lijk gedeputeerde staten met een artikel 19-procedure
doen en ik ben er dan ook van overtuigd dat wij een
artikel 19-procedure niet halen. Ik vind dan ook dat
wij iemand niet blij moeten maken met een dode mus.
De heer DE WILDE: Bent u wel bereid om het te pro
beren?
De VOORZITTER: Ja.
De heer DE WILDE: Ik ben tevreden, wanneer u die
toezegging wilt doen.
Dan kunnen wij proberen langs onze kanalen ook eni
ge pressie uit te oefenen.
De VOORZITTER: Maar dan moet u wel bedenken
dat ze in de rij zullen gaan staan voor een artikel 19-
procedure. Ik ben er heilig van overtuigd dat gedepu
teerde staten geen enkele artikel 19-procedure zullen
inwilligen.
De heer Hoekstra, de heer Linders en ik hebben een
goed gesprek gehad, maar wij zijn er alleen niet uitge
komen. Het is helemaal niet zo dat er van welke kant
dan ook enige agressie een rol speelt. Ik ben best be
reid om, voordat wij van alles gaan doen, met het
plannetje onder de arm in Utrecht te gaan praten.
De heer DE WILDE: Hartelijk dank.
De VOORZITTER: Ik neem aan dat u het verweer
schrift wilt bekrachtigen, want de heer Linders wil
het A.R.O.B.-beroep doorzetten.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge
meester en wethouders is voorgesteld.
b. Brief d d. 29 februari 1978 van de heer mr. M.D.Ph.
van der Werf te Soest met het verzoek tot het creëren
van aanplakgelegenheden c.q. handhaven van aanplak
borden ten behoeve van de verkiezingen, met het
voorstel te antwoorden overeenkomstig de ter inzage
gelegde ontwerp-brief.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Wel
ke criteria worden aangelegd voor het aanplakken? Is
het college van plan bepaalde normen vast te stellen
met betrekking tot wat wel en wat niet mag?
De VOORZITTER: Ik geloof niet dat wij daarvoor
normen moeten vaststellen, want dan zouden wij al
gauw in strijd komen met de Grondwet. Wanneer wij
eenmaal aanplakborden hebben moet er geplakt kun
nen worden.
De heer LANGE: Dus alles mag?
De VOORZITTER: Er mag heel erg veel zolang het
geen wordt opgeplakt niet direct aanleiding geeft tot
smaad en tot nog een paar zaken die in het Wetboek
van Strafrecht kunnen worden teruggevonden. Dat is
een gevolg van de vrijheid van meningsuiting en de vrij
heid van drukpers.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Er zijn ook plaatsen
waar op dergelijke borden staat dat het is geoorloofd
aan te plakken voor niet-commerciële doeleinden.
De VOORZITTER: Ik begrijp nu wat u bedoelt, maar
daaraan had ik nog helemaal niet gedacht. Ik meende
dat dat ook niet de intentie van de vraag van de heer
Van Aalst was. Daarover zullen wij nog eens moeten
nadenken; daarvoor zal eventueel een regeling moeten
worden opgenomen in de nieuwe A.P.V.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld.
c. Brief d.d. 27 april 1978 van ir. J.G. Nuyten, Gerrit
van der Veenstraat 56 te Soest, waarin hij opnieuw be-
102
zwaar maakt tegen de weigering van een door hem ge
vraagde bouwvergunning.
Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
d. Brief d.d. 17 april 1978 van de Wijkraad Soester-
berg, waarbij een door de wijkraad aangenomen motie
omtrent de aanleg van een tunnel onder rijksweg 223
wordt toegezonden, met het voorstel deze brief om ad
vies in handen te stellen van burgemeester en wethou
ders.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
vorige week gezien dat er is begonnen met de werk
zaamheden voor het woonwagenkamp Beukbergen op
het grondgebied van Zeist aan rijksweg 223. Plotseling
is ter plaatse een aantal verkeerslichten verschenen. Ik
heb begrepen dat die lichten op korte termijn zijn ge
realiseerd. Ik vraag mij af waarom met die tunnel nog
steeds zo moeilijk wordt gedaan. Is het nodig dat de
bewoners van Soesterberg opnieuw op de rijksweg
zitting gaan nemen om te protesteren? Wellicht dat een
dergelijk besluit meer inslaat.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Met
betrekking tot de tunnel heb ik tijdens een raadsverga
dering geleden en in de wijkraad een bedrag genoemd;
ik heb daarbij gezegd dat wij nog op enkele gegevens
van de nutsbedrijven zaten te wachten. Die gegevens
zijn inmiddels binnen Binnenkort zal een advies van
gemeentewerken in het college worden behandeld.
Wat de verkeerslichten bij Beukbergen betreft zij op
gemerkt, dat ik mij herinner dat tijdens één van de al
lereerste gesprekken met ir. Spoel door de laatste is
gezegd dat er binnenkort een besluit tot plaatsing van
verkeerslichten zou afkomen. Dat besluit dateert der
halve niet van vandaag of gisteren. Reeds een hele poos
geleden heeft rijkswaterstaat mij op de hoogte gebracht
van het feit, dat ter plaatse verkeerslichten zouden
worden geplaatst. In dat verband heeft ir. Spoel zich
afgevraagd wat wij met een tunnel willen; hij meent
dat verkeerslichten voldoende verkeersveiligheid ople
veren, omdat er bij verkeerslichten goed kan worden
overgestoken. Wij hebben gezegd toch te willen we
ten of het aanleggen van een tunnel tot de mogelijk
heden behoort.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester
en wethouders om advies,
e. Afschrift van de brief aan het Landelijk Comité
Nationale Boomfeestdag van de heer C.N. Verhagen
te Woubrugge, gedateerd 17 april 1978, waarop de
aantekening/het verzoek om eens te kijken naar de
bomen langs de rijksstraatweg Amsterdam-Amersfoort.
Dit schrijven wordt gesteld in handen van burge
meester en wethouders om advies.
f. Brief d.d. 25 april 1978 van bewoners van de Peter
van den Breemerweg met het verzoek over te gaan tot
het aanbrengen van enige straatverlichting, met het
voorstel deze brief om advies in handen te stellen van
burgemeester en wethouders.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb het vermoeden dat er toch zal worden gegraven
op de Peter van den Breemerweg. De betrokken be
woners zijn uitgesloten van een aansluiting op de
c.a.i. Wilt u bekijken of het mogelijk is tegelijk die
aansluiting tot stand te brengen?
De VOORZITTER: U verzoekt ons iets in het advies
te verwerken.
De heer VAN POPPELEN: In dit verband wil ik eraan
herinneren, dat dat punt uitvoerig door onze fractie