legd geen bezwaar heeft, omdat de heer Ebbers naar de vergadering van het algemeen bestuur van het I. A.M. moet en wij de afdoening van de brief van het I.A.M. eigenlijk niet langer kunnen aanhouden, maar dat u ten principale nog op de zaak terugkomt in de financiële commissie? De heer STORIMANS: Goed, mevrouw de voorzitter. Mag ik dan wel voorstellen dat het verslag van deze discussie te zijner tijd ook naar het bestuur van het I.A.M. wordt gestuurd? De VOORZITTER: O.K. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. d. Brief d.d. 23 mei 1978 van de Commissaris der Ko ningin in de provincie Utrecht, houdende bericht van herbenoeming van mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaf- ten tot burgemeester van de gemeente Soest, met voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen. De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Nu mevrouw Oranje, onze nestor, afwezig is, wil ik gaarne, laat ik maar zeggen: als nestor secundus, haar taak overne men. Het is mij een voorrecht u namens de raad geluk te mogen wensen met uw herbenoeming tot burgemees ter van Soest. Eerste burger van Soest zijn is niet gemakkelijk. Ten onrechte wordt u bij voortduring op zaken aangespro ken waarvoor de raad verantwoordelijk is. Wij willen dit bij deze gelegenheid nog eens duidelijk benadruk ken. Nu maak ik even een zijsprongetje gezien de actuali teit. Ik hoop dat u mij dat vergeeft. In voetbalkringen zou men zeggen dat er meer op de man (in casu de vrouw) wordt gespeeld dan op de bal. Velen van ons kennen daarvan de gevolgen. Burgemeester. Wij hebben u leren kennen als een des kundige, hard werkende, toegewijde burgemeester, vol belangstelling voor het wel en wee niet alleen van de gemeente, maar ook van de verenigingen en de in woners. De komende periode zal veel van u vergen. Wij wen sen u de kracht en de wijsheid toe om deze moeilijke taak tot een goed einde te brengen. Op onze steun kunt u rekenen. Tenslotte wensen wij u en de uwen in uw privé-leven nog vele gezegende jaren in onze zo mooie gemeente toe. (Tekenen van instemming). De VOORZITTER: Ik dank u van harte voor deze hartelijke en, zo zou ik bijna zeggen, versterkende woorden, mijnheer Stam. Dames en heren! Ik maak van deze gelegenheid ge bruik om u te danken voor de prachtige mand met bloemen die ik ter gelegenheid van mijn herbenoeming van u heb gekregen. Ik zou tenslotte willen zeggen: We gaan moedig voor waarts. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. g. Brieven van de Bewonerscommissie Honsbergen d.d. 18 april 1978 en van de Stichting Federatieve Raad voor het Bejaardenwerk Soest d.d. 5 mei 1978 over het openbaar vervoer met voorstel daarop te antwoor den overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp- brief. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! U begrijpt dat onze fractie erg teleurgesteld is. Wij kunnen de gevoelens van de be woners van Honsbergen erg goed begrijpen nu de bus die even zo fijn langs Honsbergen is gekomen, weer de normale route volgt. Wij begrijpen dat er gesprekken zijn geweest met de wethouders Ebbers en Hoekstra, maar uit de brief van Tensen blijkt op geen enkele wij ze dat men ten tijde van de omlegging in tijdnood kwam. Toch is in de ontwerp-antwoordbrief tijdnood een van de argumenten. In de ontwerp-antwoordbrief staat ook dat tijdens de omlegging de vervoerscijfers niet omhoog zijn gegaan. Dat kunnen wij ons wel voorstellen, omdat de men sen van Honsbergen die normaal naar de Beukenlaan lopen, ten tijde van de omlegging bij Honsbergen in de bus zijn gestapt. Ik meen dat men bij de door de bewoners van Honsbergen gewenste route niet aan een stijging van de vervoerscijfers moet denken. De situa tie ten tijde van de omlegging was voor hen alleen een enorm stuk gemakkelijker. Wij zouden er toch op willen aandringen dat nog eens bij Tensen wordt nagegaan of het niet mogelijk is om, zij het misschien via een iets andere route dan die welke tijdens de omlegging is gevolgd, toch Honsber gen te blijven aandoen. Dat is nl. echt wel belangrijk, vooral in deze tijd, waarin iedereen praat over het sti muleren van het openbaar vervoer. In de ontwerp-antwoordbrief is niet de geadresseerde vermeld. Ik neem aan dat dat nog wel zal gebeuren. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De proble matiek van Honsbergen ligt mij na aan het hart. Daar om vraag ik mij af of de bus eigenlijk niet de omweg van vier minuten kan blijven maken - ook al komt hij vroeg in de ochtend door de Gerrit van der Veen- straat; dit heb ik er graag voor over. Op pagina 2 van de ontwerp-antwoordbrief staat: „Door één traject in tijd en afstand te gaan verlengen zou de gememoreerde opzet worden verstoord". Welke gegevens heeft het college over verstoringen gedurende de weken tijdens welke de bus moest om rijden? Volgens mij is er niets verstoord, tenzij het college het kan weerleggen. Ik sta wel eens op de bus te wachten. Die blijft dan altijd minstens vier minu ten lang weg. Ik denk dus dat het argument betreffen de de verstoring een oneigenlijk argument is om de bus het lusje in kwestie niet te laten maken. Ik zou ervoor willen pleiten dat nog eens wordt on derzocht of het inderdaad niet mogelijk is om zonder dat er wat wordt verstoord de bus toch langs Hons bergen te laten rijden. Daarbij ware ook te onderzoe ken hoeveel het kost als de bus de omweg van vier minuten maakt. Misschien kunnen wij dat wel subsi diëren. Ik vind dat de antwoordbrief nog even moet worden aangehouden totdat wij hierop een duidelijk antwoord zullen hebben ontvangen. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook ik ben niet overtuigd door het argument betreffende de om weg van 700 meter respectievelijk vier minuten. Dat er bij Colenso en Soest-Zuid een overstapmoge- lijkheid wordt geboden, is al sinds jaar en dag zo. Dat is het hele systeem dat Tensen hanteert. Dat de bus onderneming daarvan niet wil afwijken, is heel logisch. Daarom zie ik ook geen enkel heil in een verder ge sprek met de busonderneming. Het lijkt mij dat wij de zaak op een andere manier zouden moeten benaderen. Ik doel nu op twee punten. Het ene punt is dat naar ik 141

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 142