ben tegen een kermis op zondag. De situatie is daar
dus niet helemaal zoals mevrouw Van Gelder heeft
aangegeven. Voor wat Soesterberg betreft, zou ik de
kwestie van de kermis op zondag gaarne zien voorge
legd aan de wijkraad, zodat die zich daarover kan uit
spreken.
De VOORZITTER: Dames en heren! Inderdaad is de
kermis in Soesterberg bij de onderhavige aangelegen
heid niet betrokken. Wij zullen echter de Wijkraad
van Soesterberg een afschrift van de onderhavige brief
doen toekomen, teneinde de zienswijze van Soester
berg te leren kennen.
De heer Oldenboom heeft in feite reeds verwoord de
motieven die het college hebben geleid tot het opstel
len van de voorgestelde antwoord-brief. Dat wij
voorstellen de kermis toch maar niet op zondag te
laten houden, vindt zijn oorzaak in de plaats waar de
kermis plaats heeft. Wij hebben wel eens de illusie dat
de kermis ooit nog eens ergens anders zou kunnen
worden gehouden. Dan zou de situatie anders komen
te liggen. De huidige plaats van de kermis is voor ons
het sterkste argument geweest. Wij weten allemaal dat
de zondag op zeer verschillende wijze wordt beleefd.
Wij ontnemen de mensen niet graag de gelegenheid om
op zondag kermisactiviteiten te bezoeken. Maar het
feit dat de kermis wordt gehouden op een plaats
waar in de onmiddellijke omgeving de betrokken
kerken zijn gelegen, is voor ons reden geweest om de
raad het thans ter tafel liggende voorstel te doen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik kan uw redenering wel volgen, maar wanneer
de kermis op zondag na één uur en tijdens de kerk
diensten zonder muziek wordt gehouden, komt het
mij voor dat de hinder niet zo groot is.
De heer VAN POPPELEN: Ik kan me geen kermis
zonder muziek voorstellen!
De VOORZITTER: Ik geloof dat de aardigheid van
de kermis af is als er geen muziek gemaakt mag wor
den.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik handhaaf toch mijn
standpunt.
Ook met hetgeen over verdraagzaamheid is gezegd, ben
ik het wel eens. Aan de andere kant: er is ook het
punt van de verdraagzaamheid tegenover de mensen
die de kermis willen bezoeken. Daar heb ik het ont
zettend moeilijk mee. Enerzijds ben ik geneigd te zeg
gen: Je moet de kerkgangers - ook al gaat het hier
om slechts één zondag per jaar - een rustige kerk
dienst op die zondag gunnen. Anderzijds: voor dege
nen die de kermis willen bezoeken, is dit de enige
zondag in het jaar waarop zij dat op zondag kunnen
doen. Wanneer je ze daartoe de gelegenheid ont
neemt, ben je tegenover die mensen weer onverdraag
zaam. Als mijn suggestie wordt gevolgd, is er des och
tends zondagsrust voor iedereen die deze wil beleven,
terwijl er gedurende de tweede helft van de dag een
wat verminderde zondagsrust is.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Wij handhaven ons standpunt. Dit me
de op grond van de zojuist door mevrouw Korthuis
naar voren gebrachte overwegingen. Het gaat hier
om slechts één zondag in het jaar. Men kan bepalen
dat er geen kermismuziek mag zijn gedurende de twee
of drie uur dat de kerkdiensten plaats vinden. Dan
kan de Bond van Kermisbedrijfhouders zelf beslissen
of men van deze mogelijkheid al dan niet gebruik zal
maken.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Heeft het
college wel eens uitgekeken naar een ander terrein
voor de kermis? Het is nl. waar dat de omwonenden
vreselijk veel last van de kermis hebben. Een ereburger
als Rinke Tolman moet tijdens de kermis altijd een
paar dagen met vakantie
De VOORZITTER: Wij hebben wel eens uitgekeken
naar een andere plaats, maar wij hebben die tot nu
toe niet gevonden. Wij hebben altijd nog de hoop dat
wij ooit een nieuw marktplein of iets dergelijks zul
len krijgen, waar ook dit soort ludieke activiteiten
kan plaats vinden.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb de indruk dat mevrouw Korthuis het begrip ver
draagzaamheid op dit moment op een volkomen on
juiste wijze interpreteert. Wanneer het gaat om ver
draagzaamheid, moeten wij verdraagzaam zijn ten op
zichte van de mensen die daar aanwezig móeten zijn,
in hun ogen. De anderen behoeven daar niet aanwe
zig te zijn. Er is nl. niemand die gedwongen is om
naar de kermis te gaan.
De heer VISSER: Kunt u dat even uitleggen, mijn
heer Oldenboom?
Want ik begrijp het niet helemaal.
De heer OLDENBOOM: Als ik alles moest uitleggen
wat de heer Visser niet begrijpt, dan had ik daaraan
een dagtaak!
Ik zou echter gaarne zien dat nu werd overgegaan tot
stemming over de voorgestelde afdoening.
De VOORZITTER: Ik geloof dat wij de discussie in
derdaad niet te lang moeten rekken. Wij hebben ge
zien hoe geschakeerd over deze kwestie wordt ge
dacht. Ik meen dat je dan als gemeentebestuur ver
plicht bent een knoop door te hakken en een beslis
sing te nemen.
De door burgemeester en wethouders voorgestelde
afdoening van het stuk wordt daarop in stemming ge
bracht en aangenomen met 13 tegen 8 stemmen
Voor stemmen de leden: Ebbers, Van Poppelen, Men
ne, Hoekstra, Verheus, Stam, Plomp, Van Logten-
stein, mevrouw Greefhorst-Van Overdam, mevrouw
Van Stiphout-Croonenberg, mevrouw Oranje Entink,
Storimans en Oldenboom.
Tegen stemmen de leden: Van Ee, Van Aalst, Van
den Brakel, mevrouw Korthuis-Elion, Goote, me
vrouw Van Gelder-Cornelissen, Visser en mevrouw
Alting-Ambrosius.
c. Brief d.d. 17 mei 1977 van de Wijkraad Soester
berg, met het verzoek de wijkraadsverordening zoda
nig te wijzigen, dat de wijkraad door rechtstreekse
verkiezingen kan worden samengesteld, met het voor
stel deze brief overeenkomstig de ter inzage gelegde
ontwerp-brief te beantwoorden.
De heer VERHEUS: Mevrouwde voorzitter! In gro
te trekken kan de voorgestelde antwoordbrief onze
instemming wel hebben. Toch rijzen er enige vragen
over de uitvoering van een en ander. Zo wekt het ge
stelde op pagina 2 van de antwoordbrief de indruk,
dat de bewoners van Soesterberg eerst geënqueteerd
zullen worden en dat vervolgens
De VOORZITTER: Neen.
De heer VERHEUS: Dat is dan een misverstand.
Maar die indruk kan gewekt worden. Ook in Soester
berg geeft de gekozen redactie aanleiding tot misver
stand. Ik zou gaarne zien dat u de brief op dit punt
nader toelicht.