deze zaak, van de kant van de gemeentebesturen te
proberen de zaak via de weg die de ANIB heeft gewe
zen (het voorstel van deze bond heeft handen en voe
ten) aanhangig te maken. Ik had een desbetreffend
amendement op de concept-brief nog niet willen in
dienen, want ik dacht dat u mij zou zeggen, dat het
juridisch niet zou kunnen.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Ook onze fractie is er erg bang voor dat
het een langdurige zaak gaat worden. Wij weten dat er
in onze gemeente bij verschillende flats en andere wo
ningen wel parkeerplaatsen zijn gereserveerd voor in
validen. Is het niet te overwegen om bij winkelcentra
één parkeerplaats voor invaliden te reserveren? Ik
weet dat er blauwe zones zijn, maar het is voor ons al
erg moeilijk om daarin een parkeerplaats te vinden bij
winkels. Ik weet van een invalide dat hij als hij naar
de apotheek moet, op het trottoir parkeert, wat na
tuurlijk ook niet goed is. Wij zouden er dan ook op
willen aandringen dat er, al is het ook bij wijze van
noodmaatregel, bij winkelcentra één parkeerplaats
voor invaliden wordt gereserveerd.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
Intergemeentelijke regelingen als bedoeld door de
heer De Wilde kunnen natuurlijk worden getroffen,
maar je hebt kans op vernietiging van dergelijke rege
lingen.
De VOORZITTER: Maar je zou het kunnen probe
ren.
Wethouder HOEKSTRA: Inderdaad.
Je zou natuurlijk hier en daar een parkeerplaats kun
nen reserveren in de door mevrouw Greefhorst be
doelde zin, maar dan kan het natuurlijk wel voorko
men, dat een invalide die daarop zal zijn aangewezen,
tien winkels verder moet zijn.
Mevrouw VAN GREEFHORST-VAN OVERDAM: Het
is een begin.
Wethouder HOEKSTRA: Ja, maar het is natuurlijk
een moeilijke zaak.
Mevrouw de voorzitter. In de concept-brief hebben
wij gesteld:
„De raad heeft begrip voor de parkeerproblemen van
de gehandicapten en staat in principe positief tegen
over de door u voorgestelde regeling. Hij is echter van
mening, dat op dit moment nog geen medewerking
aan een dergelijke regeling kan worden toegezegd,
aangezien deze kwestie in eerste instantie tot de com
petentie van de rijksoverheid behoort."
Wij steunen dus van harte. Maar laat men dan landelijk
uitzoeken hoe het precies moet. Ik zou mij kunnen
voorstellen dat wanneer de heer De Wilde en me
vrouw Greefhorst zeggen, dat de zaak op de lange baan
wordt geschoven, wij aan de brief een zin toevoegen
waarin staat, dat wij er graag op zullen aandringen, dat
er de meeste spoed wordt betracht, omdat wij het gro
te nut hiervan inzien. Zo hebben wij het ook in het
college gezien. Wij stonden er zeer positief tegenover.
Wij zouden ons misschien nog iets dringender kunnen
opstellen. Ik kan mij voorstellen dat het college zich
daarmede kan verenigen.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Zouden
we niet regionaal in Eemlandverband iets kunnen
doen? Misschien kan een en ander worden bespoedigd
als er sprake is van druk van bepaalde gemeenten.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Na het
antwoord dat het kan, constateer ik dat het een kwes
tie van beleid is om het wel of niet te doen. Met het
oog daarop stel ik voor dat wij aan de voorlaatste ali
nea van de brief aan de ANIB toevoegen:
„Indien de beslissing van de minister te lang uitblijft,
is de raad bereid uw verzoek opnieuw in overweging
te nemen."
De VOORZITTER: Ja, laten wij dat doen, dames en
heren, En dan maar even afwachten en het nog eens
bekijken als het te lang duurt.
Ik zou mij kunnen voorstellen, dat je bij winkelcen
tra enz. inderdaad een parkeerplaats voor invaliden
reserveert. Maar dan kom je toch niet verder dan dat
een invalide hopelijk dan die plaats vrij vindt. Je kunt
er een bord bij zetten en dan moetje verwachten dat
daar niemand anders gaat staan. Ik meen niet dat er
ooit proces-verbaal kan worden opgemaakt als er toch
iemand anders gaat staan. Maar dan heb je een begin
netje. Dat zouden wij natuurlijk wel eens kunnen be
kijken.
Met betrekking tot de brief wordt besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld, met dien verstande, dat
aan de voorlaatste alinea van de concept-brief is toege
voegd: „Indien de beslissing van de minister te lang
uitblijft, is de raad bereid uw verzoek opnieuw in
overweging te nemen."
h. Brief van het bestuur van de Regionale Muziek
school met voorstel akkoord te gaan met de herzie
ne begroting 1975/1976 en de begroting 1976/1977.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
gezien dat het bestuur van de muziekschool een zeer
zorgvuldig beleid heeft gevoerd. Daar heb ik ook geen
enkel bezwaar tegen. Ik zie alleen dat aanvaarding van
het voorstel van het college met terugwerkende kracht
enkele verhogingen van de gemeentebegroting van
Soest betekent. Ik neem dus aan dat in het akkoord
gaan van de gemeenteraad een begrotingswijziging is
begrepen.
Ernstiger is de vraag hoe het met het budgetrecht van
de gemeente zit. Ik heb de indruk dat het hier iets be
treft dat is ingevoerd en dat als de gemeente neen
zou zeggen, het bestuur van de muziekschool de sala
rissen in kwestie aan de docenten zou moeten terug
vragen, Als dat het geval zou zijn, dan vind ik dat wij
aan de orde zouden moeten stellen dat het in een ge
val als het onderhavige, waarin er over een aantal ja
ren sprake is van een meeruitgave van een kwart mil
joen gulden, het bestuur van de muziekschool alvo
rens dergelijke zaken in te voeren aan de subsidiënten
moet vragen of zij bereid zijn om de financiële conse
quenties daarvan op zich te nemen. Anders zou het
college van burgemeester en wethouders gewoon alle
uitgaven kunnen doen en zou het budgetrecht van de
gemeenteraad volkomen in de lucht gaan hangen.
Daarmede zou een van de belangrijkste taken die de
gemeenteraad heeft, vervallen zijn. Daar ben ik tegen.
Ik ben niet tegen het voorstel. Ik vraag alleen of het
niet verstandiger zou zijn om de gemeenteraad te raad
plegen op een tijdstip waarop hij nog werkelijk be
slissingen van enige feitelijke betekenis kan nemen.
Mevrouw KORTHUIS- ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Misschien mag ik als bestuurslid van de muziek
school over uw hoofd heen aan de heer De Wilde mel
den, dat wij uitdrukkelijk geen enkel bedrag hebben
uitbetaald en geen enkele toezegging hebben gedaan,
dat wij steeds hebben onderhandeld met het perso
neel en hebben gezegd:
91