ming
idex-
is om
le bij-
irdt ge
realiseerd en dat het als dat niet het geval is, zaak is
om zo snel mogelijk een wijziging van het bestem
mingsplan en daarmede ook een wijziging van de ex
ploitatie-opzet te bewerkstelligen. Met andere woor
den: het is een zeer zorgelijke kwestie. En ik hoop
niet dat ook Overhees 2 een groot tekort zal laten
zien. Wij hebben dat wat Overhees 1 betreft geconsta
teerd nadat de exploitatie-opzet in feite was opgezet
en wij er niets meer aan konden doen. Toen hebben
wij steeds de zaak vooruitgeschoven door te zeg
gen: Als Overhees 3 en Overhees 4 straks komen, dan
winnen wij wat wij verloren hebben wel terug. Maar
het is wel zo dat naarmate je je problemen steeds
maar vooruitschuift je de toekomst natuurlijk ook zo
belast, dat je je het straks in de sfeer van de opbrengst
van gronden voor woningbouw en ook voor bijzondere
doeleinden steeds moeilijker maakt, omdat de grond
prijs dan almaar moet stijgen.
Ik neem aan dat niet alles wat ik nu naar voren heb
gebracht, in deze vergadering zal kunnen worden
beantwoord. Wij willen niets tegenhouden. Wij hopen
dat de woningbouw spoedig en voorspoedig zich ont
wikkelt. Wij zijn dus akkoord met het voorstel. Het
college kan wat ons betreft het gevraagde krediet
krijgen en verder maatregelen nemen bij gedeputeer
de staten om terzake hun goedkeuring te krijgen.
Maar wil het college dan in de komende maanden
nog wel zeer ruim zowel de commissie ruimtelijke
ordening als de commissie financiën raadplegen met
betrekking tot de ontwikkeling van de dingen die ik
heb getracht aan te duiden?
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ook ik
zal mij niet verzetten tegen de voorgestelde uitgave
van f. 3 miljoen.
Het is mij bij het bekijken van de plannen opgeval
len, dat deze wijk een bepaald karakter krijgt. Ik mis
vanwege dat karakter in het totaalplan ten eerste de
continuïteit van de ruimtelijke vormgeving die wij
hebben ontwikkeld in Overhees 1. Daar vind ik niets
van terug.
De VOORZITTER: Neen, dat klopt.
De heer VAN EE: Dit kleine bestemmingsplannetje
is te klein voor een wijk.
Ten tweede mis ik in dit hele plan een van de zeven
punten die alle politieke partijen indertijd bij de vor
ming van het college hebben onderschreven, nl. het
vijfde punt. Het eerste deel daarvan luidt aldus:
„Bij woningbouw zal bijzondere aandacht worden ge
geven aan de bouw van eengezinswoningen op voet
van woningwet en premiebouw in het bijzonder ten
behoeve van lager gesalarieerden".
Dit is gebeurd. Maar ik heb niets gevonden van de
tweede zin van punt 5, die luidt als volgt:
„Daarnaast zal de uitgifte van percelen voor de bouw
van woningen voor eigen bewoning worden bevor
derd teneinde de doorstroming van goedkope huur
woningen naar eigen woningen te stimuleren".
Waarom is de naar mijn mening verschrikkelijk leuke
ontwikkeling in onze gemeente die wij in Overhees 1
zijn begonnen, niet voortgezet in Overhees 2? Ik heb
daar niets van kunnen terugvinden. Ik vind het jam
mer, dat zo'n verdraaid leuk plan niet wordt doorge
zet met betrekking tot het uitgeven van percelen
voor eengezinswoningen langs de Koningsweg. Nu zit
ten we met een postzegelplannetje dat weer een ge
heel ander karakter heeft. Het moet mij van het hart,
dat ik dat planologisch gewoon krom vind.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Hoewel
ook in de financiële commissie de cijfers nog niet
konden zijn bestudeerd door de leden van deze com
missie, omdat wij ze nog niet hadden, moeten wij
achteraf de zaak natuurlijk niet ophouden en zijn wij
toch ook wel voor de beschikbaarstelling van het
krediet van f. 3,5 miljoen.
Ik wil nog iets zeggen in aansluiting aan hetgeen de
heer De Wilde heeft gezegd over de opbrengsten. Het
betreft een nogal grote post. Het college is erg opti
mistisch met betrekking tot de opbrengsten in 1977.
Het gaat ervan uit dat ze f. 4.725.000,- zullen bedra
gen. Als daar de helft van wordt gerealiseerd, dan is
het verschil al direct erg groot en zal er sprake zijn
van een groot renteverlies.
Kan het college al iets zeggen over de aannemer die
de bouwwerkzaamheden zal verrichten?
In de brief van gemeentewerken van 31 maart 1977
aan het college is sprake van een eventueel rentever
lies van f. 345.000,- dat zal optreden als bepaalde
activiteiten niet tijdig plaats vinden. Die betreft win
kels en bijzondere bebouwing. Kan het college hier
op een toelichting geven?
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik sluit mij bij een groot deel van het betoog van de
heer De Wilde aan.
Ik zou het een droevige zaak vinden als de gemeente
het geld voor de grond van de r.k.-mavo nog niet heeft
ontvangen en dus terzake renteverlies lijdt.
Is het niet mogelijk dat het college c.q. de gemeente
raad eens een dringend beroep doet op de minister of
de staatssecretaris om het mogelijk te maken dat de
r.k.-mavo zo gauw mogelijk kan gaan bouwen, gezien
de huidige treurige huisvesting? De schuld ligt niet bij
het bestuur van de. r.k.-mavo, maar ergens anders. Ik
geloof dat dat bestuur misschien heel graag dubbele
rente zou hebben betaald als het aan het bouwen
had kunnen gaan.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik zou graag
iets meer weten over het plan zelf. In de financiële
commissie heb ik gezien dat de heer De Wilde een
verslag van de commissie nieuwbouw van 17 septem
ber had en ik zou eigenlijk willen vragen of wij dat
ook kunnen krijgen, zodat wij iets meer inzicht kun
nen hebben in wat hier straks eigenlijk staat te gebeu
ren.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil al
leen even heel nadrukkelijk steun betuigen aan de
door de heer De Wilde gemaakte opmerking dat er in
de ons nog resterende korte tijd in de commissie fi
nanciën en de commissie ruimtelijke ordening fre
quent overleg gepleegd moet worden met betrekking
tot het vervolg van de uitwerking van de definitieve
plannen. Het college heeft er zelf op aangedrongen,
dat de gelegenheid geboden moet zijn dat er dit jaar
zal worden aangevangen met de bouw. Dat is ook bij
zonder belangrijk gezien de lange wachtlijsten. Als
het bouwrijpmaken van de gronden toch ook een
paar maanden tijd nodig heeft en bijvoorbeeld de
P.U.E.M.,het gasbedrijf en degenen die voor de riole
ring moeten zorgen, toch ook nog erover moeten
kunnen meespreken waar hun leidingen gelegd moe
ten worden, dan zal naar ik aanneem een definitieve
verkaveling toch op zeer korte termijn vastgelegd
moeten worden. Het college spreekt in het voorstel
bovendien over een voorlopige verkaveling en zegt
dat indien het definitieve plan niet al te zeer zal af-
93