dig was, omdat de commissarissen van de woningbouw vereniging er geen goedkeuring aan hadden verleend. Daar ligt het strijdpunt. Een groot aantal bewoners wensen nl. de huizen wél te kopen, terwijl St. Joseph dat niet meer wil. De heer VAN POPPELEN: Ik wijs erop dat nog niet is ingegaan op enkele punten die bij de algemene beschou wingen naar voren zijn gebracht. Kan dit nog gebeuren of moeten wij die nu alsnog noemen? De VOORZITTER: Neen, dat hoeft niet. Het college behoort daarop nu ook in te gaan. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het gaat om de opmerking van de heer Van Poppelen over het omvormen van bestaande meergezinswoningen in wo ningen voor alleenstaanden en tweepersoonshuishou dens. Het is goed dat hij mij daaraan nu herinnert, want ik was het al vergeten, Er bestaat een stuurgroep alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens en binnen deze stuurgroep is dit punt al aan de orde geweest. Ongeveer twee maanden geleden is een voorlopig ad vies van de dienst gemeentewerken gekomen met be trekking tot deze verbouwingen van bestaande meer gezinswoningen en daaruit is gebleken dat dit toch wel problemen kan geven. Ik ben er nog niet aan toe geko men om dit verder te bekijken en er nog eens over te spreken met de betrokken dienst. De problemen hier bij liggen vooral met betrekking tot de zogenaamde „natte partijen" binnen de bestaande woningen en formeel zou deze omvorming dan alleen mogelijk zijn bij de zogenaamde beneden-etagewoningen, de wonin gen dus die op de onderbouw staan. Bij de hoger gele gen woningen zou het moeilijker, zo niet onmogelijk worden, aldus dit advies van gemeentewerken. Ik wil hierover echter nog nader spreken met deze dienst en in de stuurgroep is dit punt dus al in beschouwing ge nomen. De heer VAN POPPELEN: Voorts is nog een opmer king onbeantwoord gebleven over de isolatie van het gemeentelijk woningbezit. Wethouder EBBERS: Die vraag zal ik graag beant woorden bij de behandeling van het gasbedrijf. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij met de beantwoording door het college inzake het verlenen van medewerking aan het verkrijgen van een nieuwe huisvesting voor de S.S.W, Ik begrijp dat het op korte termijn bijzonder moeilijk is. Wat de begroting groot onderhoud voor 1977 betreft, merk ik op dat ik indertijd heb meegewerkt aan het besluit om steeds de offertes terug te laten komen in de commissie. Hiervan ben ik mij zeer duidelijk be wust. Thans echter is mijns inziens een correcte be groting ingediend en de in 1977 gevolgde werkwijze was statutair niet helemaal juist. Voor 1978 dienen wij dus weer de normale werkwijze te volgen. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit ter! Ik ben zelf ook betrokken bij het verkrijgen van nieuwe huisvesting voor de S.S.W., omdat een com missie is gevormd die de mogelijkheden op dit punt onderzoekt, een commissie waarin ik ook zitting heb. De woningbouwvereniging St. Joseph heeft de huur van het huidige pand opgezegd, dus de S.S.W. moet andere huisvesting krijgen. Nu is de commissie zo brutaal geweest - althans volgens het bestuur - om een advertentie te plaatsen. Wat hadden wij echter an ders moeten doen? Als men ruimte nodig heeft wordt die niet van alle kanten aangedragen. Wij hebben ech ter toch voor dat plaatsen van die advertentie een standje gekregen van het bestuur en hieruit blijkt maar weer, dat de problemen steeds op het bestuurlij ke niveau blijven liggen. Daarnaast is uren gesproken over mogelijke fusies, ter wijl ik nu weer een bericht in de krant lees dat de waarnemend voorzitter heeft gesteld dat daarover nog helemaal geen zekerheid bestaat. Waar zijn wij toch mee bezig op dit vlak? Er worden vele uren aan besteed en er komt maar niets van de grond op bestuurlijk ni veau. Wat moet et nu nog gebeuren om deze mensen zo ver te brengen dat ze naast praten ook nog eens be slissingen nemen? Dat is dan ons woningbedrijf! De heer DE WILDE: Ik hoop toch dat de raadsleden die ons vertegenwoordigen in de S.S.W., op dit moment enige terughoudendheid willen betrachten op dit punt, nu mevrouw Korthuis en ik bezig zijn, namens de raad juist de structurele problemen te bezien Ik hoop dat er binnenkort eens een gesprek kan plaatsvinden tus sen de raadsleden en mevrouw Korthuis en mij. Het lijkt mij verstandiger dat wij hierover nu verder niet meer spreken. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben tevreden met de beantwoording door wethouder Ebbers, maar wil nog wel even ingaan op de kwestie van de Molenstraat Kennelijk heeft de gemeente dui delijk bemoeienis met hetgeen met deze woningen in de toekomst gaat gebeuren Kan daarvoor een termijn worden genoemd Ik ben door de bewoners benaderd, waarbij ook over de bewijzen van onvermogen is ge sproken, maar een aantal heeft nu al rekeningen van f. L000,- gekregen Ik vind dat toch wel verschrikke lijk; daar moet nodig eens een einde aan komen. De VOORZITTER: Ik ben het roerend met u eens, mijnheer Van Poppelen. Ik weet waarop u nu doelt, hoewel het niet juist zou zijn om deze zaak hier in het openbaar volledig uit de doeken te doen. Mede met het oog hierop hebben wij de betrokken advocaat ver zocht om mede te delen wanneer met het proces zal worden begonnen en het antwoord zal aanstaande dinsdag in het college worden besproken, waarna wij een bepaald standpunt zullen innemen. Ik heb het ge voel dat wij toch binnen afzienbare tijd zullen moeten proberen te zamen met andere instanties een stuk ver antwoordelijkheid ten aanzien van de algemene huis vesting op ons te nemen. Dit hebben wij overigens al eens geprobeerd door ons aanbod om een arbitrage commissie in te stellen, maai dat hebben een aantal bewoners of alle bewoners niet gewild. Ja, toen was de gemeente weer enige tijd uitgepraat, maar het heeft nu alweer acht maanden geduurd en wij zullen ons aanstaande dinsdag hierover in het college nader bera den. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De heer Van Aalst is nog eens teruggekomen op de begro ting groot onderhoud, waarover wij het nu wel met el kaar eens zijn. Overigens merk ik nog op dat, als men groot onderhoud wil uitvoeren, daarover toch nog een voorstel aan de raad moet worden gedaan, nl. wat be treft het krediet dat nodig is. De zaken komen dus toch nog in de raad aan de orde, maar dat behoeft niet tot de werkwijze te leiden die in 1977 is gevolgd. Wat de S.S.W. betreft wens ik de twee raadsleden die zitting hebben in de werkgroep die de structurele pro blemen nader in ogenschouw neemt, veel wijsheid en sterkte toe, Wel zal ik graag zien dat, als er een be spreking wordt gehouden tussen mevrouw Korthuis, ae heer De Wilde en de andere drie raadsleden die de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 414