gelijke termijn. Situaties als die welke zich nu voor doen zijn natuurlijk niet ideaal te noemen. Het gaat allemaal veel te lang duren. Wij gaan in de sportstich ting bekijken of deze drie punten aan herziening toe zijn. Mevrouw de voorzitter! De sportstichting zal gaarne zo'n brief van de raad ontvangen als de heer De Wilde heeft voorgesteld. Wij wachten dus op deze brief, tenminste als de raad akkoord gaat met het voorstel van de heer De Wilde. De heer DE WILDE: U zult dus als wethouder voor sport graag bevorderen dat er een brief naar het be stuur van de sportstichting gaat. Wethouder PLOMP: Ja Goed. Hoe dan ook, ik ge loof dat wij hetzelfde bedoelen en het alleen wat an ders uitdrukken. Mevrouw de voorzitter. Er is door de heer De Wilde ook nog opgemerkt, dat als er een beroepsinstantie zou zijn, de Sportorganisatie Soest de eerste zou moe ten zijn die dan aan de orde zou moeten komen. Ik meen dat dat een goed idee is. De Sportorganisatie Soest is op dit moment ook de enige waarmede wij een dergelijk probleem hebben en ik ben er haast van overtuigd, dat ze ook de enige zal blijven. En ik vind dan wel dat de Sportorganisatie Soest vanzelfsprekend op de eerste plaats komt. Ik hoop en verwacht zelfs, dat er niet zo gauw anderen op die lijst zullen komen. De heer DE WILDE: Ik hoop het met u. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter, De heer Visser verwacht enige generositeit van de zijde van de wethouder van sportzaken. Het gaat om een be drag van f. 4.000,-."Ik ben wel genereus, maar ik krijg hier toch problemen wanneer ik als wethouder gene reus moet zijn en de f. 4.000,- op tafel moet leggen. De heer Visser heeft gezegd dat hij de Sportorganisa tie Soest het liefst het bedrag zou willen restitueren. Welnu, dat is een heel prettige zaak. Ik moet zeggen dat de Sportorganisatie Soest in 1972 met de verbou wing is begonnen en dat ze, zoals in de stukken is te zien, wist dat ze het voor eigen rekening deed, In een bepaalde brief staat dat te zijner tijd naar voren zou komen of er een financiële bijdrage zou moeten ko men. Dat ,,te zijner tijd" is in een telefoongesprek verduidelijkt (ik heb dit nagetrokken) en kon niets anders betekenen dan: de eerstvolgende bestuursver gadering. Wel, na die eerstvolgende bestuursvergade ring, gehouden in september 1972, is aan de Sportor ganisatie Soest op 12 september 1972 duidelijk mede gedeeld, dat het stichtingsbestuur geen financiële bij drage zou leveren. De Sportorganisatie Soest wist dus al in 1972, dat die bijdrage niet zou komen. Ik begrijp dus niet precies wat de heer Visser bedoelt. De Sport organisatie Soest was er volledig van op de hoogte, dat het toenmalige stichtingsbestuur geen restitutie zou verlenen. Men mag daar later op terugkomen De heer DE WILDE: Ik zou nu toch willen voorstel len, mevrouw de voorzitter, dat wordt vastgehouden aan de gedachte dat wij onbevoegd zijn. Ik kan mij voorstellen, dat de wethouder in een andere hoedanig heid behoefte heeft om de heer Visser in dit opzicht in het ongelijk te brengen, maar ik vind dat wij geen oordeel moeten uitspreken. Wethouder PLOMP: Neen, maar het is zo De heer DE WILDE: Wij zijn daar niet toe geroepen. Wij zijn zelfs niet bevoegd daartoe. Wethouder PLOMP: Ik vind dat ik dat in dit verband toch even moet vertellen. Mevrouw de voorzitter, Ten aanzien van de opmer king van mevrouw Korthuis dat zij moeite heeft met de figuur van de sportstichting wijs ik erop dat wij op 22 april 1975 in een deelnemersvergadering als sport stichting aan de orde hebben gesteld of de huidige structuur van de sportstichting wel de meest ideale is, dat aan het slot van die bijeenkomst aan de toen aan wezige vertegenwoordigers van de sportverenigingen is verzocht eventuele gewenste wijzigingen van de hui dige plaatselijke structuren kenbaar te willen maken vóór de eerstvolgende deelnemersvergadering en dat dat niet is gebeurd. Wij hebben toen aangenomen, dat de structuur zoals die er was door de sportverenigin gen als de beste werd beschouwd. Men heeft nl. niet gereageerd op een verzoek vanuit de sportstichting om de hele zaak aan de orde te stellen en eventueel een andere structuur voor te staan. Wij hebben toen ook iemand van een overkoepelend orgaan laten uit leggen dat er verschillende structuren zijn. Men was dus volledig geïnformeerd. Ik ben het er met de heer Van Poppelen volledig over eens, dat als de sportstichting zou moeten wor den doorgelicht, niet alleen de sportstichting zou moeten worden doorgelicht. Want wat zich nu met betrekking tot de sportstichting voordoet kan zich op een ander ogenblik met betrekking tot een andere stichting voordoen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Iedereen voelt op zijn klompen aan, dat er iets mis is en dringt aan op veranderingen Mevrouw KORTHUIS-ELION: Iedereen? De heer VISSER: Ja. U ook. U heeft zelf iets gezegd over de stichtingsvorm, Mevrouw KORTHUIS-ELION: O, over dat punt. Dat is wat anders. De heer VISSER: Er staan dingen in de statuten die niet helemaal kloppen. Iedereen begrijpt na de inter views met de heer Ankoné toch wel dat er iets aan de hand is dat met klopt en dat die man toch eigenlijk wel gelijk heeft. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat is wat anders. De heer VISSER: Kortom, er wordt hier vanavond niet voor niets zo lang gepraat over het feit dat er din gen verkeerd zijn. Maar wij stellen ons formeel, juri disch op Mevrouw KORTHUIS-ELION: Als u „iedereen" zegt, dan bedoelt u dat er mensen zijn die bijvoorbeeld moeite hebben met de stichtingsvorm. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen ook op zijn klompen aanvoelt dat de heer Ankoné gelijk heeft. Want daar mag dat „iedereen" niet op slaan. De heer VISSER: Nou ja, ik heb net even met een klein voorbeeld geschetst hoe de verhoudingen en de bedragen liggen en iedereen in Soest weet dat het ont zettend moeilijk is om deze soort dingen te regelen bij de sportstichting om financieel het hoofd boven water te houden Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dit is weer voor uw rekening, want dat zegt met iedereen. De heer VISSER: Ik kan mij voorstellen, dat men met de f. 4.600,— in zijn maag zit. Dat is een heel bedrag voor een vereniging Daar weet ik alles van. En dan vind ik dat wij er niet lang over moeten praten, maar gewoon de zaak even recht moeten trekken. De heer DE WILDE: Ook als u geen bevoegdheden heeft, bedoelt u?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 77