Ubbink en hij was daardoor de eerste Van Herwaar
den in „De Drie Ringen". Abraham was loodgieter,
leidekker en herbergier.
De heer DE WILDE: Wat heeft dat met de hooiberg
te maken?
De heer MENNE: Dat komt zo. Omstreeks 1900 was
„De Drie Ringen" nog steeds een herberg. Er kan
dan ook, gelet op het historische karakter, niet zo
maar worden gesproken van een eengezinshuis. Bo
vendien is er op dit moment nog een niet-woonbe-
stemming in hetzelfde pand. Ik vind dan ook dat het
begrip eengezinshuis de lading niet dekt.
De timmerman die destijds aan de hooiberg bij dit
huis heeft gewerkt, kan nog getuigen, dat er vroeger
een hooiberg was. Bovendien zijn er foto's van de
hooiberg bij dit huis. Op één van die foto's staat een
nog maar heel kleine hulstboom; deze boom is - zestig
jaar later - nog aanwezig. Deze boom staat precies in
het verlengde van de toren. Er tussenin staat de hooi
berg.
Het is de bedoeling dat de hooiberg het open karak
ter der bebouwing alleen maar zal ondersteunen, want
er zal een functioneel gebruik kunnen worden ge
maakt van de hooiberg. Niet voor garagedoeleinden,
maar voor het opbergen van hooi.
De heer DE WILDE: Wij gaan voortaan raadsvergade
ringen houden in de hooiberg!
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter. De meer
derheid van de commissie voor de beroepschriften
meent, dat de vergunning voor de bouw van de hooi
berg wel moet worden verleend.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! De raad is de laatste tijd nogal eens geconfron
teerd met bestemmingsplannen. Persoonlijk ben ik
helemaal niet zo ongelukkig met de inhoud van die
bestemmingsplannen Volgens het bestemmingsplan
Kerkebuurt mag er geen hooiberg bij het betrokken
pand staan. Nog maar zeer kort geleden is naar aan
leiding van een ander agendapunt gezegd, dat discus
sie niet mogelijk was, omdat een en ander was vast
gelegd in het bestemmingsplan. Dat is voorheen ook
al meermalen gezegd, wanneer het ging om de reali
sering van bijvoorbeeld een broeikas (ook nuttig
voor mensen en bovendien kan een broeikas een leuk
gezicht geven voor anderen). Daarom meen ik dat ook
in het onderhavige geval moet worden voldaan aan
het bepaalde in het bestemmingsplan. Ik sta dan ook
achter het standpunt van het college.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik ben diep in deze zaak gedoken en ik heb de
bestemmingsplanvoorschriften nauwkeurig nagele
zen. Men weet dat ik vind dat de burgerij zoveel mo
gelijk moet worden tegemoet gekomen en dat de aan
wezige bepalingen zo ruim mogelijk moeten worden
geïnterpreteerd. In het onderhavige geval kan - ook
bij een zo ruim mogelijke interpretatie van de voor
schriften - geen bouwvergunning worden verleend.
Er is geen enkele bepaling die het bouwen van een
hooiberg op die plaats toelaat. Ik zal dan ook, hoe
aardig ik die hooiberg ter plaatse ook vind staan, niet
kunnen instemmen met het verlenen van een bouw
vergunning.
De bestemmingsplanvoorschriften moeten worden
gevolgd om te voorkomen dat er naar willekeur wordt
gehandeld. Binnen de voorschriften wil ik rekken zo
veel als mogelijk is, maar er kan geen toestemming wor
den verleend, wanneer de voorschriften zich daarte
gen verzetten. Jammer.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Terecht hebben mevrouw Korthuis en de heer Van
den Brakel gezegd dat de bestemmingsplanvoorschrif
ten moeten worden nageleefd. Dit bestemmingsplan
heeft betrekking op een beschermd dorpsgezicht en
dat is heel wat anders dan een bestemmingsplan waar
in woningen worden gebouwd.
Een hooiberg is mijns inziens geen bouwwerk, want
het is geen afgerond geheel, maar een geval dat op
vier palen staat en dat niet is afgewerkt. Ik geloof
dan ook dat voor een hooiberg geen bouwvergunning
nodig is.
Het gaat erom om de historie van oud-Soest te bewa
ren. Het pand is geen woonhuis, maar in feite een
herberg die kan worden gelijkgesteld met een oude
boerderij.
Wij hebben destijds heel lang gepraat over een
schaapskooi en ik vind niet dat wij nu ook»nog eens
heel lang moeten gaan praten over een hooiberg.
De heer Van Ee heeft beslist fout gehandeld door de
hooiberg zonder meer neer te zetten, want ook ik
meen, dat hij eerst wel even overleg had kunnen ple
gen met het college.
Ik meen dat de hooiberg moet blijven staan. De heer
Van Ee zal moeten worden geadviseerd er ook hooi
in te stoppen.
De VOORZITTER: Ik geef thans het woord aan me
vrouw Van Stiphout; zij heeft het woord gevraagd als
raadslid.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik heb wat moeite
met de argumentatie van de meerderheid van de com
missie voor de beroepschriften en de argumentatie
van de heer Van Poppelen. Hun argument is in feite,
dat kan worden herbouwd wat er vroeger ooit heeft
gestaan. Wat dat betreft zouden wij in de Kerkebuurt
nog wel eens voor verrassingen kunnen komen te
staan.. Het hanteren van dat argument zou tot gevolg
kunnen hebben dat in de Kerkebuurt worden her
bouwd een klooster, een kasteel en een brouwerij. In
die buurt heeft tot veertig jaar geleden een brouwerij
gestaan. Met hantering van dat argument zou iedereen
maar een soort kitsch-museum uit de grond kunnen
stampen en daartegen heb ik erg veel bezwaar.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wanneer
over 25 jaar geen een hooiberg meer overeind staat
omdat de boeren geen hooibergen meer gebruiken,
zullen wij waarschijnlijk spijt hebben van het feit, dat
wij deze hooiberg niet laten staan Natuurlijk moet
die hooiberg blijven.
Zestien jaar geleden is er in de raad ook gediscussi
eerd over de vraag of het nu wel nodig was dat in die
buurt allemaal oude dingen werden opgeknapt. Ik ge
loof dat wij zo langzamerhand wel blij zijn over het
feit dat de heer Van Ee heeft doorgezet, want hij
heeft leuke dingen tot stand gebracht.
Ik vind de argumentatie van het college een fantasie
loos verhaal. Ik meen dat het bestemmingsplan moet
worden doorbroken. De hooiberg moet beslist niet
worden weggehaald. In die buurt worden ook kerk
hoven weer hersteld in hun oude glorie en daarom
mag die hooiberg ook wel worden bewaard voor ons
nageslacht.