van woonerven met de mededeling van burgemees
ter en wethouders, dat deze brief in de raadsvergade
ring van mei aan de orde zal worden gesteld i.c. voor
gesteld zal worden, deze voor kennisgeving aan te ne
men.
De VOORZITTER: Dames en heren1 Dit zijn brie
ven van het laatste lijstje dat tegenwoordig wordt toe
gevoegd op verzoek van de raad, maar waar wij de
volgende maand graag op terugkomen,
n. Brief d.d. 4 april 1977 van de eigenaars-bewoners
van de woningen J. Catslaan nummers 21 tot en met
31 inzake de voorgenomen verbouwing en uitbrei
ding van de Ludgerusschool, met voorstel de brief
om advies in handen te stellen van burgemeester en
wethouders.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me
vrouw de voorzitter! Ik zou het college graag een ad
vies meegeven. Het zou natuurlijk erg jammer zijn als
de verbouwing door de onderhavige brief en de af
doening ervan een grote vertraging zou oproepen.
Zou het niet mogelijk zijn om door praten met de be
woners of iets dergelijks al het mogelijke te doen om
in ieder geval de verbouwing niet op te houden?
De VOORZITTER: Wij zullen het in de beschou
wingen betrekken.
Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.
o. Brief d.d. 30 maart 1977 van de Stichting Stichtse
Milieufederatie te Doorn, gericht aan de gemeentera
den in de provincie Utrecht, inzake het aanwijzen van
plaatsen voor woonwagenkampen, met voorstel de
brief om advies in handen te stellen van burgemeester
en wethouders.
Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.
p. Brief d d 12 april 1977 van de Werkgroep Leefmi
lieu Soest inzake het winkelgebeuren te Soest met
voorstel deze bnef te zijner tijd te betrekken bij de
behandeling van het bestemmingsplan Centrum.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik meen
dat de brief te laat wordt behandeld als wij ermede
wachten totdat te zijner tijd het bestemmingsplan
Centrum wordt behandeld. Ik geloof nl. dat het een
zeer belangrijke brief is. Ik las vandaag in de Soester
Courant al een reactie erop van de heer Mulder. Ik
geloof dat een reactie van het college de zaak zal ver
helderen en verduidelijken, ook in verband met de
inspraakgroepen die bezig zijn over het bestemmings
plan Centrum. Ik denk aan een reactie waardoor zij
zullen weten of zij nu al gelijk hebben dan wel het
college denkt, dat dat met zo is. Ik meen dus dat een
antwoord van de kant van het college nu beter op
zijn plaats is om de discussie te verlevendigen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Met de
heer Visser vind ik dat een behandeling van de brief
bij de behandeling van het bestemmingsplan Centrum
te laat zou zijn. Ik zou er meer voor voelen om hem
in het kader van het ontwikkelingsplan aan de orde
te stellen. Want het betreft hier een van de hoofdlij
nen van het beleid. Het kan bekend zijn dat ik nog
vóór de publicatie van de Werkgroep Leefmilieu
Soest in deze raad ook opmerkingen over de winkel
kwestie heb gemaakt. Ik vind het een erg belangrijk
punt van bestuursbeleid. Ik zou ook voelen voor een
gang van zaken waarbij er een apart onderwerp van
beraadslaging over het te voeren beleid van wordt ge
maakt, Want u zult mij toegeven dat het hier iets be
treft dat niet alleen op het bestemmingsplan Centrum,
maar ook op het bestemmingsplan Soest-Midden be
trekking heeft en in het algemeen het beleid aangaat.
Ik acht het stuk qua stuk over ruimtelijke ordening
belangrijk genoeg om het op een behoorlijke manier
en als het kan niet al te laat in de gemeenteraad aan
de orde te stellen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wij hebben er
in het geheel geen moeite mee om de brief bij bij
voorbeeld het ontwikkelingsplan te betrekken, want
daarbij komen toch al deze cijfers vanzelfsprekend
weer aan de orde.
De heer VISSER: Mevrouwde voorzitter! Voordat
de heer De Wilde over de winkels heeft gesproken,
heb ik er in de raad ook al over gesproken
De heer DE WILDE: Wat hebben wij vanavond toch
met elkaar?
De heer VISSER: Helemaal niets.
Mevrouw de voorzitter. Ik vraag mij af of niet ook
het behandelen van de brief bij het ontwikkelingsplan
te laat zou zijn. Wij schieten al lekker op in de rich
ting van 2 juni 1977, maar het voorstel van de heer
De Wilde om hier een aparte discussie aan te wijden,
vind ik nog niet zo gek.
De VOORZITTER: Het lijkt mij dat dat nooit veel
eerder zou kunnen. Het kan eigenlijk niet meer, want
wij hebben daarvóór nog één raadsvergadering, Het
lijkt mij bij al het werk dat wij op het ogenblik heb
ben, toch een beetje moeilijk om er een apart punt
van te maken. Ik meen dat de behandeling van de
brief prachtig past in de behandeling van het ontwik
kelingsplan en ik zou het daar met u allen toch maar
op willen houden.
Besloten wordt de brief te zijner tijd te betrekken bij
de behandeling van het ontwikkelingsplan.
44 Vragenhalfuurtje.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik wil graag in het kort toelichten waarom wij vragen
hebben gesteld.
In Overhees 1 is een aantal kaskowoningen gebouwd.
Het bleek toen dat er in Soest een grote belangstel
ling was voor zulke woningen, die thans afbouwwo-
ningen worden genoemd, en dat velen erdoor teleur
gesteld zijn, dat zij toen niet voor zo'n woning in
aanmerking kwamen. Zowel u als verschillende leden
van verschillende fracties hebben zich na de bebou
wing van Overhees 1 steeds positief opgesteld ten op
zichte van afbouwwoningen. Er zijn vele jongere men
sen die met twee goede rechterhanden beslist nog wel
f. 10.000,- of f. 15.000,- kunnen verdienen aan een
afbouwwoning Er is ook een aantal minder kapitaal
krachtigen die het ook zeer welgevallig zou zijn aldus
f. 10.000,- of f. 15.000,- zelf te verdienen. Het is
dan ook begrijpelijk dat er vooral bij hen zeer grote
teleurstelling over is, dat er, voor zover nu bekend is,
althans zoals op de voorlichtingsavond voor de aspi
rant-kopers van woningen in Overhees 2 gezegd
schijnt te zijn, er in Overhees 2 geen mogelijkheden
voor afbouwwoningen worden gegeven. Wij zijn
maandagavond jl. geconfronteerd met de werkgroep.
Zij heeft ons medegedeeld, dat er onder de gegadig
den aan wie een woning in Overhees 2 is toegewezen,
zeker vijftig zijn die een afbouwwoning zouden willen
84