zou kunnen, vooral wanneer het wat meer rechtskracht
heeft. Ik zou eigenlijk willen voorstellen dat deze brief
kenbaar wordt gemaakt aan alle in het Samenwerkingsor
gaan Eemland deelnemende gemeenten, zodat zij duide
lijk weten wat voor standpunt de gemeente Soest ten
aanzien van de vuilverwerking heeft.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik meen
dat de zaak in de commissie openbare werken zeer goed
is doorgesproken. De door deze commissie voorgestelde
wijzigingen zijn keurig netjes in de concept-brief aange
bracht, Wij staan volledig achter de concept-brief zoals hij
nu luidt.
Het voorstel van de heer Van Poppelen had van ons kun
nen zijn. Ook wij menen dat de brief ter kennisneming aan
de raden van alle Eemlandgemeenten moet worden ge
stuurd.
Een woord van dank aan de samenstellers van het rapport
waarop voorstel 16 betrekking heeft en waaraan ook
ambtenaren van de gemeente Soest hebben medegewerkt,
is op zijn plaats. Gedeputeerde staten hebben waardering
voor dit rapport uitgesproken. Wij menen dat zij nu ook
gaan stappen met deze gegevens en er de vlag voor gaan
uitsteken. Teruggrijpende op de Wet verontreiniging op
pervlaktewateren, hebben wij toch wel bedenkingen te
gen deze gang van zaken.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Wanneer je
ziet wat er in Utrecht met betrekking tot de vuilverwer
king dreigt te gebeuren, denk je onwillekeurig ook aan
de ontwikkeling die hier met betrekking tot het water
kwaliteitsbeheer heeft plaats gevonden. De provincie
Utrecht heeft met nog enkele andere provincies dat be
heer aan zich gehouden. In vele andere delen van het land
heeft men een organisatievorm gekozen die weliswaar
tegemoet komt aan de schaalvergroting die met betrek
king tot een aantal zaken nodig is, maar de lagere bestu
ren niet helemaal van hun verantwoordelijkheid heeft af
gehaald. Zuiveringschappen waarin gemeenten en ook
waterschappen bij het beheer van het oppervlaktewater
in passieve en actieve zin betrokken zijn, zijn naar mijn
gevoel veel beter dan vormen waarbij onnodig het bestuur
zich verplaatst van waar het zo veel mogelijk moet gebeu
ren, nl. in een gedecentraliseerde vorm, naar de provincie
toe. Ook in dit geval gaat het weer om zo'n onnodige ver
plaatsing. Eigenlijk helemaal in strijd met wat de regering
beoogt met het ontwerp-Afvalstoffenwet is de provincie
alvast bezig om de afvoer van het huisvuil helemaal in
provinciale handen te nemen.
De concept-brief is fors en er kan hem geen enkele ondui
delijkheid verweten worden. Ik vind dit erg juist.
Ik heb het gevoel dat toen het over de kwestie van de zui
vering van het oppervlaktewater ging, provinciale staten
eigenlijk te laat zijn geconfronteerd met de bezwaren die
met name in de kring van de gemeenten leefden. Pas op
het allerlaatste moment, toen de verordening al in pro
vinciale staten was, begon een deel van provinciale staten
in de gaten te krijgen, dat wat er gebeurde volkomen in
strijd was met de bedoelingen van een aantal grote ge
meenten, waaronder Zeist, Amersfoort, Soest en naar ik
meen ook Utrecht.
Ik sluit mij graag aan bij de suggestie om de onderhavige
brief ter kennisneming ook aan de Eemlandgemeenten te
zenden. Ik vraag mij overigens af of hij niet aan alle ge
meenten in de provincie Utrecht moet worden gestuurd
en voorts vraag ik mij af of hij niet ook aan provinciale
staten, in het bijzonder de leden van de desbetreffende
statencommissie zou mcreten worden gestuurd, zodat er
geen misverstand over de zienswijze van de raad van de
gemeente Soest kan bestaan,
In technische zin staat de maatschappij natuurlijk niet
stil. Het is duidelijk dat allerlei dingen die vroeger in
plaatselijk verband gebeurden, door schaalvergroting in
ruimer verband moeten worden gehanteerd. Datje voor
bijvoorbeeld zaken als de zuivering van het oppervlakte
water en de afvoer van huisvuil grotere verbanden schept,
lijkt mij logisch, omdat er economisch voordelen uit te
putten kunnen zijn; waarschijnlijk in grotere mate naar
mate de schaalvergroting groter isMaar deze hele ont
wikkeling op het bestuurlijke gebied is in strijd met mijn
opvatting dat wij een bestuursopbouw moeten hebben
waarbij hetgeen aan de basis kan gebeuren, niet onnodig
naar boven toe wordt getrokken. De hele tendens van
centralisatie die er in ons land is, komt ook bij de onder
havige aangelegenheid heel sterk tot uiting. Ik vind dat
uit een oogpunt van bestuur een erg bedenkelijke zaak.
Bij een provinciale aanpak zullen de met de afvoer van
het huisvuil gemoeide kosten nota bene via gemeentelij
ke heffingen moeten worden verwerkt. Aldus zou de af-
voertaak worden losgemaakt van de financiële verant
woordingsplicht. Dat kan naar mijn gevoel helemaal niet.
De stelling dat vormen van gemeenschappelijke regelin
gen mogelijk nog verder van de gemeenten af zouden
staan dan de door de provincie voorgestane provinciale
aanpak doet het ook niet. Ik ben niet verrukt van ge
meenschappelijke regelingen; daarom ben ik ook voor
stander van gewestelijke verbanden waarin je allerlei din
gen samen kunt doen. Maar ik vind niet dat je kunt zeg
gen, dat bij gemeenschappelijke regelingen de gemeenten
zo uitgeschakeld zijn, dat het er niets toe doet of je het
provinciaal dan wel via zo'n regeling aanpakt. Dat vind ik
een drogredenering die niet in overeenstemming is met
de feitelijke ontwikkeling van allerlei gemeenschappelij
ke regelingen
Ik ben het voor hondeid procent met de brief eens. Ik
hoop dat de dreigende onheilzame ontwikkeling nog zal
kunnen worden afgewend.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter!
De heer De Wilde heeft het tijdens de begrotingsbehande
ling over de politisering van Eemland gehad. Ik geloof
dat we op het ogenblik een mooi stukje werk voor ons
hebben liggen waarmede binnen de politieke partijen
wat kan worden gedaan. Ik meen dat als alle gemeentera
den in Eemland vinden dat de vuilverwerking in Eemland
moet worden aangepakt overeenkomstig de strekking van
het rapport waarop voorstel 16 betrekking heeft, wij er
via onze politieke partijen voor moeten zorgen dat daar
naar wordt geluisterd door provinciale staten.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik ben
blij met de woorden van lof die men vanuit de raad aan
de concept-brief heeft gewijd, Ik zal ze vooral ook door
geven aan degene aan wiens brein het allereerste concept
is ontsproten.
Gedeputeerde staten hebben hier en daar in hun brieven
ook wel eens wat kreten gebruikt. Wij hebben geprobeerd
die kreten een beetje te analyseren en wat reëel op de
grond te zetten.
Ook wij hebben ons er ten zeerste over verbaasd, dat de
op pagina 2 van de concept-brief genoemde, voor 20 juni
1975 belegde bijeenkomst werd afgezegd. Het rapport
van de ambtelijke werkgroep van Eemland was nl. klaar.
Wij hebben op een gegeven moment gevraagd of wij van
de provincie wat geld konden krijgen voor het onder
zoek van de werkgroep. Dat is door de provincie afgewe
zen. De provincie heeft wel in natura wat gedaan, en wel
door twee mensen aan de werkgroep t.Q.e te voegen, die
in de werkgroep veel werk hebben gedaan. Wij hebben het
14