het concept-antwoord, want wij zijn tegen een verde
re bebouwing van Kerckenlandt,
De VOORZITTER: Daarom verwondert mij uw betoog
zo, want op bladzijde 2 van het concept-antwoord
staat duidelijk:
„De raad heeft echter bij de vaststelling van het ont
wikkelingsplan van deze mogelijkheid geen gebruik ge
maakt."'
De heer VAN POPPELEN: Maar het gaat in feite om
de begrotingen die zijn opgenomen en die zijn mis
leidend.
De VOORZITTER: Neen, Ik moet de heet Van Poppe-
len - en met hem de andere raadsleden - vragen de
concept-antwoorden van het college goed te lezen. In
de financiële paragraaf van het ontwikkelingsplan is
als een mogelijkheid tot dekking van de kosten het
bouwen van bijvoorbeeld tien bungalows aangegeven.
Die mogelijkheid heeft het college aangegeven. Op
bladzijde 2 van het concept-antwoord staat echter:
„De raad heeft echter bij de vaststelling van het ont
wikkelingsplan van deze mogelijkheid geen gebruik
gemaakt."
De heer VAN POPPELEN: In de brief van de heer
Rijntalder wordt in vraag 4 een vraag gesteld aan het
C.D.A. Ons antwoord is: Wij zijn per se tegen een
verdere bebouwing.
De VOORZITTER: Nu, dat is toch mooi'
De heer VISSER: De heer Rijntalder stelt ook de
vraag wat de consequenties zijn van het onbebouwd
laten. Ik vind dat het college te weinig aandacht aan
die vraag besteedt In de antwoord-brief wordt niet
duidelijk wat die consequenties zijn. Kunnen die con
sequenties duidelijker in de brief worden opgenomen?
De VOORZITTER: Dat staat in de brief. Op pagina
1 van het concept-antwoord staat nl.:
„Zoals u uit de financiële paragraaf van het ontwikke
lingsplan moge blijken hebben deze investeringen"
(het kopen van de gronden waar vroeger Kercken
landt op zou worden gebouwd) „nog een waarde van
f. 1.000.000,-."
Dat betekent derhalve dat de consequentie van het
onbebouwd laten f. 1 miljoen bedraagt. Het college -
denkende aan al het geld (het diamant bijna) dat in
Soest langzamerhand in de grond zit - heeft daarom
voorgesteld om aan de rand van de Eng te komen tot
het bouwen van tien bungalows, Er staan reeds twee
bungalows. Het zou in de ogen van het college hele
maal niet zo verschrikkelijk zijn wanneet naast die
twee bungalows nog een aantal bungalows wordt ge
bouwd. U moet er maar eens gaan krjken, maar dat
hoeft u niet te doen en u hebt het ook niet gedaan
Op de vraag van de heer Visser
De heer DE WILDE: U mag veronderstellen dat de
raad in dat opzicht een weloverwogen beslissing heeft
genomen op 2 en 3 juni.
De VOORZITTER: Dat zeg ik juist.
De heer DE WILDE: Jawel, maar u suggereert dat wij
nog zouden moeten gaan kijken, Dat moet u zo niet
doen.
De heer VAN POPPELEN: De verwarring ontstaat
door de financiële paragraaf; op de bladzijden 246 en
253 zegt u op een gegeven moment „wij gaan weer
mee".
De heer DE WILDE: U moer ook zelf het debat niet
weer openen. Het concept-antwoord is duidelijk ge
noeg. De heer Visser kan in deze brief precies lezen wat
hij vraagt,
De VOORZITTER: Maar het zou natuurlijk nog pret
tiger zijn geweest, wanneer de raad op 2 en 3 juni dui
delijk had uitgesproken, dat het stukje in de financië
le paragraaf moest worden geschrapt,
De heer DE WILDE: Dat was een suggestie van de kant
van het college waarop de raad bewust neen heeft ge
zegd. Wij kunnen niet in stukken van het college gaan
schrappen. U hebt ons die mogelijkheid gesuggereerd,
maar wij hebben neen tegen die mogelijkheid gezegd.
De heer VAN POPPELEN: Het schijnt toch dat meer
mensen een verkeerde conclusie hebben getrokken.
De heer LANGE: Maar de brief is duidelijk. Toen wij
de bouw van die bungalows afwezen, hebben wij ons
allemaal gerealiseerd dat dat Soest f 1 miljoen zou
kosten,
De heet DE WILDE: Natuurlijk,
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge
meester en wethouders is voorgesteld,
p. Brief d.d, 24 juni 1977 van de Wijkraad Soester-
berg betreffende de behandeling van het ontwikke
lingsplan, met voorstel de wijkraad te berichten con
form de ter inzage liggende concept-brief.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter' Ik wil
motiveren waarom mijn fractie zich met het concept-
antwoord kan verenigen, hoewel de raad als gevolg
van dat concept-antwoord niet precies zal doen het
geen de wijkraad vraagt De wijkraad vraagt om bij
wijze van spreken stante pede een gesprek te hebben
tussen wijkraad en gemeenteraad. In de commissie
ruimtelijke ordening is daarover nogal het een en an
der gezegd, Ik was aanvankelijk van mening dat wij
gevolg moesten geven aan het verzoek van de wijk
raad; Soesterberg (als onderdeel van de gemeente)
heeft op 2 en 3 juni jl. weliswaar veel aandacht ge
had, maar misschien toch niet voldoende Bij nader
inzien lijkt het mij toch verstandiger om te wachten
op de reacties van het college naar aanleiding van
de opmerkingen die op 2 en 3 juni jl. in de gemeen
teraad zijn gemaakt.
Kan het college zeggen op welk tijdstip ongeveer dat
gesprek met de wijkraad kan plaats vinden nadat het
college de raad zijn reacties op de opmerkingen uit
de raad heeft doen toekomen?
De VOORZITTER: Dames en heren! De opmerkin
gen die op 2 en 3 junijl. door de raad zijn gemaakt
moeten in het ontwikkelingsplan worden verwerkt.
Wij hopen het geheel op 29 augustus a,s. ter inzage
te kunnen leggen. Dan kan de raad beoordelen of
een gesprek met de wijkraad zinnig is. Ik vind dat de
raad de gelegenheid moet hebben om te zeggen of
het nog nodig is om naar aanleiding van het bijgestel
de ontwikkelingsplan een discussie aan te gaan met
de wijkraad.
De heer LANGE: Omgekeerd; de wijkraad zal moe
ten beoordelen of er dan nog een discussie dient
plaats te vinden,
De heer DE WILDE: Misschien dat er dan nog een
zinsnede aan de brief kan worden toegevoegd: „Naar
wij hopen zal eind augustus de reactie van het colle
ge op de door de raad gemaakte opmerkingen (ook
over Soesterberg) in het ontwikkelingsplan zijn ver
werkt Daarna zal de raad u nader bericht doen toe
komen."
200