ringsplanning 1963-1985 voor sportaccommodaties
opgesteld. Er is dus een duidelijk overzicht van het
geen er op sportgebied aan investeringen te verwach
ten is. Ook in de financiële paragraaf van het Ontwik
kelingsplan staan deze zaken op een rijtje. Er zijn
echter een aantal punten die er tussendoor aan de or
de komen, Wat dat betreft, is de situatie bij de sport
overigens geen unicum. Het is niet zo, dat de tussen
tijds naar voren komende zaken alleen de sport be
treffen. Ik heb een overzicht voor me, waaruit blijkt
dat ook op andere terreinen van de gemeentelijke
huishouding zaken naar voren zijn gekomen die niet
waren voorzien in welke investeringsplanning dan
ook, zaken die niettemin in de raad zijn behandeld.
Ik noem als voorbeeld (de volgorde is naar datum)
- 21 april 1977: verbetering accommodatie Spullen-
hulp;
- 21 april 1977: verbetering voormalig P.V.O.-ge-
bouw;
- 21 april 1977: extra krediet voor herberekening rio
leringsstelsel;
-18 mei 1977: voetgangersoversteekplaats Kampweg;
-18 augustus 1977: parkeervakken Weegbreestraat en
Smitsweg.
In de toekomst zullen wij zaken als de thans aan de
orde zijnde overigens niet zo gemakkelijk meer kun
nen krijgen. Op 31 oktober zal in de deelnemersver
gadering het rapport basisvoorzieningen aan de orde
komen. Op grond van dat rapport zal een duidelijk
schema worden gemaakt met betrekking tot de zaken
die op een bepaald moment aan de orde zullen ko
men. Daarbij wordt op een rijtje gezet welke zaken
nader aan de orde zullen komen. Daaraan direct gere
lateerd is het rapport tarifering. Wij zijn van mening
dat er een bepaalde verhouding moet zijn tussen de
uitgaven van de gemeente ten behoeve van de sport
en de bijdrage die de sport in de kosten van de voor
zieningen geeft.
Daar het rapport tarifering nog in de deelnemersver
gadering aan de orde moet komen, lijkt het mij niet
verstandig nu reeds de kosten van de beregeningsin-
stallatie exact aan de betrokken club door te bereke
nen. Op grond van het rapport tarifering zal straks nl.
een uniforme regeling worden getroffen met betrek
king tot de bijdragen die de clubs aan de gemeente
dienen te geven. De onderhavige club is akkoord ge
gaan met het rapport tarifering. Dat houdt in dat ze
in de toekomst inderdaad een hogere bijdrage aan de
gemeente zal moeten geven. Het ziet er dus naar uit
dat de club - met eigen goedkeuring trouwens - een
hogere bijdrage opgelegd gaat krijgen.
De heer De Wilde zegt: Laat het college de urgentie
van de voorgestelde voorziening aantonen; die heeft
mijns inziens geen haast. Welnu: ik heb getracht aan
te tonen dat er in het afgelopen jaar meer zaken in de
raad zijn behandeld, waarvan men eveneens zou kun
nen zeggen dat ze uit de lucht kwamen vallen. Op dat
moment heeft men ook niet gevraagd de urgentie aan
te tonen.
Wat die urgentie betreft, nog het volgende. Wanneer
de raad vanavond het gevraagde krediet verleent, zal
het raadsbesluit in ongeveer januari door gedeputeer
de staten worden goedgekeurd. Men zou dan vóór het
volgende seizoen de installatie kunnen aanleggen. Een
maand vertraging zou misschien mogelijk zijn,
maar
De heer DE WILDE: Dat laatste is nu juist het punt
272
waarom het mij gaat. Ik heb nl. geen uitstel voor on
bepaalde tijd gevraagd. Ik vroeg uitstel tot 7, 8 decem
ber. Dat is een uitstel van ongeveer anderhalve maand.
Wethouder PLOMP: Nogmaals: het afgelopen jaar
hebben wij hier meermalen zaken behandeld, die uit
de lucht kwamen vallen. Ook daarbij is niet gevraagd
of de zaken zo urgent waren dat ze reeds aan de orde
moesten worden gesteld. In dat systeem hebben wij
doorgewerkt. Zo is ook de onderhavige voorziening
aan de orde gesteld.
Het is in ieder geval van belang dat het besluit op een
zodanig moment wordt genomen, dat de beregenings-
installatie vóór het nieuwe seizoen gereed is.
De heer Van Logtenstein zij erop gewezen, dat bij de
discussie in de augustusvergadering de indruk werd
gewekt dat vooruit was gelopen op het verlenen van
het krediet. Het laatste is niet het geval geweest. Op
grond van die indruk werden in de augustusvergadering
conclusies getrokken. Achteraf is gebleken dat er niet
op het raadsbesluit was vooruitgelopen. En dan zijn
ook bedoelde conclusies minder juist.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Hartelijk
dank voor het feit dat de wethouder zo „uitvoerig"
op mijn vragen is ingegaan! Wij zullen maar denken:
na regen komt zonneschijn. Ik zal mijn vragen niet
opnieuw stellen. Ik begrijp dat hier geldt: wie zwijgt
stemt toe!
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben
blij dat blijkens de openhartige woorden van de wet
houder het college het probleem onderkent van het
dragen van twee petten. Op een ander moment zul
len wij daarover verder discussiëren.
Wat het voorstel zelf betreft: in augustus hebben wij
gevraagd: Ga eens praten met de vereniging en vertel
ons hoeveel van de jaarlijkse last van f. 6.080,-- door
de vereniging zal worden betaald en hoeveel ten laste
van de gemeente zal blijven. Het gehele raadsstuk
ademt evenwel het betoog, dat het een doorbreking
van het tot nu toe door de sportstichting gevoerde be
leid zou zijn als men de vereniging een deel van de
kosten in rekening brengt. Dit alles vormt echter een
ondersteuning van ons standpunt, dat men op dit
moment over de onderhavige kwestie geen besluit kan
nemen. Wanneer wethouder Plomp zegt dat men niet
vooruit kan lopen op de behandeling van het rapport
tarifering, terwijl het vragen van een bijdrage van de
verenigingen in de onderhavige investering alleen mo
gelijk is in het kader van de behandeling van het rap
port tarifering, dan is het toch logisch dat je eerst het
rapport tarifering bespreekt en pas daarna het onder
havige onderwerp aan de orde stelt. Daar is geen speld
tussen te krijgen.
Zou een en ander betekenen dat de besluitvorming
omtrent de thans aan de orde zijnde kwestie tot sint-
juttemis wordt uitgesteld, dan zou de heer Plomp ge
lijk hebben als hij bepleit nu een beslissing te nemen.
Een dergelijk uitstel heb ik echter niet gevraagd. Ik
heb slechts gevraagd om een uitstel tot de begrotings
behandeling. De heer Plomp heeft toegegeven dat een
maand uitstel geen probleem zou vormen. Welnu: wij
vragen niet meer.
Teneinde een uitspraak van de raad uit te lokken, dien
ik de volgende motie van orde in, die mede is onder
tekend door mevrouw Van Gelder-Cornelissen:
„De raad,
gelezen het voorstel agendapunt 16,