Ik hoop echt dat wij ook in Soest nog eens zover ko men, zodat er ook voor de kinderen in Soest een goe de kindertandverzorging zal zijn. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Mijn frac tie steunt, hoewel er aanvankelijk in de fractie wat meningsverschil was over deze materie, het onderha vige voorstel van ganser harte, Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Het college acht het verheugend, dat de raad zo eenstemmig met dit voor stel akkoord gaat. Het is begrijpelijk dat mevrouw Greefhorst zegt dat er ook zorg moet worden besteed aan de gebitten van de kinderen in de kern Soest. Het is de bedoeling om de raad, wanneer de resultaten van het onderzoek na een te verrichten nulmeting wat duidelijker wor den, een uitbreidend voorstel te doen toekomen. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik hoop dat de kinderen in Soest in afwachting van het pro ject Soest niet zullen vergeten hun tanden op de juis te wijze en op de juiste momenten te poetsen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 220 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het verbeteren van de ventilatie in de keukens van diverse woningen van het gemeentelijk woning bedrijf. 221 Voorstel tot goedkeuring van de begroting 1978 van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Soest, Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 222 Voorstel tot het benoemen van de heer J.J. Suvaal tot hoofd van de openbare lagere Prins Willem-Alexander- school. De VOORZITTER verzoekt de heer Stam en mevrouw Oranje-Entink met haar het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 24 stemmen op de heer J.J. Su vaal, zodat deze met algemene stemmen is benoemd. De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau voor de verrichte werkzaamheden, 223 Voorstel tot het vaststellen van de tarieven welke ver band houden met een abonnement op de levering van signalen door het C.A.L-bedrijf, De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Het voorstel heeft onze instemming, maar ik meen dat het ontwerp-besluit onvolledig en ook enigs zins onduidelijk is. Onder A.l is sprake van „een bij drage in de kosten", van „aansluiting" en van „aanleg- kosten". Het hanteren van die verschillende begrippen veroorzaakt een bepaalde verwarring. De definities die wij gebruiken bij een tarifering als de onderhavige moeten bijzonder eensluidend en bijzonder zuiver zijn Bij het lezen van de stukken is een bepaalde ver warring ontstaan, omdat het niet helemaal duidelijk was of het in A.l gaat om een aansluiting of om een aanlegging. Wij stellen voor om de inhoud van het voorstel wel aan te nemen, maar in de voor de burgerij bestemde mededeling zal duidelijk moeten worden ge definieerd wat wij bedoelen met „per aansluiting", „een abonnee", „een tweede aansluiting", een „c.a.i." en een „g.a.i.". Ik geloof dat een nadere preci sering absoluut noodzakelijk is om ons te vrijwaren van toekomstige problemen. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb gezien dat de heer Van Logtenstein gelijk heeft, want onder A.4 staat bijvoorbeeld „Geen bijdrage in de aansluitkosten" en het zal een ieder heel duidelijk zijn, dat er in dit geval moet worden gesproken van „aanlegkosten" Het gaat in alle gevallen om aanleg- kosten. Met de heer Van Logtenstein meen ik dat de mate rie voor het publiek duidelijk moet zijn. Er komt nog een uitgebreide folder en wij zullen er met na druk op toezien, dat het gestelde in die folder zoda nig van aard is, dat de door de heer Van Logtenstein bedoelde misverstanden niet mogelijk zijn. Ik ben van plan om die folder eerst nog in de gascommissie te behandelen. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Tijdens de bespreking in de gascommissie moet mijns inziens ook heel duidelijk worden vastgelegd wie gaat betalen voor de aansluiting. Wij spreken wel over de eigenaar, maar de eigenaar kan de gemeente zijn, maar ook een woningbouwcorporatie of een par ticulier. De definities zullen ontstellend durdelijk moeten zijn. Wat dat betreft houd ik de betrokken wethouder aan zijn woord. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Het zal frequent voorkomen dat er in de huizen een tweede aansluiting moet worden aangebracht. Ik vind dat ook dat punt duidelijker moet worden omschreven. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Er zal onder A.3 moeten worden gesproken van „verschei dene aansluitpunten" of iets dergelijks. Ook dit punt zullen wij nader bekijken, Formeel hebben wij altijd de theorie aangehangen, dat de eigenaar van de woning de kosten moet betalen, maar het zal ook wel eens gebeuren dat een eigenaar geen aansluiting wil tot stand brengen. De huurder wordt dan in staat gesteld om voor f. 50,- een aan sluiting te doen aanbrengen; de huurder zal dan al leen wel wat meer per maand betalen. De VOORZITTER: De tarieven worden nu wel vast gesteld, maar over de definities etc. zal nog overleg worden gepleegd met de gascommissie. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen 224 Voorstel tot wijziging van de vergoedingsregeling vrij willigers bij de gemeentelijke brandweer. 225 Voorstel tot verpachting van gronden voor het jaar 1978. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 226 Voorstel tot ruiling van gronden, gelegen aan de Klein Engendaalweg en op het (toekomstige) industrieterrein in Soest. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Bij de behandeling van dit stuk in de commissie ruimtelijke ordening is een heel concrete vraag gesteld met betrekking tot punt e.2van het ontwerp-besluit. De kans is groot dat, indien de huidige bewoner van de woning een lage leeftijd heeft, de gemeente voor een onnoemelijk groot aantal jaren zit met een pand dat wordt bewoond en waarvan geen ontruiming kan worden gevorderd. Toegezegd is dat dit punt zou wor den nagekeken. In de commissie is nog een tweede toezegging gedaan, nl. dat het stuk nog eens zou worden nagezien door een jurist Is het eerste punt nagetrokken en wil het college de toezegging met betrekking tot de tweede vraag herhalen?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 483