deling van de jaarlijkse last tussen de vereniging en de gemeente op basis van het rapport tarifering moet worden bepaald, zeg ik: Bespreek het rapport tarife ring; ga op basis van dat rapport - waarin een nieuwe beleidslijn wordt uitgestippeld - met de vereniging praten; kom dan met het voorstel bij de raad terug. Ik denk dat wij dan voldoende gegevens hebben om over het voorstel een beslissing te kunnen nemen. Resumerend: met onze motie bedoelen wij natuur lijk dat het voorstel door de raad wordt behandeld op een moment dat het rapport tarifering besproken is. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik vind het bijzonder vervelend, dat hier de indruk wordt ge wekt dat toegezegde besprekingen met de vereniging niet hebben plaats gevonden,. Er is uiteraard met de vereniging gepraat. Maar welk deel van de f. 6,000,- jaarlijkse lasten via een bijdrage van de vereniging te rug kan komen, is op dit moment niet in een bespre king met de club uit te maken. De heer VAN EE: Dat bestrijd ik. Wethouder PLOMP: Het laatste is momenteel niet uit te maken. In de deelnemersvergadering van de sport stichting wordt de vraag aan de orde gesteld, in welke verhouding de bijdrage van de sport dient te staan ten opzichte van de kosten van de gemeente. Je kunt na tuurlijk ook op dit moment wel een berekening ma ken, maat dan bestaat het gevaar dat een vereniging die de betrokken accommodatie niet heeft, gaat zeg gen: Wij hebben die voorziening nog niet en daarom gaan wij minder betalen, De discussie over minder of meer betalen moet er op dit moment niet zijn. De to tale discussie moet gevoerd worden in het kader van de rapporten tarifering en basisvoorzieningen. En daarom heeft het op dit moment geen zin met de be trokken vereniging te gaan spreken over de vraag: Wat krijgt de gemeente precies terug? Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! Als we alles ophangen aan het rapport tarifering, dreigen wij toch de verkeerde kant op te gaan Wij praten nu over een beregeningsinstal- latie. De banen in Soesterberg hebben een dergelijke installatie reeds. Nu wij eenheid in de tarieven willen brengen en gelijke kansen voor de diverse verenigin gen willen scheppen, moeten wij dan weer allerlei dif ferentiaties gaan aanbrengen? Dat lijkt mij erg moei lijk. Ik geloof dan ook niet dat wij de discussie over het onderhavige voorstel aan het tariferingsrapport moeten ophangen. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben na tuurlijk blij dat de heer De Wilde mee kan gaan met hetgeen ik naar voren heb gebracht. Het is echter niet mijn bedoeling geweest om de aanvaarding van het nu ter tafel liggende collegevoorstel te koppelen aan de goedkeuring van de inhoud van het rapport tari fering, Ik vind alleen dat de hele discussie van van avond overbodig geweest zou zijn als wij reeds duide lijkheid hadden gekregen met betrekking tot de vraag wat het rapport tarifering precies inhoudt ten aanzien van de consequenties van investeringen en nieuwe ac commodaties voor de diverse clubs. Ik blijf erbij dat het voor de gemeente - dus voor de gemeenschap - een koopje is als men voor f. 6.000,- per jaar het onderhoud van de onderhavige tennisba nen mogelijk kan maken Wat dat betreft, zeg ik: La ten wij nu besluiten om de onderhavige f. 32.000,- in de beregeningsinstallatie te investeren, met de zeker heid dat wanneer straks de kwestie van de tarifering aan de orde is, de besparingen heel duidelijk op tafel komen. Met de vraag of die besparingen ook daadwer kelijk op tafel zullen komen, heb ik geen enkel pro bleem. Daarbij blijft onverkort mijn kritiek op de wijze waar op onze wethouder dit aspect los heeft gezien van het onderhavige voorstel. Beide aspecten zijn niet los van elkaar te zien. De punten a, b en c in het voorstel moetje niet noemen, Daardoor lok je nl. de hele dis cussie uit. Wethouder PLOMP: Daar heb ik niets tegen. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Het is ge woon onzin om te stellen, dat het niet te berekenen valt welk deel van de jaarlijkse lasten van de investe ring toe te rekenen is aan de vereniging en welk deel ten laste van de gemeente blijft. Dan ben je gewoon incompetent; dan kun je niet een berekening maken. Een dergelijke berekening moet je kunnen maken. Wethouder PLOMP: Natuurlijk kan dat De heer VAN EE: Welnu: op basis van een eerlijke berekening kan men tot de vereniging zeggen: U kunt de betrokken voorziening krijgen, maar dat heeft een verzwaring van uw bijdrage tot gevolg. Dat is dan een randvoorwaarde Ik wil nu al weten of de vereni ging met die randvoorwaarde akkoord gaat. Wanneer de vereniging zegt: „Ja, als het ons geld gaat kosten, hoeft de voorziening voor ons niet", dan zitten wij hier onzin te praten! Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Er ont staan enorme misverstanden, doordat wij van een oude situatie willen overgaan naar een nieuwe situatie. In de oude situatie kwamen wij met voorstellen inzake de sport op het moment dat die klaar waren. Wij ko men nu in een situatie, dat er duidelijkheid gaat ko men met betrekking tot de sportvoorzieningen en de daarvoor in rekening te brengen tarieven. Die kwestie komt op 31 oktober aan de orde. Ik vind dat men na de behandeling van het onderhavige voorstel - dat reeds van augustus dateert - geen zaken meer aan de orde moet stellen, die betrekking hebben op de rap porten tarifering en basisvoorzieningen. Het onderha vige voorstel moet daar mijns inziens nog buiten val len, omdat het op de oude situatie betrekking heeft. Verder zij erop gewezen dat het in het verleden nooit gebruikelijk is geweest om bij het aanbrengen van een be paalde randvoorziening voor een club, de kosten daar van weer terug te vragen via een bijdrage van de club. Dat wdl het college ook nu niet doen. Wij hebben ech ter de verenigingen wel aangekondigd, dat voor een aantal clubs verhogingen op komst zijn In het rapport tarifering is nl. aangekondigd dat er uniforme tarieven zullen komen, Daarbij zullen echter voor bepaalde si tuaties aparte regelingen mogelijk zijn, Ik ben ervan overtuigd dat er via deze aparte regelingen bepaalde variaties kunnen ontstaan. Behalve de uniforme tarie ven dient men nl. de vrijheid te hebben om bepaalde neventarieven te hanteren met betrekking tot afwij kingen. De onderhavige kwestie moet mijns inziens daar nog buiten vallen, omdat ze nog valt onder de huidige situatie. Maar na deze kwestie dient niet meer op de oude wijze gewerkt te worden. De voorzitter geeft gelegenheid tot stemverklaring over de motie van orde van de heer De Wilde. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Uit het voorstel blijkt 275

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 338