denken en mee gaat beslissen in een ondernemingsraad
of het georganiseerd overleg, men vanaf dat moment
toch is georganiseerd als ongeorganiseerde. Dat is dan
misschien wel een juiste stelling, maar het blijft toch
een moeilijke zaak.
Ik meen dat er alleen bij gemeentewerken een dienst
commissie is, niet op de secretarie. Misschien kan men
komen tot een dienstcommissie die voor het gehele
gemeentelijke personeel geldt, waar overigens natuur
lijk nooit zaken van rechtspositionele aara kunnen
worden behandeld, maar wel zaken over de werksitua
tie, het werkklimaat enz. Via zo'n dienstcommissie
waarin dan iedereen is vertegenwoordigd, kunnen de
ze zaken dan toch worden besproken. Ik zal graag
hierover de mening van het college horen.
Een aantal zaken met betrekking tot de functiewaar
dering zijn, voor zover ik heb begrepen, nog niet af
gehandeld; er loopt nog een aantal beklagzaken. Ik
weet niet of die nog bij de ambtenarenrechter liggen,
dan wel of daarover al een beslissing is genomen. In
welk stadium bevinden zich nu deze zaken?
In het verleden is er wel eens voor gepleit naast of in
plaats van de huidige commissie voor georganiseerd
overleg te komen tot een speciale commissie voor per
soneelsaangelegenheden. Voor de nieuwe raad zou in
stelling van een dergelijke commissie misschien toch
het overwegen waard zijn, mede ook gelet op hetgeen
zich in het recente verleden heeft voorgedaan met
betrekking tot het functiewaarderingsonderzoek. Een
dergelijke commissie zou sneller aan de weet kunnen
komen waar eventuele knelpunten zitten en het lijkt
mij goed om hierover verder na te denken. Wel zou
den dan alle fracties in die commissie vertegenwoor
digd moeten zijn en de commissie zou dus een bredere
basis moeten hebben dan nu het geval is met de raads
leden die in de commissie voor georganiseerd overleg
zitting hebben.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! In
derdaad hebben wij het bijna afgelopen jaar veel moe
ten vergaderen over allerlei zaken, waardoor ook de
nodige voortgang is geboekt. Toch gaat het mevrouw
Van Gelder blijkens haar opmerkingen nog wat lang
zaam. Dat ligt ook wel enigszins aan de materie, bij
voorbeeld de conversietabel waarbij steeds vanuit ons
eigen georganiseerd overleg de zaak weer op provin
ciaal niveau moest worden behandeld, enz. Hieraan
hebben wij bijzonder veel tijd moeten besteden. Wij
hebben hierover meestal op een morgen vergaderd en
dan was het meestal wel welletjes. Nu echter deze
zaak van de conversietabel is afgehandeld - deze tabel
is nu inmiddels goedgekeurd, terwijl hetzelfde het ge
val is met de kwestie van de uitlooprangen e.d. - kun
nen wij zeker weer eens gaan spreken over de andere
zaken, Dat zal dan ook gebeuren.
Wat de verdere gang van zaken ten aanzien van de be
oordelingen betreft, moet ik opmerken dat dit nog vast
zit op dit ogenblik op de beoordelingsadviseur. Jl.
dinsdag had ik dit punt in het college willen brengen,
maar door ziekte mijnerzijds was dat toen niet moge
lijk en zal dit a.s. dinsdag moeten gebeuren. Wij zul
len nu een beslissing hierover moeten nemen en waar
schijnlijk zullen wij moeten kiezen voor het uitbeste
den van deze werkzaamheden. Wel is al door het col
lege besloten om degenen die door de conversietabel
al recht hadden op plaatsing in een uitlooprang vanaf
1 januari 1974, in een verkorte procedure te brengen,
waardoor deze zaken nog vóór 1978 hun beslag kun
nen krijgen
Met de bedrijfsmaatschappelijk werker of werkster
zijn wij ook al geruime tijd bezig. Verleden jaar is hier
over ook al enige tijd gesproken, maar werden wij
steeds teleurgesteld in de sollicitanten. Medio 1977
hebben wij opnieuw een oproep geplaatst, in geheel an
dere bladen dan voorheen, waarop wij ook enige re
flectanten hebben gekregen. Wij zijn thans in onderhan
deling met een sollicitante hierover en wij hopen dat
deze besprekingen een positief resultaat zullen hebben,
waarna ook deze kwestie die zeer lang heeft geduurd -
wij zijn er zeker al zo'n anderhalfjaar mee bezig - af
gesloten kan worden.
Mevrouw Van Gelder heeft ook gesproken over de
voorgestelde personeelsuitbreiding en in dat kader ge
vraagd of niet ook de afdeling personeelszaken dient
te worden uitgebreid. Dat is echter dit jaar al op voor
hand gebeurd. Ik wijs er daarbij wel op dat één mede
werker van deze afdeling bijzonder veel werk heeft
gehad aan het behandelen van de bezwaarschriften die
waren ingediend. De zittingen van de ambtenarenrechter
zullen in januari a.s. worden gehouden hierover en dan
zal dit werk kunnen worden beëindigd, waardoor deze
ambtenaar weer zijn normale werkzaamheden kan her
vatten.
De heer Verheus heeft er terecht op gewezen dat maar
ongeveer de helft van de personeelsleden is aangesloten
bij een vakorganisatie en dat daardoor ook de helft is
uitgesloten van het georganiseerd overleg. Ja, zo ligt
dat nu eenmaal; iemand die niet is aangesloten bij een
vakorganisatie, kan niet afgevaardigd worden naar het
georganiseerd overleg Nu heeft de heer Verheus een
andere mogelijkheid geopperd, nl, het instellen van een
dienstcommissie voor het gehele personeel. Ik wijs erop
dat in de dienstcommissie die bij gemeentewerken aan
wezig is, ook alleen mensen zitting hebben die aange
sloten zijn bij een vakorganisatie. Deze dienstcommissie
heeft nu bij het college het verzoek ingediend om deze
commissie om te zetten in een medezeggenschapscom
missie Het college heeft dit verzoek in eerste instantie
min of meer welwillend ontvangen, maar heeft wel
overwogen dat het niet juist zou zijn om een reglement
vast te stellen dat dan alleen voor de dienst gemeente
werken zou gelden. Het lijkt het college dan ook beter
om hiermee nog even te wachten en eerst te gaan wer
ken aan een algemeen reglement voor medezeggen
schapscommissies, opdat ook in andere bedrijven of
bij de secretarie een medezeggenschapscommissie kan
worden ingesteld.
Nu ben ik voor de groep gemeenten tussen de 30.000
en de 50.000 inwoners lid van het centraal orgaan en
zeer recent is deze kwestie van medezeggenschaps-
commissies ook in dat centraal orgaan aan de orde geko
men. Daarbij is ook gesproken over de vraag wie lid
van zo'n medezeggenschapscommissie zouden kunnen
zijn, alleen degenen die ook zijn aangesloten bij een
vakbondsorganisatie, of dat alle personeelsleden alleen
passief kiesrecht zouden moeten hebben, dan wel ac
tief én passief kiesrecht Ik heb in die bijeenkomst
van het centraal orgaan gevraagd hoe dit lag in andere
gemeenten. Daarop is toen geantwoord dat, voor zo
ver bekend was, in vier gemeenten in Nederland me
dezeggenschapscommissies aanwezig waren, waarbij
ieder personeelslid zowel actief als passief kiesrecht
had, maar dit dan tegen de zin van de vakbonden.
Wij zullen ons gaarne gaan beraden wat hier in Soest
het beste zal zijn. Uit de woorden van de heer Verheus
maak ik op dat hij ervoor pleit dat wij eens moeten
overwegen om de mogelijkheid te scheppen dat ieder-
400