te doen aan de landelijke beleidslijn, dan zullen wij de
eersten zijn om met een voorstel bij de raad te komen.
Mevrouw Greefhorst heeft nogmaals aangedrongen op
meer contact met vrijwilligers. De door haar genoemde
pastor kan ik mij zeer goed voor de geest halen. Wan
neer contact noodzakelijk was, is dat contact ook steeds
mogelijk geweest, maar ik zal de desbetreffende pastor
nog eens bellen om te vragen of hij behoefte heeft aan
een gesprek.
De heer Visser is nog eens teruggekomen op de doel
stellingen van de stichting huisvesting buitenlandse
werknemers. Wij zullen dat graag in het overleg mee
nemen.
Het college is het eens met de fracties van Progressief
Soest en het C.D.A. dat wij de motie van de heer Vis
ser niet zouden moeten wijzigen. Het probleem is toch
al ingewikkeld genoeg en er moet nu eerst maar eens
klaarheid komen in de vergadering van beide commis
sies, ook op het punt van het prevaleren - zoals de
heer Lange dat zo fijntjes heeft gezegd - van de aspec
ten van ruimtelijke ordening boven de aspecten van
maatschappelijk werk. Die laatste aspecten spelen
toch ook wel een bijzonder grote rol, zoals ik uit
eigen ervaring weet.
Overigens is het niet juist dat ik zou vasthouden aan
een bepaalde plaats, zoals de heer Van Poppelen heeft
gezegd. Elke plek die aan de eisen van de wet voldoet,
is het college lief, als er nu maar een plek komt. De
bewuste plek kwam voort uit een unaniem advies van
de commissie maatschappelijk werk en omdat het
college meent dat de commissie op grond van serieuze
overwegingen met dit advies is gekomen, heeft het
college dit standpunt overgenomen.
De heer VAN POPPELEN: Maar naderhand zijn nog
verschillende afwegingen gekomen.
De heer LANGE: Dat zijn planologische afwegingen
geweest.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Daar zit ik hier niet voor.
De VOORZITTER: Inderdaad, want daarop komen
wij nog terug bij de behandeling van hoofdstuk II.
De heer OLDENBOOM: De wethouder dient natuur
lijk het integrale collegebeleid te verdedigen!
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Maar op dit ogenblik hebben wij het over de
maatschappelijke kant van deze materie. Een ander
lid van het college zal de ruimtelijke ordeningsproble-
matiek voor haar rekening nemen, ook al gaat het
hier om een collegiaal besluit.
De heer Van Poppelen heeft nog gesproken over de
woonwagenbewoners die naar Soest zouden willen
komen. Daar zitten ook nog wel de nodige problemen
aan vast. Het is nl. best mogelijk dat een aantal men
sen die wel naar Soest willen komen, helemaal niet in
aanmerking komen voor Soest. Het zijn er nu al trou
wens veel meer dan 25 die wel naar Soest willen, ter
wijl bovendien met het oog op de maatschappelijke
problemen die zich op het kamp van Amersfoort
voordoen
De heer VAN POPPELEN: Dat veronderstelt u.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Nu, ik zit namens het gemeentebestuur in het
dagelijks bestuur van
De heer VAN POPPELEN: Neen, ik bedoelde die
méér dan 25 mensen die naar Soest zouden willen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Het gaat nu inderdaad om veel méér dan 25
woonwagens waarvan de bewoners wel naar Soest
zouden willen. Bovendien, ook als het om precies 25
woonwagens zou gaan, zouden de maatschappelijke
problemen wel eens zodanig kunnen zijn dat die 25
eenheden niet door de aanvragers zouden moeten wor
den bemand. Ik hoop dat ik dit niet verder behoef uit
te leggen. De problemen in het Amersfoortse kamp
zijn zo complex dat het niet mogelijk is om zo maar
allerlei families door elkaar te „husselen".
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzitter!
Ik wil nog een enkele kanttekening maken bij post
09.0016 (blz. 163), overigens niet over de post zelf,
want bijvoorbeeld het subsidie in het exploitatietekort
van de warme-maaltijdenvoorziening voor bejaarden is
zeer goed besteed geld, waarbij het om zo'n 1.000
warme maaltijden per maand gaat.
In het algemeen gesproken loopt het zogenaamde open
bejaardenwerk goed, mede dankzij de inzet van vele
vrijwilligers en goed samenspel van beroeps- en vrijwil
lige kracht die niet eikaars concurrenten zijn. Dat
laatste is wel eens gedacht, maar het is beslist niet het
geval; zij vullen elkaar juist zeer goed aan.
Het bejaardenwerk kan mijns inziens niet functione
ren zonder vrijwilligerswerk dat plotseling eerherstel
heeft gekregen, als het maar niets kost, naar ik heb
begrepen. Het grootste deel van vrijwilligeisverk kost
ook niets, alleen maar een beetje tijd, aandacht en
medemenselijkheid.
Wij moeten de bejaarde zo lang mogelijk in eigen om
geving laten, zo wordt de laatste tijd gezegd. Dat is
natuurlijk wel mogelijk, maar er zullen dan toch maat
regelen voor moeten worden getroffen, bijvoorbeeld
zeer snelle hulp bij ziekte zonder dat ziekenhuisopna
me noodzakelijk is, bij thuiskomst uit het ziekenhuis,
enz. De hulpcentrales Soest en Soesterberg doen goed
werk op dit punt.
Wanneer er nood is zouden er alarmsystemen moeten
zijn. Die worden uitgedacht en geprobeerd, maar ook
weer naar de prullemand verwezen. Tot nu toe is het
alleen de bejaardenwacht, de persoonlijke aandacht
van de vrijwilliger, die het snel signaleren van de nood
zaak tot professionele hulpverlening tot stand kan
brengen.
Dit is één kant van de zaak van het ouder worden. De
andere kant is dat het bewust uitschakelen van de
oudere mens en het als groep betuttelen van degenen
die het criterium „leeftijd" opgeplakt krijgen, moet
worden verminderd. Dat gebeurt ook wel. Demissio
nair staatssecretaris Meijer heeft alle ministers ver
zocht bepalingen in te trekken waarin staat dat 65-
plussers niet voor benoeming en herbenoeming in on
bezoldigde functies in aanmerking komen. Een zo
danige bepaling is een paar jaar geleden uit de statuten
van de bibliotheek verdwenen. Mocht zo'n bepaling
nog ergens binnen onze invloedssfeer voorkomen,
dan verzoek ik het college dit discriminerende artikel
op te ruimen.
Bij het bejaardenwerk komt vanzelfsprekend ook ver
voer onder de aandacht. Ik zou heel gemakkelijk iets
heel lelijks over het openbaar vervoer kunnen zeggen,
maar dat zou kunnen werken als anti-reclame. Ieder
een weet dat het de overheid handenvol geld kost en
onbetaalbaar zou zijn als het frequent zou rijden en
gratis zou zijn voor de gebruikers. Misschien zouden