gaan of :en vin- dit ge- 1 al naar ïft de :hou- s dit ektijd :r plan- caar be- leten spreken asten, it nog 1 dat het ;ing zal riften wij oeten oet de henken of ac- :t om om te :n door et win- 1 moe- ijnlijk voorde zal graag evolking meen de bijla- r de zwaar te- rondslag tan te s ge- duide- maar discussiëren met mensen die het ermee eens zijn, want u zegt zelf dat men helemaal niet mag meepraten als men het er niet mee eens is. De VOORZITTER: Neen, u moet mijn woorden goed aan halen. Ik heb erop gewezen dat de gemeenteraad verleden jaar - en de gemeenteraad is de hoogste instantie in de ge meente - de plaats van het centrum heeft vastgesteld. De meerderheid van de raad heeft ook uitgesproken dat, hoe wel men eigenlijk liever eerst het ontwikkelingsplan voor zich wilde hebben, ook alvast kon worden begonnen met het opstellen van het concept-bestemmingsplan Centrum. Dat heeft het college gedaan en dit plan bevindt zich thans in de fase van de inspraak. Als iemand helemaal geen cen trum wil, is hij natuurlijk snel klaar met zijn inspraak en heeft het ook weinig zin om zitting te nemen in een in spraakwerkgroep. Aan het concept-plan voor de Centrumweg is door het col lege al gewerkt en wij hebben ook afgesproken dat wij daar over zeer binnenkort in de commissie voor ruimtelijke or dening zullen spreken, maar tevens hebben wij afgespro ken dat wij daarmee niet naar buiten zouden komen voor dat de bekende maquette gereed zou zijn. In antwoord op de opmerking van de heer De Wilde, dat wij het afgelopen jaar zo goed hadden kunnen gebruiken voor overleg terza ke, moet ik dan ook opmerken dat er natuurlijk éérst een tekening, concept-voorschriften en een concept-toelich ting moesten worden opgesteld. Die zaken zijn thans ge reed en wij zullen ze ter vertrouwelijke kennisneming doen toekomen aan de leden van de commissie voor ruimtelijke ordening. Pas aan de hand van de maquette kan dan ver volgens worden bezien - zo luidt de indertijd gemaakte af spraak - of wij met de plannen op de goede weg zijn. Het ontwikkelingsplan dat vanavond voor ons ligt, zal dus ter visie worden gelegd, als grondslag voor de besluitvor ming. Het kan echter steeds aangepast worden naar aanlei ding van de ontwikkelingen en ook naar aanleiding van de bezwaarschriften of commentaren op het plan. Al deze za ken zullen naar de raad gaan en een deel ervan zullen wij direct kunnen betrekken bij de concept-plannen voor het centrum en de Centrumweg. Ik neem aan dat wij elkaar dan hebben gevonden op dit punt. Het is dus zeker niet de bedoeling om de mogelijkheid af te snijden dat er com mentaar op het plan wordt geleverd, maar de term „be zwaarschrift" valt in dit verband moeilijk te gebruiken, omdat dit een wettelijke term is die hierop niet van toe passing is. De heer VISSER: U praat er nu toch enigszins omheen. Er is duidelijk gevraagd wat wij gaan doen. Wij hebben het plan pas drie weken in huis en niemand in Soest heeft het goed kunnen lezen, terwijl ik in eerste termijn heb aange toond hoezeer het plan afwijkt van de zogenaamde groe ne modellen. Er zijn zelfs mensen naar het gemeentehuis gegaan om te vragen om het plan, maar zij konden het nog niet krijgen. Ik wil dan ook van u horen dat het plan over een halfjaar nóg een keer in de raad zal worden behandeld en dan niet aan de hand van de bezwaarschriften over het Centrumplan of de Centrumweg, maar gewoon aan de hand van de reacties van de bevolking op het concept-ont wikkelingsplan. Zal dat inderdaad gebeuren? Ik wil daarop „ja" of „neen" horen. De VOORZITTER: Ik zie dit toch anders dan u, mijnheer Visser. De raad heeft een concept-ontwikkelingsplan voor gelegd gekregen. De opmerkingen die hierover door de raad worden gemaakt, worden eerst verwerkt en vervol gens wordt het plan ter visie gelegd. Dan kunnen ook de bij lagen erbij worden gevoegd, want ook die zijn uiteraard bij zonder interessant voor de bevolking. Voordat die bijlagen allemaal gereed zijn - het gaat daarbij voornamelijk om kaarten - zijn wij zeker een maand verder. Het geheel kan dan één of twee maanden ter visie worden gelegd. Inmid dels werken wij verder aan de plannen voor het centrum en de Centrumweg De heer VISSER: Daar heb ik het niet over. De VOORZITTER: Maar daar heb ïk het over. Wij kunnen dan nagaan, wanneer de eerste herziening van het ontwik- kelingsplan in de raad op tafel moet komen. Een termijn van een halfjaar hiervoor stellen vind ik nogal kort, want wij moeten eerst nog afwachten welke reacties er komen en hoe die verwerkt moeten worden. Wij kunnen echter wel met elkaar afspreken dat vóór de volgende zomer - dus bijvoorbeeld mei 1978 - de raad de eerste herziening op tafel heeft. De heer VISSER: Dat is toch niet de bedoeling van het geen ik heb gezegd. Het gaat mij erom dat wij, vóórdat een en ander naar gedeputeerde staten wordt gestuurd en vóórdat de inspecteur voor de ruimtelijke ordening wordt ingelicht over hetgeen wij hier allemaal gebrouwen heb ben, weten hoe de bevolking het plan ziet. Immers, het plan wordt straks gehanteerd bij alle nieuwe bestem mingsplannen; dat is nu al gebleken. De VOORZITTER: Wij zullen het plan eerst aanpassen aan hetgeen vanavond is gezegd. Bij-voorbeeld inzake Soes- terberg zal dat zeker moeten gebeuren, terwijl wij ook nog de hoofdstuksgewijze behandeling voor de boeg hebben. Als dan tevens de bijlagen gereed zijn, wordt het geheel ter visie gelegd en wachten wij twee maanden welke reacties daarop komen. Inmiddels zullen wij verder moeten werken met de concept-plannen voor het centrum en de Centrum weg, want die plannen moeten in februari a.s. gereed zijn. Pas daarna kan worden gewerkt aan een herziening van het ontwikkelingsplan en dan is het echt wel voorjaar 1978 ge worden. De heer LANGE: Maar vanavond nemen wij het nu voor liggende plan als uitgangspunt voor ons beleid aan. De VOORZITTER: Inderdaad, als grondslag voor de be sluitvorming in de komende vijf jaar en als uitgangspunt voor de doelstellingen op langere termijn. De heer VISSER: Dat is nu juist mijn bezwaar, dat het geen er nü ligt, wordt aangenomen als grondslag voor de besluitvorming voor de komende vijf jaar. De VOORZITTER: Maar aangepast aan hetgeen de raad bij deze behandeling naar voren brengt. Daarnaast kan het plan aangepast worden aan de hand van de opmerkingen uit de bevolking; dat is een normale zaak. Bij het tussen tijdse werk kunnen wij ook rekening houden met de op merkingen uit de bevolking. De heer DE WILDE: Ik waardeer uw pogingen, mevrouw de voorzitter, en probeer mij daarin ook in te leven, want ik zoek op zichzelf helemaal geen tegenstellingen. Toch meen ik dat u het ons moeilijk maakt. Het is de bedoeling dat wij ons aan het plan conformeren, anders heeft het geen zin. Men kan het plan zo ver gaan relativeren dat het eigenlijk helemaal geen waarde meer heeft, maar zo ver wil ik bepaald niet gaan. Het heeft ook weinig zin om de hele avond met elkaar over dit plan te praten en dan vervolgens als conclusie te trekken dat het toch eigenlijk niets voor stelt, omdat het hele plan over een halfjaar best weer ver anderd kan worden. De VOORZITTER: Neen, aangepast. De heer DE WILDE: Inderdaad, maar in het plan zit een aantal structuurbepalende elementen voor de gehele ge meente Soest, met name het centrum en de Centrumweg. Over de vraag of nog een reservegebied voor woningbouw 125

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 120