaak tussen de wal en het schip valt. De ene keer spreek je erover in de culturele commissie, de andere keer in de commis sie maatschappelijk werk. Kan er niet een commissie komen om onder verantwoordelijkheid van de desbe treffende wethouder tot overleg te komen met ver schillende instellingen op het gebied van jeugd- en jongerenwerk? Het lijkt ons dat er dan efficiënter zal kunnen worden gewerkt. In welke commissies zal de komende jeugdnota ko men? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het is zo dat wij in Soest van bepaalde zaken geen gebruik ma ken. Wij hebben in Soest vier projecten die een rijks subsidie ontvangen krachtens de rijkssubsidieregelin gen jeugd- en jongerenwerk. Wij hebben met de diver se besturen besprekingen gevoerd over een eventuele herschikking van de middelen, waartoe er vanuit het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk suggesties zijn gedaan. Uit die besprekingen is duidelijk gebleken dat vanwege het beperkte aantal accommodaties die ter beschikking zijn, een herschik king niet mogelijk is. Het is een ieder bekend dat alle accommodaties voor jeugdwerk goed worden bezocht en dat alle instellingen goed functioneren, zodanig datje eigenlijk van geen der instellingen iets zou kun nen afnemen datje zo maar naar een andere zou kunnen doorschuiven. Dat is dan ook de reden waar om het toegekende accres naar rato over de diverse instellingen is verdeeld Ik heb eerder tijdens de begrotingsbehandeling al een tijdplanning ten aanzien van het verschijnen van de jeugdnota gegeven. Daarin kan ook naar voren komen hoe diverse jeugdzaken bespreekbaar kunnen worden gemaakt. Ik hoop dat de raad ons de tijd geeft om dat dan ook op die wijze aan de orde te stellen. Wij hebben dan de inventarisatie gemaakt en kunnen dan bekijken hoe en waar deze zaken ter sprake kunnen worden gebracht. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Ik had gedacht dat u er iets over in uw gedachten had in wel ke commissies de jeugdnota zal komen. Wethouder PLOMP: Ik heb dat zeker in mijn gedach ten. Ik dacht dat naar gelang van het onderwerp dat ter sprake komt deze zaak in bijvoorbeeld de com missie maatschappelijk werk aan de orde zou komen. Maar ik kan mij ook voorstellen dat andere onderwer pen in de onderwijscommissie naar voren komen. En ik zou mij ook kunnen voorstellen dat sommige on derwerpen in beide commissies aan de orde komen. En uiteraard heeft de commissie financiën terzake ook een belangrijke rol te spelen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik zou dan willen voorstellen om er een gemeenschappelijke ver gadering van te maken, mevrouw de voorzitter. Dat lijkt mij ook wat efficiënter voor de betrokken wet houder. Ik herinner eraan dat ik heb gevraagd op welke terrei nen van welzijnszorg een soortgelijke decentralisatie als bij het jeugdwerk is te verwachten. Het is voor ons als raadsleden toch vrij moeilijk om de ontwikke lingen waartoe landelijk wordt besloten, te volgen. Je moet al erg goed de Staatscourant enz. bijhouden, wil je wat dingen kunnen oppikken, Misschien kunnen er wat nadere mededelingen over worden gedaan. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! De nieuwe rijksbij- dragenregeling zal per 1 januari 1978 van kracht wor den en omvat de volgende werkgebieden: jeugd- en jongerenwerk, vormings- en ontwikkelingswerk, club- en buurthuiswerk, opbouwwerk, kunstzinnige vor ming en amateuristische kunstbeoefening. Dit weten de, wordt het mevrouw Van Gelder en mevrouw Greefhorst waarschijnlijk wat duidelijker hoe moeilijk het is om deze gebieden tot één deelgebied te verkla ren, omdat het inderdaad alles overkoepelend is. Dit is ook de reden waarom wij verleden jaar een afde ling welzijn hebben gecreëerd om de samenwerking intern zo goed mogelijk te doen verlopen. Daarom zie ik persoonlijk (maar wij moeten er in het college over praten) ook meer in de suggestie van mevrouw Van Gelder om als de beleidsnota's klaar zijn eens in de diverse commissies te gaan praten over de even tuele instelling van een jeugdraad. Want het is binnen een gemeentelijk apparaat bijna niet denkbaar, dat al le genoemde gebieden in één commissie aan de orde kunnen komen, aangezien ze veel te veel raakvlakken met het werk van andere commissies hebben. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Volg nummer 8.70.66, betreffende de subsidie aan de stich ting kinderboerderij, doet mij zeggen: Ik vind het nogal een bedrag. Is de belangstelling nog steeds zo groot, dat je mag aannemen dat ze dit bedrag waard is? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik kan hier alleen maar het antwoord op geven dat als het kortste antwoord wordt beschouwd, nl. ja. De VOORZITTER: Ja, anders hadden wij het niet moeten doen. De heer LANGE: Hoe groot is de belangstelling? Wethouder PLOMP: U moet mij niet de exacte cij fers vragen, maar voor zover ik het kan beoordelen is de belangstelling ongeveer verdubbeld. De heer LANGE: Dat is een briljant antwoord. Ik dank u wel. De VOORZITTER: Wij hebben gezegd dat wij even wichtig begroten en u kunt dus aannemen dat dat hier ook het geval is. De heer VAN LOGTENSTEIN: Ik begrijp dat de wethouder bedoelt dat het vier keer de helft is. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Ik begrijp niet waarom het zo moeilijk is, mevrouw de voorzitter. Het is natuurlijk duidelijk dat naarmate de kinderboerderij centraler komt te liggen er meer belangstelling zal zijn. En aangezien Over- hees zich uitbreidt is er ook meer toeloop naar de kinderboerderij. Er is op het ogenblik bijvoorbeeld ook een opvang voor de peuters. De VOORZITTER: Goed, wij constateren met ons al len dat de belangstelling is toegenomen. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik ben bijzonder blij met het enorme bedrag dat onder volgnummer 8.70.76 in de begroting is opgenomen voor de stichting jeugdwerk Soesterberg. Ik hoop wel dat deze stichting spoedig in een nieuw gebouw komt te zitten. Het huidige gebouw heeft nl. enorm veel gebreken. Ik ben er alleen benieuwd naar waar het college het nieuwe gebouw denkt neer te zetten. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wij hadden en hebben nog steeds een plek voor het nieuwe gebouw van de stichting jeugdwerk Soesterberg. Maar 332

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 333