standaardplan gelegen. Daarin wordt een verklaring gegeven van de overschrijdingen. De directeur schrijft: „De kredietbegrotingen van 12-5-1976 en 8-7-1976 sloten op f. 440.000, een verschil derhalve met het goedkoopste plan, volgens specificatie bijlage C, van f. 115.000,-. Dit verschil kan als volgt worden verklaard: 1. niet opgenomen in de raming zijn de centrale ver warming, de armaturen in de kantines en de warmwa tervoorziening, tot bedragen van respectievelijk f. 25.058,-, f. 4.000,-, f. 4.500,-, totaal f. 33.558,-, exclusief B.T.W. en omslagen f. 42.500,- inclusief B.T.W. en omslagen, omdat destijds deze kosten voor rekening van de verenigingen waren. 2. uitgaande van de aanname dat het gebouw in het voorjaar van 1978 gereed zal zijn en dat er geen risi co-regeling van toepassing is en dat de inschrijvers hun prijs gestand doen, kan mijn raming van kosten van 12-5-1976 en van 8-7-1976 in alle redelijkheid met 18% worden verhoogd f. 79.200,-. Mijn oorspronkelijke begroting sluit dan op f. 440.000,- plus f. 42.500,- plus f. 79.200,- f. 561.700,-, zodat de aanbieding van de firma van Heek B.V. van f. 555.000,- alleszins aanvaardbaar is. Alle andere plannen liggen boven mijn begroting. De kosten voor het kleedgedeelte kunnen op basis van de aanbieding van de firma Van Heek B.V., inclu sief de centrale verwarming, warmwatervoorziening en de armaturen worden vastgesteld op f. 325.700,-. Voor de twee kantine-gedeelten blijft dan een be drag over van f. 555.000,f. 325.700,- f. 229.300,-. Het gebouw dat met het systeem van Van Heek B.V. tot stand zal komen, zal niet het karakter hebben dat een gebouw heeft zoals dat door de firma V.d. Hen gel, op basis van de oorspronkelijke plannen, kan worden gebouwd. Het prijsverschil van f. 75.000,- is echter zo groot dat daarvoor het andere moet wijken." Dit is de enige verklaring die ik met betrekking tot het prijsverschil van twee ton kan geven. Bovendien: het volgens het gemeentelijk standaard plan gestichte sportgebouw bij de voetbalvelden aan de Sterrenbergweg is ook hoger uitgekomen dan de oorspronkelijke raming. Ook daarvoor was een ver klaring. Het betrof de eerste keer dat het standaard plan werd uitgevoerd. Daarbij bleek dat het stan daardplan in eerste instantie wat aan de lage kant was begroot. De heer Van Aalst kan ik zeggen dat een advies onder weg is naar aanleiding van in een vergadering van de commissie openbare werken gestelde vragen. In die vergadering is onder andere de kwestie van de warm watervoorziening aan de orde geweest. Inmiddels is binnen een advies van de directeur van het gasbedrijf. Het lijkt mij nuttig dat advies te behandelen in de commissie openbare werken. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 190 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het aanleggen van een beregeningsin- stallatie in het tennispark Schrikslaan. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Op gevaar af dat ik morgen door de wethouder in een interview met de Gooi- en Eemlander voor bloeddorstig wordt uitgemaakt, wil ik toch terugkomen op het in deze krant gepubliceerde interview met de wethouder. Het interview sloeg, geloof ik, vooral op de heren De Wil de en Van Poppelen. Nu is het woord „bloeddorstig" ten opzichte van de heer De Wilde niet zo gek; de naam zegt het al! Er wordt hem onsportieve en onbe hoorlijke politiek verweten. De kritiek op de heer Van Poppelen begrijp ik echter niet. De heer Van Poppelen is immers een aardige, lieve man, die altijd de mens centraal stelt! Ik vind bedoeld interview toch wel een kwalijke zaak. Dit te meer daar erin staat: Die f. 32.000,- lijkt erg veel, maar er staat een enorme besparing aan on derhoudskosten tegenover. Wat lees ik nu in het ter tafel liggende voorstel? Dat die enorme besparing niet exact te berekenen valt! Deze beregeningsinstal- Iatie blijft mijns inziens een vreemde zaak voor een klein complex als het onderhavige. Ik geloof gewoon niet in die kostenbesparing. Het oncontroleerbare gerucht - waarover de wethou der het in het interview heeft - blijkt in een brief van 2 september van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad helemaal geen ge rucht te zijn. Het college bevestigt in die brief nl. dat er bij de verbetering van de tennisbanen een aantal buizen zijn gelegd en dat er meer-kosten zijn gemaakt. Weliswaar zijn die kosten gering (f. 600,-), maar daar ging het niet om. Het ging ons indertijd om de vraag: Waarom is dit alles ons niet verteld in het raadsvoor stel? Daarom vind ik zowel het interview als de brief van het college aan de raad (met een aantal verwijten) onterecht. Ik vind dan ook dat de wethouder die ver wijten maar moet terugnemen. In het raadsvoorstel dat thans voor ons ligt, wordt gesproken over „kostbaar leidingwater". Hoeveel kostbaarder is dit leidingwater dan het water dat wordt verkregen via de put die men wil slaan Mijns inziens is laatstbedoeld water net zo kostbaar als het leidingwater. Kortom: het zal duidelijk zijn dat ik de onderhavige f. 32.000,— nog steeds wil besteden aan culturele ac tiviteiten. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Daar wij in een eerder geval met de aanleg van een installatie als de onderhavige akkoord zijn gegaan, hebben wij in wezen geen argumenten om nu „neen" te zeggen. Hoogstens zou men in dit geval kunnen zeggen: In vergelijking met het vorige geval is het gevraagde be drag te hoog. Maar in principe kun je niet „neen" zeg gen. Wanneer je de voorgestelde installatie wilt aanleggen, dien je je af te vragen: Aan wie valt de daaruit voort vloeiende besparing toe? Tenslotte gaat het om ge meenschapsgeld. Naar aanleiding van een en ander heb ik in een eerder stadium gesteld: Een deel van de aan- schaffingskosten zal afgewenteld moeten worden op de betrokken vereniging. De vereniging stelt: Maar wij hebben al veel kosten op ons genomen, zoals die voor de lichtinstallatie. Dat moge waar zijn, maar het gaat hier in zekere zin om een luxe. Er kan nl. ook met de hand worden gesproeid. Ik herinner in dit verband aan de in de commissie door de heer Visser gesproken woorden: Wanneer je handarbeid nog goed kunt verrichten, moetje die handarbeid niet laten vervallen. Die redenering vloeit weer voort uit een an dere filosofie, maar ook daarvoor kan ik wel voelen. Ik heb echter gesteld: Een deel van de aan de aanleg van de beregeningsinstallatie verbonden lasten dient 269

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 332