worden gemaakt van deze verbinding gebruik te ma ken. Misschien zal het wel een drukke verbinding worden tussen het nieuwe winkelcentrum en het win kelcentrum Soesterbergsestraat, maar dat zal slechts een aangename drukte zijn. Dat is nl. een drukte van voetgangers en fietsers die zich van het ene centrum naar het andere begeven. De VOORZITTER deelt mede dat inmiddels een mo tie van de heer De Wilde is ingekomen. Deze motie, die mede is ondertekend door mevrouw Van Gelder- Cornelissen en de heren Goote en Van den Brakel, luidt als volgt: „De raad van de gemeente Soest, gelezen het voorstel tot het definitief vaststellen van het tracé van het gedeelte van de Centrumweg tussen Nieuweweg en Kerkstraat, overwegende, dat bij de oplossing van de verkeers- vraagstukken in onze gemeente een evenwicht moet worden nagestreefd tussen het belang van een vlotte verkeersafwikkeling enerzijds én dat van het sparen van de woonwijken en het landschapsschoon ander zijds, daarbij tevens in aanmerking nemend, dat de breedte van de aan te leggen weg en de grootte van de te ma ken kunstwerken moeten passen in de schaal van de ze gemeente, de vrees uitsprekend, dat van een Centrumweg, be staande uit twee rijbanen met in totaal vier rijstro ken, een te grote scheidende werking uitgaat voor de aan weerszijden van die (Konings-)weg gelegen woon wijken, spreekt uit, dat zowel bij de te maken weg als bij de te bouwen kunstwerken wordt uitgegaan, voor nu én in de toekomst, van één rijbaan met twee rijstroken". De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik geloof niet dat de heer De Wilde cynische bedoelingen kan afleiden uit de slotzin van mijn in eerste instantie ge houden betoog: „Wij wensen toekomstige besturen veel sterkte toe bij de uitvoering van het door ons ge- initieerde beleid." Deze zin vormt een indicatie van de wijze waarop wij het onderhavige vraagstuk in de fractie hebben besproken Daarbij zijn wij ervan uit gegaan dat het nu uit te stippelen beleid consequen ties heeft voor de toekomst, ook planologische con sequenties met betrekking tot de Birkstraat. Ik heb ook aangegeven dat juist deze consequenties de dis cussie in onze fractie moeilijk en erg ingewikkeld hebben gemaakt. Men zal nl. niet kunnen volstaan met een aansluiting van een tweebaansweg (met vier rijstroken) op een te smalle eenbaansweg (met twee rijstroken). De consequentie van het eerste is gewoon dat je voor het tweede een oplossing dient te vinden. De voorzitter heeft terzake een aantal suggesties ge daan. Wij zullen moeten afwachten hoe een en ander zich in de toekomst zal voltrekken. Met bedoelde zin heb ik alleen tot uitdrukking willen brengen, dat het beleid dat wij nu initiëren, consequenties heeft voor de toekomst - consequenties waar toekomstige raden niet overheen kunnen stappen. De heer De Wilde heeft langdurig gesproken over de problemen die moeten worden opgelost voor de be woners van Ossendamweg-Vondellaan. Ik heb daar helemaal niet over gesproken. Die kwestie is voor mij op dit moment nl. niet relevant. Op dit moment gaat het om de keuze tussen tracé A en tracé B. En zowel bij tracé A als bij tracé B is er een oplossing voor de bewoners van Ossendamweg-Vondellaan. Ik heb ook gezegd dat de raad in overgrote meerder heid in het verleden geen problemen had met de Cat- trumweg als zodanig. Het enige probleem vormde het gedeelte tussen Nieuweweg en spoorlijn. Daarbij gaat het om de vraag: Moet daarvoor de door de P. v.d. A. voorgestane slinger dan wel een rechttoe- rechtaan-tracé worden gekozen? Wij hebben zeer uit gebreid en langdurig stilgestaan bij alle problemen die zich hierbij voordoen. Men kan ons dan ook niet verwijten dat wij slechts het belang van de verkeers deelnemers op het oog hebben gehad. Wij leggen een weg aan voor de deelnemers aan het verkeer, maar bij de keuze van het tracé hebben wij heel duidelijk de schade betrokken die door beide tracé's aan het landschap wordt aangebracht. Na afweging van de verschillende belangen zijn wij tot de conclusie ge komen dat aan tracé A de voorkeur moet worden gegeven. Dit omdat daarbij de aantasting van de na tuur niet zo ernstig is, dat daarom de voorkeur moet worden gegeven aan tracé B, waarbij de aantasting minder ernstig zou zijn (ik zie overigens niet hoe dat te kwantificeren of te kwalificeren is), maar waarbij je een weg zou creëren die verkeerstechnisch niet acceptabel is en die de isolatie van de mensen van het woonwijkje bij de Kolonieweg compleet zou maken. Natuurlijk is er altijd wel een technische op lossing denkbaar om die isolatie weer op te heffen. Daarbij gaat het echter weer om verkeerstechnische oplossingen, die bezwaren opleveren. De mensen langs de Kolonieweg en de kinderen in het internaat zijn georiënteerd op het maatschappelijk gebeuren in Soest-Zuid. Door daar in eerste instantie een een baansweg en later misschien een tweebaansweg aan te leggen, dwingt men deze mensen zich ergens anders op te oriënteren. Zeker voor bedoelde kinderen zou dat een groot bezwaar vormen. Daarentegen bete kent tracé A - zoals ik in eerste instantie heb probe ren aan te tonen - dat de oriëntatie van de betrokken bewoners op Soest-Zuid compleet kan worden ge maakt, omdat bij realisering van tracé A verder auto verkeer over de Eng gewoon onmogelijk wordt ge maakt. De heer De Wilde heeft opgemerkt dat de schaal van de weg te groot voor Soest zou zijn. Wij zijn bang dat Soest inderdaad om deze grote schaal gaat vragen. Wanneer wij volgebouwd hebben hetgeen volgens de raamstructuur volgebouwd mag worden, zal Soest (exclusief Soesterberg) 40.000 inwoners tellen. Ze ker het nieuw gebouwde gedeelte zal dan een stede lijk karakter dragen. Gelukkig leeft men in Soest in de omstandigheid, dat het voor iedereen mogelijk is om te voet, fietsend of met „die vervloekte auto" zeer snel in de natuur te komen, waar men wél kan wandelen. Bovendien verkeren wij in de unieke si tuatie, dat wij midden in het verstedelijkte dorp een nog steeds vrij groot gedeelte behouden dat voorlo pig een agrarische bestemming krijgt, maar dat in ieder geval een wandelgebied is en een stuk open heid geeft. De handhaving van dat gebied vinden wij dan ook erg belangrijk. Wij menen dat aantasting van het stukje van de zuidelijke Eng door tracé A niet zo groot is, dat daardoor het groene centrum van Soest aan waarde inboet. De heer Visser heeft mij verweten dat ik niet ben teruggekomen op de eerder door mij gemaakte op merking, dat het verkeer op de Centrumweg niet vanaf de Molenweg duidelijk zichtbaar mag zijn. Daarop behoefde ik niet terug te komen. Dat verkeer 305

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 368