Vraag 4 luidt: „Is de raad met onze fractie van mening dat door de gedane mededelingen de belangen van de inwoners van Soesterberg in ernstige mate zijn geschaad? Het antwoord op deze vraag kan slechts ontkennend zijn. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik ben bijzonder blij met de duidelijke beantwoording van de gestelde vragen. Het is mijns inziens overigens verkeerd om te denken dat het mogelijk zal zijn om door middel van het aantekenen van bezwaar tegen het verlenen van een hinderwetvergunning de plaat sing van een asfaltmenginstallatie te voorkomen. U hebt zelf al bij een vorig agendapunt aangetoond dat er kan worden doorgedraaid, wanneer er beroep wordt aangetekend. Ik meen dat de op grond van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening afgegeven tijdelijke ver gunning slechts een termijn van vijfjaar toelaat. Ik vind dat wij de gemeenteraad van Zeist een brief moeten zenden waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het hanteren van artikel 17 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening voor dat bouwwerk. Wij moeten aan dringen op hantering van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, want het valt logischerwijze aan te nemen dat de weg waarvan de aanleg reeds her haaldelijk is uitgesteld, waarschijnlijk ook binnen die vijf jaar niet zal zijn gerealiseerd, waarna de installa tie moet worden afgebroken. Ik stel de raad derhalve voor de gemeenteraad van Zeist een brief te schrijven. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik vraag mij af of het college er toch niet verstandig aan doet om hinderwetzaken van verstrekkende be tekenis in de commissie ruimtelijke ordening te be handelen. Op dit punt kom ik volgende week nog wel even terug in de commissie ruimtelijke ordening. De VOORZITTER: Het lijkt mij goed dat wij dit punt eens in de commissie bespreken De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij met uw mededelingen. Ik vind het juist dat de handelwijze van het college goed duidelijk overkomt. De gemeente Soest heeft nu bezwaar aangetekend. Dat is natuurlijk erg aardig, maar die installatie komt er straks toch. De gemeente kan dan in beroep gaan bij de Kroon Dat beroep gaat de normale ambtelijke weg. Inmiddels is er al ik weet niet hoeveel ton as falt gemaakt en wellicht heeft Soesterberg van het ma ken van dat asfalt reeds veel hinder ondervonden (Dat kan in dit stadium nog niet worden beoordeeld, maar ik vrees dat dat wel het geval zal zijn). Een zelfde gang van zaken heeft zich afgespeeld met die zandgaten. Wij gingen in beroep, maar die afgravin gen gingen gewoon door Op het moment dat het be roep eindelijk gegrond werd verklaard, was het zand er al uit en was de ellende al geleden Het beroep van de gemeente Soest zal geen opschortende voorwaar de inhouden, waardoor de installatie gewoon kan doordraaien. Als voorwaarde is door de vertegenwoordiger van het college gesteld, dat het verkeer via de Richelleweg moet worden geleid Die voorwaarde kan natuurlijk worden gesteld, maar die voorwaarde zal vast niet in de hinderwetvergunning komen Ik vraag mij dan ook af met welke middelen moet worden afgedwongen dat het verkeer via de Richelleweg wordt geleid. Mijns inziens is dat afdwingen niet mogelijk Er zal sprake zijn van een dubbele belasting, wanneer al het verkeer via de Kampweg wordt geleid. Gelet op het vorengestelde steun ik het voorstel van de heer Van Aalst om namens de raad een brief te schrij ven aan de gemeenteraad van Zeist. In die brief kun nen wij dan nog eens de voorwaarden opsommen waar aan een eventueel te verlenen hinderwetvergunning on- zes inziens zeker zal moeten voldoen. Een afstand van 250 meter vind ik al helemaal belachelijk; een afstand van 400 meter vind ik een minimum, ik meen dat Zeist over meer dan voldoende andere plaatsen beschikt (bijvoorbeeld op plaatsen waar helemaal geen bos meer is) die meer dan 400 meter van de bebouwde kom af liggen. Daarop had moeten worden geattendeerd. De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Van Aalst zegt dat de gemeente Zeist de vergunning heeft verleend op grond van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; is die vergunning al verleend De heer VAN AALST: Dat weet ik niet. De VOORZITTER: De zaak heeft dan waarschijnlijk al ter visie gelegen, want krachtens artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is wel tervisielegging nodig, Wij zouden bij Zeist kunnen informeren hoe ver die procedure is, want tegen een procedure ex artikel 17 kan mijns inziens wel bezwaar worden aangetekend. Dit punt moet worden bekeken. Wij hebben het gemeentebestuur van Zeist gevraagd om te bekijken of, wanneer de gevraagde hinderwet vergunning wordt verleend, er middelen zijn te vin den die het voor het verkeer noodzakelijk maken de Richelleweg te volgen. Wij kunnen wat dat betreft heel weinig doen, tenzij wij zouden besluiten de Kampweg af te sluiten voor zwaar verkeer. Wij zullen proberen te weten te komen hoever het met die eventuele artikel 17-procedure is. Daarnaast moeten wij afwachten wat het gemeentebestuur van Zeist zal gaan doen met alle naar voren gebrachte be zwaren. Thans is aan de orde de interpellatie-aanvraag van de heer De Wilde. Gevoelt de heer De Wilde behoefte die aanvraag te handhaven? De heer DE WILDE: Stellig, want ik wil de bestuur lijke aspecten en de aspecten van de ruimtelijke orde ning in een breder kader aan de orde stellen. Ik had wel vermoed dat de discussie de kant zou opgaan die zij is opgegaan. Het gaat mij om het beleid van het college. Daarom wil ik mijn interpellatie- aanvraag graag handhaven. De VOORZITTER: Dan zal ik even de vragen voor lezen die de heer De Wilde voornemens was te stel len. De heer VISSER: Kunnen wij een afschrift krijgen van de brief van de heer De Wilde? In dit gebouw is een fotokopieerapparaat aanwezig. De VOORZITTER: Dat zal gebeuren. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Wordt er nu weer doorgegaan met het vragenhalfuurtje? De VOORZITTER: Wij gaan nu door met het vra genhalfuurtje; ik had alleen eerst een beslissing wil len nemen over de interpellatie-aanvraag. De interpel latie-aanvraag zelf zal, indien zij wordt toegestaan, aan het einde van de vergadering kunnen worden ge houden, wanneer de raad daarmede akkoord gaat. Thans zijn aan de orde de vragen van de C.D.A.-frac- tie over subsidieverlening. Ik geef de C D. A. fractie thans de gelegenheid voor een nadere toelichting. 208

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 271