en wethouders gehad waarin een aantal eisen staat. Ik zou u gewoon in overweging willen geven om de heer Van Putten schriftelijk in kennis te stellen van het feit dat u afwacht wat de raad gaat beslissen naar aan leiding van de brief van 9 juni. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! In derdaad is er na ons schrijven aan de heer Van Putten van de heer Van Putten een brief binnengekomen. Daarmede is deze zaak natuurlijk weer aanhangig op dit moment. Als ik het wel heb, is er nu al een brief onderweg naar de heer Van Putten om hem daarvan op de hoogte te stellen. Hetgeen de heer Van Aalst vraagt wordt bekeken en zal in het antwoord mee be keken worden, Met betrekking tot de brief wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. c. Brief d.d. 7 mei 1976 van burgemeester en wet houders van Baarn, waarbij wordt toegezonden een door de gemeenteraad van Baarn aangenomen motie inzake het voorontwerp-streekplan „Utrecht-Oost", alsmede het pre-advies van burgemeester en wethou ders van Baarn aan de raad over het voorontwerp, met voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben wel jaloers op de gemeente Baarn, waar het voorontwerp streekplan Utrecht-Oost aan alle gemeenteraadsleden is toegestuurd en ook op de agenda van de gemeente raad is geplaatst. Dit gebeurt hier niet. Ik heb hier de vorige maand een aantal vragen over gesteld en men heeft mij toen geantwoord, dat de provincie het voor ontwerp aan het gemeentebestuur heeft gestuurd. Over de term „gemeentebestuur" schijnen toch wel wat misverstanden te bestaan. Ik heb de procedure van de inspraak van de provincie gezien en daarin staat duidelijk gemeentebestuur. In Soest denkt men dat het gemeentebestuur alleen het college van burge meester en wethouders is. Ik neem de brief helemaal niet voor kennisgeving aan. Ik vind dat de gemeente Baarn groot gelijk heeft als ze een voorkeur uit spreekt voor de modellen 1 en 2. Daar sluit ik mij gaarne bij aan. Ik zou graag van u horen wat naar uw mening een ge meentebestuur is. De VOORZITTER: Dames en heren! Op grond van de inlichtingen die mij uit de vorige raadsvergadering hebben bereikt, mag ik aannemen, dat deze affaire toen eigenlijk uitgebreid aan de orde is geweest in verband met vragen die de heer Visser toen heeft ge steld. Ik vermoed dus dat ook de vragen die hij nu stelt, toen wel zijn beantwoord. Het voorontwerp-streekplan Utrecht-Oost is gestuurd aan de colleges van burgemeester en wethouders. Het is eerst gestuurd aan het Samenwerkingsorgaan Eem- land. Omdat gedeputeerde staten helemaal niet van plan waren om het ook aan de colleges van burge meester en wethouders te sturen, is daarover gespro ken in een bespreking tussen gedeputeerde staten en het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Eemland. Daarna is het toch nog toegestuurd aan de colleges van burgemeester en wethouders. Als een col lege van burgemeester en wethouders zo iets krijgt om advies, dan kan het er op verschillende manieren iets mee doen. Sommige gemeentebesturen hebben de gehele gemeenteraad om advies gevraagd, wij hebben het hier zo gedaan, dat wij een paar discussiepunten hebben gemaakt voor de commissie ruimtelijke orde ning, dat die punten in de commissie aan de orde ge weest zijn en dat het college de in die commissie ge maakte opmerkingen in een brief aan gedeputeerde staten kenbaar heeft gemaakt en ook heeft gespuid op de bijeenkomst die gedeputeerde staten hebben belegd in Amersfoort en waarvoor op suggestie van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Eemland niet alleen de colleges van burgemeester en wethouders, maar ook de commissksruimtelijke or dening zijn uitgenodigd. De heer VISSER: Ik ben het niet met u eens, me vrouw de voorzitter. Alle gemeenten die ons omringen, hebben duidelijk een advies uitgebracht over het voor ontwerp-streekplan Utrecht-Oost. U heeft alleen maar vragen gesteld en de gemeente Soest heeft zich niet uitgesproken voor een of ander model. Dat betreur ik ten zeerste. De VOORZITTER: U krijgt daarvoor de gelegenheid wanneer het ontwerp-streekplan Utrecht-Oost aan de orde komt. Het gaat thans nog over een voorontwerp. Ik geloof niet dat wij in alle raadsvergaderingen alles moeten gaan herhalen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het eens met uw uiteenzetting, want er is hier afge sproken om het zo te doen als het volgens uw uiteen zetting is gedaan. Ik zou willen bepleiten dat onder gemeentebestuur in twijfelgevallen gemeenteraad wordt verstaan. Naar de aard van het onderwerp zal ongetwijfeld blijken wat de afzender heeft bedoeld, of onder gemeentebestuur het college van burgemeester en wethouders dan wel de gemeenteraad moet worden verstaan. Maar in ge vallen waarin u twijfelt, pleit ik er uitdrukkelijk voor, ook met het oog op het functioneren van de raad, dat onder gemeentebestuur gemeenteraad wordt verstaan. De VOORZITTER: Ik dacht dat wij daarmede geen enkel probleem hadden. Alleen, ik wilde nu voor alle duidelijkheid stellen, dat het mij bekend was uit het gesprek met het college van gedeputeerde staten, die eigenlijk eerst hadden willen volstaan met Eemland om advies te vragen, dat het voorontwerp zou worden gestuurd naar de colleges van burgemeester en wet houders om advies. En het was ook zo, dat als het helemaal in gemeenteraden moest worden behandeld, de adviezen eigenlijk te laat zouden zijn gekomen (hoewel je altijd nog op de trein die al in beweging was, mocht springen), om er nog voor de volle hon derd procent rekening mee te houden. Maar het college heeft er geen enkele moeite mee om in twijfel gevallen onder gemeentebestuur de gemeenteraad te verstaan. Ik dacht overigens dat wij wat dit geval be treft in de commissie ruimtelijke ordening eigenlijk nogal goed hadden besproken hoe wij het zouden op lossen. De heer DE WILDE: Op dit geval heeft mijn opmer king ook niet betrekking, maar als u het algemener stelt, dan bepleit ik uitdrukkelijk, dat in twijfelgeval len onder gemeentebestuur gemeenteraad wordt ver staan. De VOORZITTER: Goed. Met betrekking tot de brief wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. d. Brief van de Centrales van Overheidspersoneel d.d, 20 april 1976, nummer 761446-DZ/G.J. over de reor ganisatie van het binnenlands bestuur met het voorstel 89

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 90