Nr. 6 Soest, 17 juni 1976 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 17 juni 1976 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, J.W. Hilhorst,D. Hoekstra, me vrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R.A. van Logten- stein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde. Afwezig met kennisgeving de leden: J.J. van den Brakel, H.J. Goote en A H,F. Smit. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. De VOORZITTER: Dames en heren! Er is bericht van verhindering ingekomen van de heren Smit, Van den Brakel en Goote. Ik heet graag welkom een aantal leerlingen van een klas van de Rinke Tolmanschool. Ik heb begrepen dat de ene helft heeft gekozen voor het bijwonen van de gemeenteraadsver gadering en dat de andere helft heeft gekozen voor het mee doen aan de avondvierdaagse. Ik weet niet wat het beste is, maar het lijkt mij, dat de he le klas op het ogenblik met heel nuttige en boeiende dingen bezig kan zijn. Verder heet ik welkom een aantal jongelui die erg begaan zijn met het wel en wee van de manege Eldorado, want als ik het goed heb begrepen, zijn zij jongelui die daar plegen te rijden. In verband hiermede stel ik de raad voor om agen dapunt 10 iets naar voren te halen en te behandelen na punt 4 van de agenda. Het voorstel van de voorzitter wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 109 Voorstel tot het onderzoeken van de geloofsbrief van de heer J, Menne. De VOORZITTER benoemt tot leden van de com missie tot onderzoek van de geloofsbrief mevrouw Van Gelder-Cornelissen en de heren Hilhorst en Visser en schorst de vergadering, teneinde de commissie in de gelegenheid te stellen haar werkzaamheden te ver richten. Wanneer de vergadering is hervat, deelt de heer VIS SER namens de commissie tot onderzoek van de ge loofsbrief mede, dat de commissie de geloofsbrief heeft onderzocht en in orde heeft bevonden en de raad adviseert de heer J. Menne toe te laten als lid van de raad. Hierna wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het advies van de commis sie tot onderzoek van de geloofsbrief besloten. De VOORZITTER dankt de leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief voor de verrichte werkzaamheden. 110 Notulen van de raad van 11 december 1975. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik heb naar aanleiding van de notulen twee met elkaar verband houdende opmerkingen. Wij betreuren het dat wij deze notulen zo laat hebben gekregen. Ik heb horen verluiden, dat in het contract van de stenograaf zou staan dat hij een halfjaar de tijd heeft voor de notulen van de begrotingsbehandeling. Als dat waar is, dan betreur ik dat erg en dan zou ik u willen vragen om die termijn te verkorten. Op pagina 390 van de notulen staat iets waarnaar ik al lange tijd heb uitgezien, maar dat ik niet kon checken, omdat ik de notulen niet had. Bij de behandeling van het bedrag waarmede een nieuwe culturele ambtenaar zou kunnen worden aangesteld, is van de kant van de culturele commissie door mij gevraagd of wij over het profiel van die ambtenaar zouden kunnen overleggen met de wethouder. Dat is toen volgens een door mij gemaakte aantekening toegezegd. Nu lees ik in de no tulen: „Op 22 december a.s. zal de commissie culturele za ken zich kunnen uitspreken over het profiel van de ambtenaar voor culturele zaken". Ik kan mij dat niet herinneren, ik kan het mij echter ook nauwelijks voorstellen. Die dag was nl. gewijd aan een openbare zitting over het jaarverslag. Het profiel kon toen dus helemaal niet ter sprake komen. Het is ook niet ter sprake gekomen, hoewel de wet houder aanwezig was. Wel hebben wij kort geleden gehoord, dat er, zonder dat wij er verder iets over hebben gehoord, iemand is benoemd met het oog op zijn belangstelling en ervaring ten aanzien van de jeugd werkloosheid. Wij betreuren het als culturele commis sie wel, dat gedane toezeggingen niet worden waarge maakt. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! Ik onderstreep graag de woor den van mevrouw Korthuis. Niet alleen in de culture le commissie, maar ook in andere commissies is er lang naar deze notulen uitgekeken. De VOORZITTER: Dames en heren! In het con tract van de stenograaf staat ten aanzien van de no tulen van de begrotingsbehandeling inderdaad een termijn van een halfjaar. Ik meen dat hij er in eerdere jaren geen halfjaar voor nodig heeft gehad, zij het dat wij verleden jaar lang op de notulen van de begro tingsbehandeling hebben moeten wachten als gevolg van ziekte van de stenograaf. De achtergrond van de termijn van een halfjaar is, dat wij er nog meer prijs op stellen in elke raadsvergadering de notulen van de daaraan voorafgegane raadsvergadering vast te stellen. Dat het deze keer erg laat is geworden, komt ook doordat de stenograaf op heel korte termijn stenogra fische verslagen van verschillende hearings en bijeen komsten heeft gemaakt die niet in zijn contract staan. Wij moeten een beetje pluspunten en een beet je minpunten bij elkaar doen. Maar ik beloof u, dat wij nog eens zullen bespreken of de notulen van de begrotingsvergaderingen wat eerder uit de bus kun nen komen. Tot de factoren die het moeilijk maken om heel zware eisen te stellen behoort ook het feit dat er niet zo verschrikkelijk veel stenografische bureaus zijn en alle begrotingsvergaderingen in het land ongeveer gelijktijdig plaats vinden. 87

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 88