Door het eventueel niet doorgaan echter van een aantal be stemmingsplannen is het nu gesignaleerde tekort ontstaan. Dat betekent niet dat wij niet met de 15% die wij hante ren, een aardige reserve in het fonds stadsuitleg hadden kunnen opbouwen. Ik geef echter toe dat wij in de huidige situatie met minder toe zullen moeten. De heer DE WILDE: De vraag van de heer Van Ee is met name, of het fonds stadsuitleg niet met wat méér dan de 15% had kunnen worden gevoed. Men kan dit in ieder ge val bij de nog komende bestemmingsplannen doen, maar ook weer niet in al te sterke mate, omdat er dan onrecht vaardigheden optreden. De heer VAN EE: Ik heb ook over correcties gesproken. Wethouder EBBERS: Maar hetgeen de heer De Wilde aan het slot van zijn interruptie heeft gezegd, had ik ook juist willen opmerken. Bovendien moet men zich ten aanzien van de woningwetbouw ook houden aan de voorschriften van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke or dening. De heer VAN EE: Dat heb ik ook gezegd. Wethouder EBBERS: Ja, akkoord. Ik ben het echter ge heel eens met de stelling van de heer De Wilde inzake de grondkosten voor de premiebouw. Het is op zichzelf een vreemde zaak dat voor een premiewoning die praktisch ge lijk is aan een woningwetwoning - een premiewoning heeft misschien iets meer comfort - de grondkosten in verhou ding aanzienlijk hoger liggen. Men moet zich afvragen of dit nog wel langer zo kan. Anderzijds heb ik gisteren weer toe gezegd de grondkosten voor de particuliere woningbouw nog wel iets om-hoog te willen brengen. Wel wijs ik er daar bij op, gezien ons uitgangspunt dat Soest niet meer moet groeien, dat men door de marktwaarde van de grond te han teren vermoedelijk de ongecontroleerde vestigingen weer in de hand zal werken; men vergroot althans de kans op dergelijke vestigingen. De heer VAN EE: Neen, nu interpreteert u mij verkeerd. Ik ga er helemaal niet van uit dat wij in de particuliere bouw maar buitenstaanders binnen moeten halen. Ik pleit voor verkoop van grond in de particuliere bouwsector egen marktwaarde, maar de vijfvingertheorie moet dan eerst he lemaal worden toegepast. De grond kan dan eerst aan de eigen mensen worden aangeboden. Wij hebben ook altijd gezegd dat met name het geld goed doorstroomt. Wethouder EBBERS: Ja, maar dan zouden er ook ketting- bedingen in verkoopakten moeten worden opgenomen en het is de vraag of die juridisch wel zo haalbaar zijn. De heer VAN EE: Het is vervelend genoeg dat wij zo moe ten werken, maar dat is niet anders. Wethouder EBBERS: Het is wel een bijzonder moeilijke materie. Men kan wel juridische voorwaarden inbouwen in verkoopakten bij premiebouw, maar of dat ook helemaal mogelijk is bij particuliere kavels, weet ik niet. Wij hébben het gedaan in het verleden en ook bij recente verkavelin gen voor particuliere bouw hebben wij dergelijke bedingen opgenomen, maar het blijft de vraag of dat juridisch haal baar is. De heer LANGE: Dan is de grondprijs ook in die sector lager geweest dan de marktwaarde. Wethouder EBBERS: Of het juridisch haalbaar is, is echt nog de vraag. Dit speelt ook in andere gemeenten. Men kan hierover discussiëren, maar wij hebben er geen zekerheid over. De heer LANGE: Maar van dat beding wordt afgestapt als de vrije marktwaarde wordt gehanteerd. Wethouder EBBERS: Wij hebben niet voor niets bij de re cente verkavelingen een ontsnappingsclausule moeten in bouwen, waardoor burgemeester en wethouders eventueel een ontheffing van het beding zouden kunnen geven in voorkomende gevallen. De heer Van Ee heeft ook gesteld dat wij in het verleden te weinig hebben gereserveerd. Dat is niet helemaal waar; wij hebben het althans getracht te doen. Ik heb echter zojuist al aangegeven dat heel wat plannen niet doorgaan. Wij zullen ons moeten beraden in hoeverre wij de reservering ten bate van het fonds stadsuitleg kunnen verbeteren; dat is een duidelijke zaak. Wat Overhees derde fase betreft, heeft de heer Van Ee een bedrag genoemd van f. 360.000,- dat het ons kost als deze fase niet doorgaat, althans wat het fonds stadsuitleg be treft. Het is zelfs nog meer, naar ik meen zelfs f. 630.000,—. De heer VAN EE: Neen, het bestaat uit twee posten, nl. f. 270.000,— aandeel Koningsweg en het genoemde bedrag van f. 360.000,—. Wethouder EBBERS: Ja, dan is het duidelijk; de Konings weg is dus apart genomen. De Koningsweg wordt in dit ka der ook gezien als een bovenwijkse voorziening en moet dus uit het fonds stadsuitleg komen. De heer VAN EE: Ik heb het ook vergeleken met Overhees I, waarin voor stadsuitleg meer dan f. 1 miljoen is opgeno men. Wethouder EBBERS: Ja, zo gezien heeft de heer Van Ee gelijk. Wij hopen uiteraard dat Overhees III en IV wel door zullen kunnen gaan bij het nieuwe streekplan Utrecht-Oost. Wij zouden bij de exploitatie-opzet voor Overhees III kun nen nagaan, in hoeverre dan het fonds stadsuitleg op de een of andere wijze zou kunnen worden verbeterd. Voor de verplaatsing van de hockeyvelden hebben wij in dertijd een bedrag van f. 15,- gereserveerd. In het raads voorstel terzake dat over twee weken in de raad aan de or de komt, zal men aantreffen dat het college zal bezien of eventueel bij de exploitatie-opzet kan worden overwogen om de bijdrage te verhogen. Over de restwaarde van het gemeentehuis kan ik op dit ogenblik geen verstandig woord zeggen. Er zijn wel enige plannen om het gemeentehuis misschien nog eens ergens voor te gebruiken, maar meer kan ik er echt niet over zeg gen. De VOORZITTER: Neen, de heer Van Ee wil geld zien! Wethouder EBBERS: Ja, dat kan ik mij voorstellen. Als wethouder van financiën wil ik ook wel geld zien. Ander zijds hebben wij indertijd wel eens gefilosofeerd over de vraag wat er met het oude gemeentehuis zou kunnen ge beuren als het nieuwe er zou zijn - dat is er echter nog niet, zodat ik alles nog eerst moet afwachten - waarbij ook de mogelijkheid naar voren is gekomen om aan het oude gemeentehuis een sociaal-culturele bestemming te geven. De VOORZITTER: En daar haalt men meestal niet veel geld uit. De heer LANGE: Dan is de waarde van dat pand dus nega tief. De heer OLDENBOOM: En moeten wij nu gaan reserveren voor dat pand! Wethouder EBBERS: De heer Van Ee heeft vervolgens het belangrijke punt van sanering van het grondbedrijf aange sneden. Ik ben het met hem eens, dat wij hierover nog eens een grondige discussie moeten aangaan. In de commissie voor financiën is daarop ook al herhaaldelijk aangedrongen. In hoeverre de suggesties van de heer Van Ee helemaal kun nen worden uitgevoerd, moet uit de te houden discussie volgen. Ik ben het echter wel met de heer Van Ee eens, dat er mogelijkheden op dit punt liggen. 158

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 153