senteerd als facetmodel verkeer van een ontwikke lingsplan. Wij vonden toen reeds de materie zo belang rijk, dat wij instemden met het verzoek om nog geen definitieve consequenties te willen verbinden aan dit raadsbesluit en eerst het bouwen van de maquette af te wachten, in de hoop dat het op schaal zichtbaar maken van het plangebied nieuwe facetten zou kun nen toevoegen aan de argumentatie die tot de gemaak te keuze geleid had. Belangrijk was toen en is nog steeds, dat een keuze van de raad inzake een onderwerp van een dergelijke importantie door de unanimiteit van de raad gedragen kan worden, en dat rechtvaardigt ook het uitstel. Nu, anderhalfjaar later en een ontwikkelingsplan la ter, wordt ons de vraag gesteld of de eerder gemaakte keuze door niet eerder waargenomen argumenten en inzichten gewijzigd dient te worden. Er is veel ge beurd in die tijd. Ons planologisch beleid is voortdu rend onderwerp van discussie geweest in de commis sies, in de raad, in de inspraakgroepen en met de in- spraakgroepen. Een discussie die vaak heftig en emo tioneel werd gevoerd en die eigenlijk steeds kon wor den teruggebracht op één aspect van het planologisch beleid in de gemeente: de toekomst van de Eng. Een discussie die jaren geleden door de V.V.D. op eenzelfde heftige en emotionele wijze werd aange zwengeld, toen het planologisch beleid een essentiële aantasting van dit natuurgebied inhield met het voor nemen de verkeersproblematiek op te lossen door de aanleg van een weg over de Eng. Ook toen leek dit voor de meerderheid van de raad de beste keuze uit een aantal alternatieven, waarbij zuiver verkeerstech nische en stedebouwkundige overwegingen hebben kunnen prevaleren over argumenten van milieutechni sche en natuurhistorische aard. De toen zittende V.V.D.-fractie heeft de publieke opinie gemobiliseerd, ze heeft actie gevoerd en gewezen op het unieke ka rakter van het nog resterende deel van de Eng. Het toen door ons gepresenteerde alternatief, de weg van Van Ee, is vanavond onderwerp van discussie en kunt u in ons verkiezingsprogramma van 1974 terugvinden. Wij hebben in de achter ons liggende jaren steeds be ter geleerd te beseffen, dat de mate van aantasting van de natuur en het ingrijpen in labiele, gemakkelijk te verstoren ecologische evenwichten een grote we gingsfactor dienen te zijn bij iedere beleidskeuze. Zo ook in dit geval. Onze fractie heeft tot het laatste moment ervaren, hoe moeilijk een dergelijke afweging van belangen is en ook binnen de fractie werd de discussie heftig en emotioneel gevoerd. Het standpunt dat ik vanavond naar voren breng, is een bezonken mening, die door de gehele fractie onderschreven wordt. Wat staat ons met de onderhavige weg voor ogen Primair: het beperken van overlast aan stank, lawaai, onveiligheid en de fysieke sensatie van verkeer voor bewoners van woonwijken. Bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer persen zich door woonstraten en buurtstraten naar de in- en uitvalswegen. De capaci teit van dit wegennet is niet berekend op het aanbod. Gescheiden routes voor fietsers en automobilisten ontbreken. Voetgangers voelen zich bedreigd. Het ge brek aan mogelijkheden om een vlotte verkeersafwik keling mogelijk te maken wekt irritatie en beïnvloedt het gedrag van de deelnemers aan het verkeer op on gunstige wijze. Dit komt doordat wij niet in staat zijn geweest om zorg te dragen voor de aanleg van een ontsluitend wegennet, alvorens nieuwe wijken te bouwen én doordat Soest door een spoorlijn wordt doorsneden die op te weinig plaatsen door intensief verkeer kan worden gekruist. De bevolkingsconcentra ties in het Soesterveen, Klaarwater, Overhees I en straks II, III, IV, kunnen vanuit Soest-Zuid, Amers foort en Soesterberg alleen maar worden bereikt via wegen die reeds bestonden voordat die wijken ge bouwd werden. Hetzelfde geldt voor de weg terug. Het zijn vooral de bewoners van de Ossendamweg- Vondellaan-Nieuweweg, die dagelijks de gevolgen van de bestaande wegenstructuur ervaren. Verdere, nood zakelijke uitbreiding van de stedelijke bebouwing van Soest zal vooralsnog in Overhees gerealiseerd moeten worden en zal bij een ongewijzigde wegenstructuur de overlast ondraaglijk maken. Reken daarbij dan de toename van het aantal verkeersvoertuigen. Ondanks de sombere economische vooruitzichten, vertonen de verkoopcijfers van nieuwe automobielen verrassend hoge pieken. Verzadiging van die markt heeft nog lang niet plaats gevonden. Er zijn in Soest nog genoeg ge zinnen zonder eerste of tweede auto en juist in Soest, met zijn forensenbevolking met een gemiddeld inko men dat hoger ligt dan het landelijke, gemiddelde in komen, zal de verzadiging van deze markt relatief sneller en completer plaatsvinden. De verkeersdruk zal dus toenemen, ook vanuit Over hees naar het noorden en naar ons enige - althans voorlopig enige - winkelcentrum aan de Van Weede- straat. Wij willen met deze Centrumweg nog iets bereiken. En dan moet ik de relatie leggen met een nieuw te bouwen winkelcentrum, hoe de hoge heren van de P.P.C. ook mogen beslissen. Wil het bestaande cen trum aan de Van Weedestraat kans krijgen om zich te ontplooien tot een aantrekkelijk centrum, dan dient de doorgang voor het verkeer langs de Van Weedestraat belemmerd te worden. Voorwaarde is dat het verkeer een aantrekkelijk alternatief geboden wordt. Wij ho pen en verwachten dat - in ieder geval voor het door gaande verkeer - de Centrumweg dit alternatief wordt. Ik wil hier toch nog even stilstaan bij de alternatieve oplossingen, die in de facetmodellen verkeer van de raamstructuur de revue gepasseerd zijn: de weg om de noord, de weg om de zuid en de Centrumweg. De weg om de zuid stuit op maatschappelijke belan gen, tast het woonmilieu van de wijk Soest-Zuid aan en schaadt het landschap van het overgangsge bied tussen de Korte Duinen en de Eemvallei. Reden waarom verder daarop niet werd ingegaan. De weg om de noord conflictueert met agrarische be langen en lost in feite het probleem voor de bevolking ten zuidwesten van de Eng niet op. Rest de Centrumweg. Iedereen in deze raad is het erover eens, dat de ver lenging van de Koningsweg, langs een Centrumtracé, onder de spoordijk en de Kerkstraat door, achter de Van Lenneplaan langs en aansluitend op de Birk- straat, de beste oplossing is. Verschil van mening ontstaat pas over het stuk Centrumweg, dat gelegen is tussen de Nieuweweg en de ongeliikvloerse krui sing met de spoorlijn: het tracé A of het tracé B. Dit meningsverschil spruit voort uit een andersluidende waardetoekenning aan verschillende argumenten pro en contra. Met name de mate van aantasting van het landschap van de zuidhelling van de Eng wordt ver schillend ervaren en gewogen. 294

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 357