De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik spreek in de eerste plaats mijn voldoening uit over de opmer king van het college in de nota van aanbieding, dat het de onderwijsnota ziet als een goede basis voor de be sluitvorming van het gemeentebestuur Ik ben blij dat dit inzicht is gerijpt. Ik herinner eraan dat in voorgaan de jaren met name door onze fractie bij het college er op is aangedrongen met een onderwijsnota te komen en dathierop in het verleden steeds nogal terughoudend is gereageerd. Maar kennelijk komt het college nu toch met zo'n nota, Over de inhoud van de onderwijsnota verkeren wij evenwel nog voor een belangrijk deel in het duister. Ook het antwoord op vraag 1.50 - wij zijn het daarin eens met mevrouw Greefhorst - geeft daarin geen dui delijkheid. Door mij is bij het afdelingsonderzoek de vraag gesteld wat voor soort nota wij eigenlijk verwach ten kunnen, een nota waarin de terugblik overheerst - een evaluerende nota dus - of een beleidsnota waarin het beleid voor de toekomst wordt uitgestippeld. Ken nelijk is die vraag niet zo goed begrepen, want het college spreekt over een evoluerende nota. Hoewel het gaat om twee woorden die nogal op elkaar lijken, hebben ze toch een verschillende betekenis. Kan het college hierop nog nader ingaan? Onzes inziens zou het accent moeten liggen op het te voeren beleid. Het college kondigt aan dat deze onderwijsnota begin 1978 zal verschijnen. Het belangrijkste deel van de vierjaarstermijn ligt dan achter ons. Komt deze nota dan niet erg als de bekende mosterd na de maaltijd? Een terugblik bij deze beschouwingen is wel op zijn plaats. Verleden jaar zijn bij de begrotingsbehande ling vragen gesteld over de schoolbioloog en de arti kel 61-commissie voor het openbaar onderwijs. Door het college is toen toegezegd dat deze punten onder zocht zouden worden en dat is ook gebeurd. Wel zit ons de tijdsduur voordat tot besluitvorming over een en ander kan worden gekomen, nogal dwars. Nu weet ik wel dat de vele betrokkenen bij deze zaken ruim schoots de gelegenheid moeten krijgen om hun me ning te kunnen vormen en te geven, maar wij kunnen ons toch niet aan de indruk onttrekken dat een en an der sneller moet kunnen verlopen en dat sneller tot besluitvorming moet kunnen worden gekomen. Ik dring dan ook op spoed aan en wil het college concreet vragen wanneer het denkt met voorstellen te kunnen komen. Wij hebben met belangstelling gelezen dat met de ge meente Baarn overleg wordt gepleegd over de tot standkoming van een filiaal van de Amersfoortse dag school voor volwassenen. Is het inmiddels al zeker dat met ingang van het schooljaar 1978/1979 met lessen kan worden begonnen? Wat het verdere vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen betreft, zal er geen verschil van mening bestaan over het feit dat dit een randgebied is tussen onderwijs en cultuur. Wij hebben dan ook kennis ge nomen van hetgeen hierover in de cultuurnota is ge zegd. De vraag doet zich wel voor hoe bij een dergelijk randgebied de zaak tussen twee sectoren wordt geco - ordineerd. Wij hebben in de aanbiedingsbrief gelezen dat het col lege, uiteraard in overleg met de hoofden van openba re scholen, ertoe poogt te komen, naast het normale budget een bediag uit te trekken voor onderwijsver nieuwing. Wij zijn daar sterk voor. Onderwijsver nieuwing is echter een breed begrip en de vraag rijst dan ook wat hier allemaal onder verstaan moet worden. Kan de wethouder nog eens aangeven voor welke zaken dit speciale potje is bedoeld en welke criteria daarbij worden gehanteerd? Als het te ver voert om hierop nu in te gaan, kan discussie hierover in de onderwijscommis sie zeker op zijn plaats zijn. Wat het antwoord betreft op vraag 1.60, zien wij het toegezegde onderzoek graag tegemoet. Kan het colle ge misschien nu al zeggen op welk moment het denkt de resultaten van dit onderzoek te publiceren? In de nota van aanbieding wordt ook gesproken over het verantwoord gebruik van energie. Op dat punt constateren wij toch wel een verschil tussen de letter en de praktijk. Enerzijds staat in de aanbiedingsbrief dat voortdurend wordt gewezen op het verantwoord gebruik van energie, maar anderzijds blijkt uit de cij fers een forse stijging van de kosten van verlichting en verwarming. Wij hopen dat het antwoord op vraag 1.49, waarbij een onderzoek terzake wordt toegezegd - ik weet niet of dat misschien hetzelfde onderzoek is als gisteren reeds is toegezegd - snel in de praktijk zal worden geëffectueerd, opdat in de toekomst de letter en de praktijk meer met elkaar in overeenstemming zullen zijn. Het college heeft ook een vraag beantwoord over het multifunctioneel gebruik van gemeenschapsruimte. Dat werpt een nieuwe vraag op, nl. of de gegeven op somming volledig is en of hiermee ook aan de vraag van instellingen naar gebruik van dat soort ruimte te gemoet is gekomen. Op het eerste gezicht lijkt het er op dat het aantal scholen waarbij dit plaatsvindt, nog vrij beperkt is. Mijn laatste opmerking betreft een post, nl. die onder volgnummer 08.6018, het onderwijs aan zieke kinde ren. Volgens de toelichting is deze post bedoeld voor het onderwijs aan kinderen die buitenshuis worden verpleegd, ik meen echter dat in de meeste gevallen hiervoor door de ziekenhuizen faciliteiten worden ver leend, Is dat inderdaad het geval en maakt dit dan de ze post niet overbodig? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Inder daad is het bijzonder moeilijk om in Soest goede woon ruimte te vinden voor de mensen die men wil aantrek ken. Dat geldt niet alleen op het vlak van het onder wijs, maar ook op dat van politie en misschien ook nog wel voor andere sectoren. Dat de leerkrachten op dit moment honkvaster zouden zijn geworden, omtfat het aanbod vrij groot is en de vraag gaat afnemen, weet ik niet precies. Men zou ook kunnen stellen dat de leerkrachten die hier eenmaal een huis hebben gevon den en het hier naar hun zin hebben, daardoor min der mobiel zijn. Op dat laatste wil ik het voorlopig maar houden Op de vraag naar de rijksvergoeding die voor de Mar- grietschool weer zou gaan gelden, kan ik zeggen dat op dit ogenblik inderdaad weer rijksvergoeding wordt ver kregen voor de Margrietschool. Ook is gevraagd wat er gebeurt met leegstaande school gebouwen. De Margrietschool is thans in gebruik geno men door de leerlingen van de Ludgerusschool die weer naar hun eigen school zullen terugkeren als die is ver bouwd. De Margrietschool wordt dus nu goed gebruikt, hetgeen wel eens goed is voor een leegstaand gebouw. Bovendien wordt met de verbouwing de tot nu toe be staande nood van de Ludgerusschool opgelost. Daar naast wordt ambtelijk steeds bekeken in hoeverre leeg staande schoolgebouwen een nuttige bestemming kun-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 439