niet komt, meen ik dat het bestuurlijke centrum op een verkeerde plaats zal komen. Ik zal graag op een punt ko men waarop deze kwestie van het winkelcentrum kan wor den overzien. Niet wij investeren in het winkelcentrum, maar de Soester ondernemers die daarin brood moeten zien zitten. Als dat vaststaat - daarbij behoeft geen 100% zekerheid te zijn, maar wel 90% - en het duidelijk is dat wij een tweede winkelcentrum op wijkniveau bij de nieuwe weg zullen krijgen, heb ik met het bestuurlijke centrum op die plaats geen enkele moeite. Als het winkelcentrum er echter niet komt moet de raad zich naar mijn oordeel op nieuw beraden op de plaats van het bestuurlijke centrum. De heer VAN POPPELEN: Daar heeft het C.D.A. zeker geen moeite mee. De heer DE WILDE: Dit is de winst die ik graag wil putten uit de termijn van een half jaar die ik al eerder heb ge noemd. Op die wijze kan een en ander tot een behoorlijke besluitvorming worden gebracht. Daarnaast meen ik dat het college van burgemeester en wet houders zijn best behoort te doen om de gehele raad, in dien dat enigszins mogelijk is, achter zijn vaandel te krijgen. Ik laat de vraag, of de maquette er nu, dan wel over twee weken behoort te zijn, maar buiten beschouwing; dat is een kinderachtige zaak waarover wij verder niet meer moe ten praten. Als ik echter naga wat wij na juni 1976 tot nu toe hebben gedaan aan de discussie over de vraag hoe de weg eigenlijk moet komen te liggen, qua tracé en qua vormgeving - ik heb de moeite genomen om de notulen van de vergadering van 23 juni 1976 nog eens na te lezen, met name de tekst van de motie van de V.V.D.-fractie en mijn vragen naar aanleiding van het feit dat op het allerlaatste moment, nl. 22 juni, nog tekeningen van twee tracés aan ons werden voorgelegd en het feit dat tijdens de vergade ring nog een toeKchting werd gegeven door de directeur van gemeentewerken; ik was toen ook van mening dat er sprake was van een voorbereiding die geen voldoening gaf en eigenlijk een voorbereiding van „lik-me-vestje" was - wijs ik erop dat wij om een maquette hebben gevraagd omdat wij liever niet dwars blijven liggen. Onze bezwaren met betrekking tot het vastgestelde tracé en met betrek king tot onze overtuiging dat in belangrijke mate schade zal worden toegebracht aan de zuidelijke uitloper van de Soester Eng, wegen voor ons zeer zwaar. Ik had gehoopt dat wij de tijd vanaf juni 1976 zouden gebruiken om een behoorlijke procedure te volgen en uitsluitsel te verschaf fen over het winkelcentrum, gekoppeld aan het bestuurlij ke centrum. Ik weet dat hierover volgende week een verga dering zal plaats vinden en met het oog hierop heb ik ook gevraagd hoeveel tijd het zal vergen voordat nu uitsluitsel wordt verkregen. Het zou bijzonder plezierig zijn om te weten waar men aan toe is op dit punt. Het tracé van de nieuwe weg weegt in deze gehele proble matiek bijzonder zwaar. Ik meen dan ook dat de discussie die daarover is gevoerd, volstrekt onvoldoende is geweest. Er is geen behoorlijk gespreksniveau gekomen en wij zitten te wachten op de maquette, de uitgaven, de vormgeving, de profielen van de weg enz. Ik had dan ook hoop dat van avond zou worden uitgesproken, zonder dat wij beslissin gen voor ons uit willen schuiven, dat wij vast zouden hou den aan de lijn waarop wij nu zitten, maar dat er ook voor Soest bijzonder belangrijke zaken op het spel staan, nl. het winkelcentrum gekoppeld aan het bestuurlijke centrum en het definitieve tracé, tenzij men op dit laatste punt zou stellen dat er helemaal niet naar elkaar geluisterd behoeft te worden, omdat de zaken nu eenmaal indertijd zijn vast gelegd. Ik meen dat de motie van de V.V.D.-fractie destijds inhield om stap voor stap het tracé te ontwikkelen en ook te spreken over de bezwaren die bestonden en na te gaan of wij elkaar op de een of andere manier zouden kunnen vin den. De heer LANGE: Dat is juist, mijnheer De Wilde. De heer DE WILDE: Ik moet echter vaststellen dat dit ge sprek niet heeft plaats gevonden. De heer VAN POPPELEN: Ik heb dit ook allemaal al naar voren gebracht mevrouw de voorzitter. Waarom geeft de heer De Wilde nu óók nog eens deze hele extra beschou wing? Hij is al 100% over zijn spreektijd heen en als dit wordt goedgekeurd, willen wij ook graag meer spreektijd hebben. De heer De Wilde moet zijn spreektijd beter plan nen. De heer DE WILDE: Op die manier dwingen wij elkaar be togen op te schrijven en voor te lezen, maar dat moeten wij toch proberen te voorkomen; voor de vuist weg spreken is ook wel leuk. De heer VAN POPPELEN: Orde is orde. De heer DE WILDE: Het heeft allemaal zijn verdiensten, mevrouw de voorzitter, maar ik zal mij beperken tot nog slechts enkele zinnen. Als vanavond wordt besloten dat het plan voorlopig wordt vastgesteld en dat tervisielegging zal plaats vinden - dan zullen ongetwijfeld bezwaarschriften binnenkomen - meen ik zeker niet bij voorbaat dat wij voor die bezwaarschriften moeten zwichten. Wij moeten ze echter ook niet naast ons neerleggen. De raad moet de bezwaarschriften dan wegen en serieus aandacht schenken aan serieuze bezwaren, niet in de vorm van stencils of ac ties waar wij allemaal niets aan hebben, maar als het om goede ideeën gaat waarnaar het de moeite waard is om te luisteren. Wij dienen dan deze tijd goed te gebruiken door te spreken over de vraag of er iets zal komen van het win kelcentrum en hoe het tracé van de nieuwe weg zal moe ten zijn. Over een halfjaar hebben wij dan waarschijnlijk zoveel zicht op de zaak dat wij dan tot een verantwoorde besluitvorming kunnen komen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ook ik zal graag van u horen wat er precies zal gaan gebeuren. De bevolking heeft het plan nog helemaal niet kunnen zien en ik meen dat dit eerst moet gebeuren, voordat het plan met de bijla gen naar gedeputeerde staten en de inspecteur voor de ruimtelijke ordening wordt gezonden. Ik heb er bezwaar te gen dat vanavond wordt besloten om dit plan als grondslag voor de besluitvorming voor de komende vijfjaar aan te nemen zonder dat de bevolking in de gelegenheid is ge weest er iets over te zeggen. Ik zal hierop graag een duide lijk antwoord van uw kant krijgen. De VOORZITTER: Dames en heren! Het lijkt mij het bes te om direct aan te sluiten op de opmerkingen van de heer Visser. Het geheel zal ter visie worden gelegd en een ieder is dan in de gelegenheid om daarop commentaar te leveren, bezwaarschriften te schrijven of hoe men dat ook noemen wil, want eigenlijk gaat het maar om een woordenstrijd. Wij wachten dus de reacties op het plan af. Er zullen zeker re acties bij zijn waarvan wij gebruik kunnen maken bij het opstellen van het ontwerp-bestemmingsplan Centrum en voorts is het natuurlijk ook mogelijk om het ontwikkelings plan eens in het jaar te herzien; wij behoeven ons niet per se te houden aan een herziening eens per twee jaar. Boven dien moeten wij natuurlijk niet doen alsof het ontwikke lingsplan zoals dat nu voor ons ligt, de gehele waarheid is. Het plan is grondslag voor de besluitvorming, maar wij hebben inmiddels ook het concept-bestemmingsplan Cen trum op stapel gezet, waarover op dit ogenblik wordt ge discussieerd. De heer VISSER: Nou, gediscussieerd U wilt alleen 124

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 119