heer kijken natuurlijk te laat! De door het college voorge stelde afdoening komt op hetzelfde neer. In de brief wordt gesteld dat de verschillende onderdelen een ze kere samenhang zullen moeten vertonen. Kortweg komt de brief erop neer, dat de behandeling van het ontwikkelingsplan niet xn de commissie ruimtelijke ordening moet blijven steken, maar dat het ontwikke lingsplan ook in de andere commissies terdege bespro ken en bekeken moet worden. Dit om te voorkomen dat een aantal aspecten nergens wordt besproken. Wanneer het college daaraan niet tegemoet wil komen, betreur ik dat. Mevrouw KORTHUIS-ELION: U weet toch dat alle commissies zich reeds met het ontwikkelingsplan be zighouden, Wij hebben er in de onderwijscommissie reeds over gesproken. De heer VISSER: Alleen in de onderwijscommissie is inderdaad over het ontwikkelingsplan gesproken. Er is echter een aantal andere facetten die besproken zouden moeten worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de bejaarden. Ik weet niet in welke commissie dat aspect besproken zou moeten worden. De VOORZITTER: Het lijkt mij: in de commissie maatschappelijk werk. De heer VISSER: Ik vind dus dat men niet met het behandelen van het in de brief gestelde moet wach ten tot 23 juni. Ik ben van oordeel dat deze brief minstens moet gaan naar de verschillende commissies Dat is mijn voorstel. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het wel eens met de voorgestelde wijze van afhandeling van de brief. Ook ik wil echter onderstrepen dat het ontwikkelingsplan zich niet alleen met ruimtelijke or dening bezighoudt, doch duidelijk ook welzijnsaspec ten heeft. Je kunt je inderdaad afvragen of die aspec ten de afgelopen tijd in de verschillende commissies wel voldoende aan de orde zijn gekomen. Er is al op gemerkt dat - afgezien van de commissie ruimtelijke ordening - het ontwikkelingsplan alleen in de onder wijscommissie aan de orde is gekomen. Het lijkt mij aanbevelenswaardig het ontwikkelingsplan ook in de andere commissies aan de orde te stellen. Zeker wan neer de ruimtelijke raamstructuur is gekozen, zullen in de overige commissies de welzijnsaspecten naar vo ren dienen te worden gebracht. De VOORZITTER: Dames en heren' Het is duidelijk datje met betrekking tot een ontwikkelingsplan met een raamstructuur begint. Hetgeen in die raamstruc tuur moet worden ingevuld, is voor het definitieve ontwikkelingsplan uiteraard bijzonder belangrijk. Ik meen dat de nota welzijn van de betrokken stuur groep gisteravond tijdens een hoorzitting in Soester- berg is behandeld. Terzake worden vanavond en mor genavond in Soest hoorzittingen gehouden. Daarbij komt ook aan de orde hetgeen in het ontwikkelings plan over de welzijnsaspecten is geschreven. Het be treft hier zaken die elkaar overkoepelen. Een ontwik kelingsplan - en zeker een raamstructuur - is echter een ruimtelijke zaak. Het welzijn zal binnen die ruimte moeten worden ingevuld. Het komt mij daar om voor dat ons voorstel juist is om de onderhavige reactie, samen met de andere reacties, bij de behande ling van het ontwikkelingsplan in de beschouwingen te betrekken. Ik hoop dat vele commissies - ook de werkgroepen zijn daarmede bezig - veel aandacht zullen besteden aan alle stukken die zijn ingekomen. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. d Ingekomen brief van de heer J.A van Dorresteyn te Soest ovei de aanwezigheid van een raam in een achtergevel van een perceel aan de Van Weedestraat, met voorstel deze brief voor pre-advies in handen van burgemeester en wethouders te stellen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De term „pre-advies" is nieuw in deze raad. Ik heb wat oudere agenda's erop nageslagen. Daarin wordt steeds gespro ken van „advies" Betekent uw voorstel dat de zaak bij de raad terugkomt? De VOORZITTER: Inderdaad. Laten wij „pre" maar laten vervallen. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. e. Brief d.d 27 februari jl. van burgemeester en wet houders van de gemeente Hooge en Lage Zwaluwe, waarbij een exemplaar wordt toegezonden van het besluit van de raad dier gemeente, betrekking hebben de op inkomsten van ambtenaren en bestuurders uit nevenfuncties gedurende de normale diensttijd ver richt en welke een logisch gevolg van hun functie zijn, met het voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. f. Ingekomen brief van de Aktiegroep „Soestdijk geen Stankwijk" te Soest met een aantal vragen over enkele bedrijven in Soest, met voorstel deze brief om pre advies in handen van burgemeester en wethouders te stellen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ook hier moet u voor „pre-advies" lezen: advies. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Zou het geen aanbeveling verdienen dat, voordat de zaak in de raad wordt behandeld, de betrokken actie groep door het college of door de betrokken wethou der wordt uitgenodigd voor een gesprek? Dat zou ver helderend kunnen werken. De VOORZITTER: Wij nemen die suggestie graag mee. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het valt mij op dat bijna alle op de lijst van ingekomen stukken voorkomende brieven gedateerd zijn, terwijl de onder havige brief niet is gedateerd. Het betreft hier een brief van 2 maart. Ik vind dat ze wel wat erg laat bij ons op tafel komt. Het is een zeer interessante brief. Ik hoop dat de betrokkenen snel antwoord krijgen. Ik sluit mij aan bij de suggestie inzake het organise ren van een onderhoud met de actiegroep. Een derge lijk onderhoud kan inderdaad zeer verhelderend wer ken. De VOORZITTER: Dames en heren! De brief is in derdaad op 2 maart gedateerd, maar ze is op 10 maart bij ons ingekomen. Daardoor kwam de brief net te laat om nog op de agenda voor de maartvergadering te worden geplaatst. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. 61

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 62