Mevrouw KORTHUIS-ELION; Mevrouw de voorzit
ter! Er zijn sinds wij het vragenhalfuurtje hebben af
geschaft, althans niet voor continuering waren, ver
schillende ontwikkelingen geweest; de ontwikkeling
van de interpellatie, die naar onze smaak wat onei
genlijk gebruikt werd en de ontwikkeling dat wij bij
contacten op het gemeentehuis hebben vernomen dat
de schriftelijke vragen wel van ons raadsleden minder
tijd vergen, maar op het gemeentehuis enorm arbeids
intensief en daardoor in het kader van onze bezuini
gingsactie eigenlijk bijzonder duur zijn, Wij waren
wel voor het gewoon spontaan vragen aan het eind
van raadsvergaderingen, Drie dagen van tevoren vra
gen stellen vonden wij zinloos. Ten eerste omdat de
fractie vaak pas nadien vergadert en bovendien als je
iets in het gemoed hebt, je het met inachtneming van
die termijn niet spontaan naar voren kunt brengen,
terwijl dat juist iets is waar wij wel eens behoefte aan
hebben. Welnu, wij hebben het nog eens goed beke
ken en wij zouden willen vragen of niet als een soort
tussenweg kan worden bepaald, dat als wij een vra
genhalfuurtje hebben, de vragen 24 uur vóór de
raadsvergadering bij het college bekend moeten zijn,
zodat je toch nog zo spontaan mogelijk vragen kunt
stellen, Maar wel onder het beding van wat de heer
De Wilde in het seniorenconvent uitdrukkelijk als
zijn mening naar voren heeft gebracht en wat ik hem
en de hele raad nu graag in herinnering wil brengen,
nl dat wij toch vooral moeten proberen om geen on
eigenlijk gebruik van het vragenhalfuurtje te maken.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
In onze algemene beschouwingen hebben we gesteld,
dat we efficiënter moeten gaan vergaderen. Wij zijn
oorspronkelijk met de V.V D. van het vragenhalf
uurtje afgegaan Maar als wij dan inderdaad in an
dere problemen terechtkomen, dan zou ik graag
zeggen: Laat ons die weg kiezen die leidt tot effi
ciënt vergaderen. En dan dacht ik, achteraf bezien en
van de ervaringen lerende, dat wij maar naar het vra
genhalfuurtje terugmoeten, Hierbij ondersteun ik de
gedachte van mevrouw Kor thuis dat de vragen een
dag van tevoren, dus nadat de fractievergaderingen
hebben plaats gevonden, bij het college bekend zijn.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
graag herhalen wat ik in het seniorenconvent heb
gezegd: Het moet niet de bedoeling zijn om vragen
te zoeken waardoor iedere keer het vragenhalfuurtje
met vragen gevuld is. Het kan meermalen voorkomen
dat er wel een vragenhalfuurtje op de agenda staat,
doch dat niemand er gebruik van maakt. Van het vra
genhalfuurtje moet alleen dan gebruik worden ge
maakt wanneer het echt nodig is om iets te vragen.
Ik heb na de discussie van de vorige keer het regle
ment van orde nog eens nagekeken en ik moet u zeg
gen, dat ik wel vind dat het gewijzigd moet worden.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat vind ik ook.
De heer DE WILDE: Het is op verschillende punten
aan modernisering toe.
De VOORZITTER: Helemaal
De heer DE WILDE: Als het mogelijk zou zijn om
de aan de raadsvergadering voorafgaande periode waar
in de vragen bij het college bekend moeten zijn te
verkorten, dan zou ik daar hartelijk voor zijn, maar
dat moet het college zeggen Ik vind alleen wel dat
wij de vragen van tevoren zodanig moeten melden, dat
in ieder geval de betrokken portefeuillehouder, maar
misschien meer nog het college de mogelijkheid heeft
om er nog even over te overleggen wat het antwoord
zal zijn. Want ik ben niet voor een spontaan vragen
halfuurtje in de zin van een rondvraag.
De heer VAN POPPELEN: Neen, akkoord.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wij hebben het
vragenhalfuurtje niet gezocht. Dat is geconstateerd.
Met betrekking tot het 24 uur van tevoren bekend zijn
van de vragen wijs ik op het volgende. De vergaderin
gen van burgemeester en wethouders vinden plaats
op dinsdagochtend. Iedereen is altijd ergens, maar
het is na de dinsdagochtend voor ons uitermate moei
lijk om ons vóór de raadsvergadering op de daarop
volgende donderdag met z'n allen op antwoorden te
bezinnen.
De heer VAN POPPELEN: Het behoeft toch niet
altijd een collegebesluit te zijn, mevrouw de voorzit
ter? Meestal zijn de vragen zo, dat ze door een be
paalde wethouder kunnen worden beantwoord. Als
de fracties op dinsdag vergaderen, dan vind ik het
van belang, dat daarmede rekening wordt gehouden,
want de vragen moeten ook in de fracties worden be
sproken.
De VOORZITTER: Ja. Maar ik hoop dat u van ons
verwacht, dames en heren, dat wij hier met een col
legestandpunt komen. Wij willen als het vragenhalf
uurtje moet herleven, best proberen om als de vra
gen ons 24 uur van tevoren bereiken, er iets mee te
doen. Maar ik heb daar toch wat moeite mee. Want
het betreft toch dikwijls heel serieuze dingen. Laten
we dan in ieder geval beginnen met 2 x 24 uur.
Mocht u de vragen eerder bedacht kunnen hebben
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan mist u de dins
dag ook.
De VOORZITTER: Inderdaad, en daarom zijn wij er
ook niet voor, maar dan hebben wij tenminste nog
enige tijd om elkaar misschien te spreken. Mogen wij
dat dan nog eens bekijken?
De heer VAN AALST: Wij lopen toch het risico, dat
u niet op een bepaalde spontane wijze kunt ant
woorden. Dan kunt u gewoon in de raad zeggen: Dit
vergt een wat nadere studie. Dan moeten wij maar
wachten. Dat vind ik redelijk.
De VOORZITTER: Laten wij het maar even bekij
ken, dames en heren. Het is meestal niet zo dat u de
laatste 24 uur nog met vragen komt. Laten wij af
spreken, dat u uw best doet om de vragen 3 x 24
uur vóór de raadsvergadering aan het college bekend
te maken of, als ze eerst in de fracties moeten wor
den behandeld, uiterlijk woensdagmorgen om negen
uur En laten wij dan maar eens een proef nemen U
loopt het risico dat wij een keer met z'n allen zeg
gen: Wij geven geen antwoord.
De heer VAN DEN BRAKEL: Dan kunt u het toch
altijd schriftelijk afdoen, mevrouw de voorzitter?
Als het college in de raadsvergadering geen antwoord
kan geven op bepaalde vragen, dan zal het raadslid
dat de vragen heeft gesteld, genoegen moeten nemen
met een schriftelijke afdoening.
De VOORZITTER: Dit hebben wij goed genoteerd!
Dames en heren. Laten wij dan afspreken dat het in
januari ingaat.
Ik ben het er helemaal met de heer De Wilde over
eens dat ons reglement van orde zogezegd een beetje
muf gaat ruiken. Het bevat een aantal dingen die
eens goed moeten worden bekeken, waarbij ik dan
tegelijkertijd het recht van interpellatie wat meer
zou willen aankleden.
339