weinig ingeschakeld, Wij krijgen wel elke maand een overzicht van de woningen die zijn toegewezen en wij weten ook wel dat er grote problemen zijn, maar wij worden te weinig betrokken bij het zoeken naar oplos singen voor de problemen, Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter' Ook ik heb in hoge mate kritiek op de vijfvinger theorie van de provincie. Er word t nl. een aantal categorieën in genoemd die grote problemen opleveren, onder andere de tweede categorie (de bejaarden) Bejaarden kunnen zich in onze gemeente laten inschrijven en wanneer zij dan toestemming krijgen, bijvoorbeeld van een in stitutionele belegger, om een huis te betrekken, kun nen wij hen niet weigeren, ook al komen ze uit het noorden van het land vandaan. Zo zijn er nog meer problemen met deze vijfvingertheorie. De heer Menne heeft nu gevraagd of het mogelijk is over de jaren 1975, 1976 en 1977 alsnog een indeling te geven in die vijf categorieën Dat is op dit ogenblik helaas niet meer mogelijk, omdat de gegevens van die jaren alleen op kaartsysteem zijn vastgelegd, dat steeds weer is aangepast en aangevuld. Het zou theoretisch nog wel mogelijk zijn om de vr oegere situatie weer te rug te zoeken, maar dat zou bijzonder veel werk ver gen. Wij hanteren een iets uitgebreide categorie-inde ling, maar wanneer men enkele van onze categorieën samenvoegt, krijgt men toch weer ongeveer dezelfde indeling als de heer Menne heeft genoemd. Daarnaast is thans in de regio Eemland een nota in voorbereiding over de vijfvinge; theorie van de provin cie. Als deze eenmaal gereed is zal ik daarover graag spreken in de commissie; dat lijkt mij zeker nuttig. De heer Menne heeft gezegd van Overhees II soelaas te verwachten, ook door de doorstroming, Op het moment van het schrijven van de aanbiedingsbrief ging het inderdaad om 90 eengezinswoningen die door doorstroming vrij zouden komen, maar dat is nog maai een globale schatting geweest op grond van de eerste toewijzingen Inmiddels zijn er wel enkele wo ningen afgevallen en men kan het totale resultaat van de doorstroming pas definitief bekijken als de koop contracten eenmaal getekend zijn Ik zeg de heer Men ne toe dat wij te zijner tijd weer een compleet door stromingsrapport zullen opmaken, zoals wij dat de laatste jaren bij nieuwbouwwijken steeds doen, opdat een zuiver inzicht ontstaat Wij hebben overigens ho ge verwachtingen op dit punt van Overhees II, omdat bij de toewijzing nogal stringent te werk is gegaan, waa op ook bij de algemene beschouwingen nog even is ingegaan In een veel eerder stadium is ook in het college al gezegd dat wij dit toch nog eens nader moe ten bekijken, met name wat betreft het niet in aan merking komen van iemand die al een koopwoning had. Anderzijds moet ik toch erop wijzen dat de proble men hier bij bepaald niet eenvoudig zijn. Ons ontbreekt nl, een instrumentarium om vrijkomende particuliere woningen binnen het eigen woningbestand te houden. Er kunnen wel enkele regels voor woiden gesteld; zo stellen sommige gemeenten de regel dat er eerst drie of zes maanden moet zijn geadverteerd in plaatselijke bladen, alvorens iemand van buiten de gemeente in aanmerking kan komen om de woning te kopen. Dat werkt echter toch niet helemaal en het is bijzonder moeilijk om hiervoor een goede vorm te vinden De doorstroming gaat mij nu eenmaal bijzonder aan het hart, omdat het juist door de doorstroming mogelijk wordt om de zogenaamde kwantitatieve woningnood tot een oplossing te brengen Van de ruim 2000 wo ningzoekenden zijn et nl, zo'n 1200 woningzoekenden die op dit ogenblik geen woonruimte hebben, Op zich zelf ben ik dan ook bijzonder gelukkig met het nu in Overhees II gevolgde systeem, want naast de directe doorstroming ten aanzien van 200 woningen ontstaat er ook nog een indirecte doorstroming, waardoor het totale aantal mensen dat geholpen kan worden nog iets groter kan zijn, zowel in de kwantitatieve sector als in de kwalitatieve sector, Wat de opmerking van de heer Menne betreft over de invloed van de toekomstige bewoners op de woning bouw, kan ik zeggen dat wij de laatste keer zoveel mogelijk hebben getracht door middel van enquetes e,d bij de verschillende kandidaten, de wensen van de mensen op tafel te krijgen Ik meen dat dit ook vrij aardig is gelukt. Daarnaast hebben wij steeds de vrou wenadviescommissie en de woningbouwverenigingen bij de besprekingen betrokken. Op deze wijze hebben wij getracht zo goed mogelijk gestalte te geven aan de inspraak ten aanzien van de toekomstige structuur. Over de bouw van de cascowoningen is op dit ogen blik niets naders te melden. De door ons gedane toe zegging zullen wij gestand doen Wij zijn ons aan het beraden of wij een vervolg kunnen geven aan de 300 woningen die nu worden gebouwd - dit in antwoord op de opmerking van de heer Van den Brakel - en daarbij zullen de cascowoningen dan worden betrok ken De heer Menne heeft voorts een krantebericht ge noemd over bepaalde voornemens van het ministerie van volksgezondheid en milieuhygiëneIk meen dat dit beticht meer slaat op het verleden, toen nog aan een andere situering werd gedacht. Na de laatste be sprekingen met het ministerie hebben wij in overleg met de betrokken departementen en de provincie toe stemming gekregen om de woningen op een andere plaats te bouwen en toen kwam het ministerie van volksgezondheid en milieuhygiëne met opmerkingen over de geluidshinder en akoestische voorzieningen. Daarvoor is een werkgroep in het leven geroepen, be staande uit vertegenwoordigers van de departementen van volksgezondheid en milieuhygiëne, defensie, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening en de ge meente Soest, aangevuld met een vertegenwoordiger van de erbij betrokken woningbouwvereniging. Wij hopen dat deze maand het eindrapport gereed zal zijn, waarbij dan bekend zal zijn welke eisen zullen moeten worden gesteld Daarna komt dan nog de vraag aan de orde wie de voorzieningen zal moeten be talen, hetgeen wel moeilijker komt te liggen, maar de plannen kunnen dan toch wel doorgaan Met enige goede wil en medewerking van alle instanties weten wij begin volgend jaar in ieder geval wel meer en kun nen wij wel tot bouwen overgaan. Het eerste rapport in het kader van het onderzoek naar de huisvesting van één- en tweepersoonshuishou dens is inderdaad uit. Ik kan dit wel aan de orde stel len in de commissie woonruimtebeleid; ik weet eigen lijk niet goed welke andere commissie hierbij nog be trokken zou moeten worden Dit rapport komt na tuurlijk ook in de desbetreffende stuurgroep uitvoe rig aan de orde, Ik had overigens begrepen dat dit deel rapport over de bejaarden al was toegestuurd, maar kennelijk is dat nog niet het geval en zal dat alsnog moeten geschieden. 386

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 451