187
De-heer DE WILDE: Is dit niet in de commissie aan
de orde geweest?
De heer MENNE: Het is inderdaad in de commissie
geweest. De vragen die ik daar heb gesteld
De heer DE WILDE: Mijn vraag was niet helemaal se
rieus bedoeld, hoor!
De heer MENNE: Mijn vragen zijn in de financiële
commissie gesteld en ook genoteerd op het „roze pa
pier".
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Ebbers
heeft bedoelde vergadering van de financiële commis
sie niet bijgewoond. Ik ben daar wel aanwezig geweest.
Bovendien was de heer Ebbers nog met vakantie toen
wij in het college de zaak nader hebben besproken
naar aanleiding van de door de heer Menne in de fi
nanciële commissie gemaakte opmerkingen.
Ik heb het gevoel dat de heer Menne de prijs van rond
f. 40,- per m2 een beetje laag vindt. Daartegenover
hebben wij gesteld - dat valt ook te lezen uit punt 1.4
van het ontwerp-besluit - dat hier sprake is van het
gedogen van kabels en leidingen. De betrokken firma
krijgt dus een zakelijk recht opgelegd. Dat belemmert
haar natuurlijk in het gebruik van de grond.
De heer OLDENBOOM: Dat is juist niet het geval. De
heer Menne heeft geprobeerd uit te leggen dat T.B.S.
daardoor niet beperkt wordt.
De VOORZITTER: Ik vind het prettig dat nu de heer
Oldenboom mij onderbreekt. Dan zijn wij rond. Ik
heb nl. zoëven van de heer Oldenboom een aanmer
king gekregen, omdat ik anderen een spreker heb la
ten onderbreken.
De heer OLDENBOOM: Toen ging het niet om een
interruptie. Ik maakte zojuist een interruptie. En een
interruptie behoort tot de orde der vergadering.
De VOORZITTER: Dat wilde ik zoëven ook zeggen!
Het verschil van inzicht betreft het volgende. De
heer Menne zegt: T.B.S. kan het gedeelte met kabels
en leidingen rustig onbebouwd laten, omdat het be
drijf van het totale terrein 7 5% mag bebouwen. Wij
hebben over dat punt in het college naar aanleiding
van de door de heer Menne in de financiële commis
sie gemaakte opmerkingen nog gesproken. Wij staan
op het standpunt dat het punt van het gedogen van
kabels en leidingen toch een zekere belemmering
vormt. De precieze toekomstige plannen van T.B.S.
zijn ons nog niet bekend Waarschijnlijk zullen wij in
de toekomst nog wel eens met een wijziging van het
betrokken bestemmingsplan komen, voornamelijk
ten behoeve van T.B.S. Daarover voeren wij nl. al ja
renlang besprekingen met T.B.S. Wij vinden het wat
ver gaan om tegen T.B.S. te zeggen: Wij verkopen u
de grond voor f. 70,— per m2, maar weet wel dat u
bepaalde stukken niet zult kunnen bebouwen vanwe
ge de daar liggende kabels en leidingen. Alles overwe
gende, vindt het college een gemiddelde prijs van rond
f. 40,— per m2 redelijk.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Daarbij wordt op verzoek van de heren Van Logten-
stein, Menne en Oldenboom aangetekend, dat zij ge
acht wensen te worden te hebben tegengestemd.
Voorstel tot het voteren van een aanvullend krediet
voor de verbouw van de Van der Hucht lagere school
en de bouw van een kleuterschool aan de Paulus Pot-
terlaan, alhier.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
188 Voorstel tot het garanderen van een door de Regiona
le Muziekschool Amersfoort aan te gane geldlening
voor de aankoop en inrichting van een pand te Soest.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Op
zich zelf heb ik niets tegen dit voorstel. Alleen: wij
hebben een soortgelijke kwestie gehad met de biblio
theek. Toen wij met de verbouwing van het betrok
ken pand bezig waren, vroeg de aannemer of hij
alsjeblieft ook de muren omver mocht rijden, terwijl
wij in de veronderstelling verkeerden dat die muren
voor de eeuwigheid waren gebouwd. Wij hebben in
het omhalen van de muren toegestemd. Het resultaat
is een gebouw, dat helemaal geënt is op de bestaande
school en derhalve minder efficiënt is dan een geheel
nieuw gebouw. Wij gaan hier toch niet dezelfde kant
uit?
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb geen
bezwaar tegen het voorstel op zich zelf. Ik wil echter
graag aangetekend hebben, dat ik het geen stijl vind
dat deze hele verbouwing geschiedt door een aanne
mer uit Woudenberg. Ik begrijp daar niets van. In de
commissie is mij gezegd dat daar de enige aannemer
zit die een werk als dit aankan. Dat betwijfel ik. Het is
mijns inziens ook niet onderzocht. Als de Soester ge
meenschap het onderhavige bedrag moet garanderen,
vind ik dat mensen uit die Soester gemeenschap ook
het gebouwtje wel mogen restaureren.
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb be
grepen dat wij nu alleen besluiten de betaling van de
rente en aflossing van de lening te garanderen en dat
de keuze van de aannemer nog niet vastligt.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Voordat de muziek
school het koopcontract tekende, hebben wij ons be
drijf gemeentewerken en de dienst publieke werken te
Amersfoort gevraagd wat de mogelijkheden van het
gebouw zijn. Dat is onderzocht. Het gebouw is ge
taxeerd. De enige aanpassingen die noodzakelijk zijn,
betreffen het volgende. Het weer tot één ruimte ma
ken van ruimten die momenteel in tweeën zijn ver
deeld. Daarvoor moet een soort betengeling met
spaanplaat worden verwijderd. Dat betreft derhalve
geen ingrijpende verandering. Verder moet het ge
bouw worden opgeknapt; er is nl. geweldig veel ach
terstallig onderhoud. Bovendien moeten er akoesti
sche voorzieningen worden getroffen. Wanneer ooit
de muziekschool het pand weer zou verlaten, kan
het gebouw gewoon voor andere doeleinden worden
gebruikt. De pastorie wordt nl. nu weer gebracht in
de oude toestand. De pastorie is in de tussentijd ver
bouwd.
De heer Visser begint nog een keer over de aannemer
uit Woudenberg.
De heer VISSER: Neen, ik begin niet nog een keer
over die aannemer. Ik wil alleen aangetekend hebben
dat ik nog steeds van mening ben dat een Soester
aannemer de betrokken verbouwing dient te verrich
ten. Ik wil daarover geen discussie. Ik vraag slechts
die aantekening. U behoeft zich helemaal niet te ver
dedigen. U gaat dan nl. toch zeggen dat dit een zaak
is van de muziekschool. Dat weet ik allemaal allang.
Ik wil maar aangetekend hebben dat ik er bezwaar te
gen heb dat een Soester aannemer dit werk niet mag
doen van de muziekschool.
De VOORZITTER: Dat komt dus tot uiting in de
notulen.
Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: De
267