audiovisuele middelen, de verspreiding van die midde
len en de opleiding van de mensen die met deze mid
delen moeten gaan werken. Je kunt nl. niet iedereen
zo maar „loslaten" op audiovisuele middelen. Be
doeld contact met de bibliotheek zal zeer spoedig
plaats vinden.
Ik kan mij voorstellen dat mevrouw Korthuis zegt:
Spreek eerst over alle kunstenaars; pas daarna kunt u,
indien u daaraan behoefte hebt, een uitsplitsing ma
ken en de B.K.R.-kunstenaars behandelen. Ik kan mij
daar helemaal in vinden. Ik neem aan dat ook het col
lege daarmede geen problemen heeft. Ik stel daarom
voor het laatste gedeelte van het betrokken hoofdstuk
naar voren te schuiven.
Niet juist is echter - hetgeen mevrouw Greefhorst
heeft gezegd - dat ik mij met sociale zaken bezighoud
door in deze nota over de B.K.R. te spreken. In de
nota kunst en kunstbeleid stelt de minister nl., dat de
B.K.R.-kunstenaars een plaats behoren te krijgen bin
nen het cultuurbeleid van de gemeenschap. Het col
lege voelt zich daar wel bij (dit niet alleen op grond
van sociale overwegingen). Wij hebben bij-voorbeeld
ingehaakt op het zeer briljante voorstel dat de heer
Blaauw tijdens de vorige begrotingsbehandeling deed.
Hij zei toen: De B.K.R.-kunstenaars leveren werken
in waar niemand expliciet naar vraagt; waarom pro
beert u die kunstenaars niet in te schakelen bij wijk-
verfraaiing, bij een stuk serviceverlening aan de be
volking? Dat is het uitgangspunt van hetgeen wij over
de B.K.R.-kunstenaars naar voren hebben gebracht.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Op dat
punt had ik er ook geen moeite mee, hoor!
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: In verband met de aangegeven mogelijkheid
van filmvoorstellingen in De Borg heeft mevrouw
Van Gelder geduid op problemen die Artishock heeft
ondervonden bij het organiseren van filmvoorstellin
gen. Ik heb begrepen dat de problemen voortvloeiden
uit het feit dat Artishock voor de films niet mocht
adverteren, omdat anders de normale bioscoopex
ploitanten concurrentie zou worden aangedaan. Mij
is gebleken dat het probleem is opgelost als je van een
filmclub een filmliga maakt. Zo werkt in Amsterdam
binnen het Stedelijk Museum een filmliga, die wel mag
adverteren. De gedachte van het geven van filmvoor
stellingen in De Borg is overigens gekomen yanuit de
bevolking bij de realisering van het wijkdienstencen
trum.
Mevrouw Greefhorst heeft in hoofdstuk VII de open
school gemist. Dat komt waarschijnlijk doordat zij
toch te pessimistisch was. Mijn collega van onderwijs
is nl. hard aan het werk, teneinde de raad rond de
jaarwisseling een onderwijsnota aan te bieden. En
daarin vindt men de open school weer terug.
Erkend moet worden dat het vormings- en ontwikke
lingswerk voor volwassenen in onze gemeente nog
niet zo sterk is uitgewerkt. Een mens kan in een ge
meente met 40.000 inwoners nu eenmaal niet alles
tegelijk tot stand brengen. Wij hebben nog geen edu
catief plan. Binnen het welzijnsoverleg is echter een
werkgroep gevormd voor vormings- en ontwikkelings
werk. Ik neem aan dat de daarin zitting hebbende
werkers en instellingen voldoende kunnen inspelen
op de uitgangspunten van de rijksbijdrageregeling, ten
einde op die wijze met voorstellen en ideeën te ko
men. Het college meent evenwel dat wij in de tussen
tijd niet helemaal niets kunnen doen. Vandaar dat wij
vonden dat de Volksuniversiteit wel enige stimulans
mocht hebben. Ik ben echter wel wat benauwd om
nu te besluiten tot uitbreiding van het pakket van de
Volksuniversiteit, op welke manier dan ook. Dat
heeft ook betrekking op de financiële aspecten,
waarover de heer Menne het had. Wij zien aankomen
dat wij voor de begroting 1979, binnen de welzijns-
paragraaf, een extra uitkering voor de algemene dienst
zullen krijgen van bijna f. 1 miljoen. Nogmaals: men
kan niet alles tegelijk. Wij voeren momenteel overleg
inzake een D.G.D. De financiële consequenties daar
van worden op dit moment geschat op zes ton per
jaar.
De VOORZITTER: Ja, maar niet voor ons, hoor.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Voor ons gedeeltelijk.
De VOORZITTER: Daar praten wij later nog wel
over.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Wij gaan praten over de exploitatie van het
wijkdienstencentrum. Ik vind dat men dan op een
gegeven moment even een pas op de plaats moet ma
ken, teneinde de gevolgen van een en ander te over
zien, voordat men in de welzijnssector iets nieuws
ter hand gaat nemen. Ik zou de raad dan ook echt
willen adviseren om eerst eens te bekijken wat de
consequenties van een en ander zijn om dan te be
zien welke ruimte men in een volgende begroting
kan vinden. Met een volgende begroting bedoel ik
dan die voor het jaar 1979.
Het Kontakt der Kontinenten is inderdaad niet in de
ze subsidienota opgenomen. Dit om zeer praktische
redenen. Het Kontakt der Kontinenten wordt op dit
moment nl. gesubsidieerd door het ministerie van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Dat was
niet mijn vraag. Het Kontakt der Kontinenten heeft
aangeboden om te participeren in het opstellen van
een educatief netwerk. Mijn vraag is waarom het niet
in het betrokken overleg is opgenomen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Het is daarin wél opgenomen. Het zit nl. in
het welzijnsoverleg.
Wij hebben het Kontakt der Kontinenten voorlopig
echter buiten de nota gehouden, omdat het een lan
delijk vormingscentrum is.
Gevraagd is om een instrumentensubsidie voor de
harmonie- en fanfare-orkesten. Deze vraag is gekop
peld aan de in de verordening opgenomen niveausub
sidie. Wij zijn tot onze verordening gekomen door de
nota's van verschillende gemeenten in den lande en
de adviezen van de overkoepelende organisaties naast
elkaar te leggen. Daarbij blijkt dat in den lande ni
veausubsidies een heel normale zaak zijn. Zoals be
kend zijn onze harmonie- en fanfare-orkesten tuk op
het bijwonen van concoursen. Wanneer men zich dan
realiseert dat de niveausubsidie maximaal f. 300,- per
jaar per vereniging kan bedragen, wanneer de betrok
ken vereniging in een hogere afdeling komt, dan ge
loof ik niet dat deze subsidie een verschrikkelijk groot
probleem behoeft te vormen.
Wij zijn voorlopig niet voor een instrumentensubsidie.
Die bergt nl. een stuk onrechtvaardigheid in zich.
Wanneer je muziekgezelschappen een instrumentensub
sidie geeft, waarom zou je dan toneelgezelschappen
geen rekwisieten- of costuumsubsidie geven?