de woorden „binnen de bebouwde kom" te schrappen moeten volgen. Ik meen dat wij hadden afgesproken dat de verordening niet „Algemene Plaatselijke Verordening Soest", maar „Algemene Verordening der gemeente Soest" zou heten. Ik geloof dan ook dat in lid 4 van artikel 153 „Algeme ne Plaatselijke Verordening Soest" ware te vervangen door: Algemene Verordening der gemeente Soest. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil nog iets zeggen over de aanplakmogelijkheden. Wij heb ben in maart of april een brief van de heer Van der Werf behandeld waarin werd gevraagd of wij de voor het maken van verkiezingspropaganda geplaatste bor den niet zouden kunnen laten staan om aldus een mo gelijkheid tot wat meer gedurig plakken te bieden. Ik herinner mij dat toen in de desbetreffende antwoord brief is gezegd dat dat in de A.P.V. zou worden gere geld. De VOORZITTER: Dat klopt. De heer GOOTE: Het was dus niet mijn suggestie om het in de verordening te regelen, maar een suggestie die in de bedoelde antwoord-brief naar voren is geko men. Vandaar dat ik er nu op ben teruggekomen. Als u nu zegt dat de verordening niet de juiste plek is om het te regelen De VOORZITTER: De verordening lijkt mij inder daad niet de juiste plek. De heer GOOTE: Dat kan mij verder niet schelen. Het gaat mij er alleen om dat er iets van dien aard wordt geregeld. Ik heb er vrede mee als u nu de toe zegging doet, dat u binnen niet al te lange tijd met een desbetreffend voorstel zult komen. Waar u het dan in regelt zal mij verder minder of meer worst w ezen. Wat de ontucht en de lijkauto's betreft moet ik zeggen dat u mij toch niet helemaal hebt kunnen overtuigen. Ik vind het evenwel niet zo belangrijk dat ik niet ak koord zou kunnen gaan met het ongewijzigd laten van de betrokken artikelen. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik heb geen antwoord gehad op hetgeen ik ten aanzien van artikel 56 naar voren heb gebracht. Ik denk bij dit ar tikel ook aan bijvoorbeeld het feit dat er bij boerde rijen tractoren constant staan te draaien, omdat zij ook nog een andere functie hebben. Er is één punt dat ik in eerste instantie heb vergeten te bespreken. Het gebeurt wel dat garages in de onder bouw van flats worden ingericht als spuitcabine of als opslagplaats voor brandstoffen. In het huurreglement is geregeld dat dat verboden is. Er zijn ook zaken die niet binnen ons gemeentelijk woningenpakket vallen en ten aanzien waarvan dit niet is geregeld via het huurreglement. Vindt u het in verband daarmede niet noodzakelijk een desbetreffend artikel in de onderha vige verordening op te nemen? De VOORZITTER: Dames en heren! Wij hebben in de door de heer Goote bedoelde antwoordbrief aan de heer Van der Werf inderdaad - ik dacht: in onze on schuld - geschreven dat wij de aanplakmogelijkheden zouden regelen in de verordening. Nu, nadat wij er over nagedacht hebben, zeggen wij: Neen, het weder rechtelijk plakken moet in de verordening en ander zijds moet er binnen korte tijd een besluit komen waar in een aantal aanplakgelegenheden in Soest wordt aangewezen, want dat hebben wij toegezegd. De heer Van Aalst heeft gelijk met zijn opmerkingen over artikel 56. Ik kan op het ogenblik niet vinden of 104 wij hetgeen hij heeft gezegd over tractoren en koelwa gens op een andere plaats hebben geregeld. Het lijkt mij goed dat de juridische commissie wordt gemachtigd nog even te bekijken of artikel 56 moet worden aange vuld, teneinde het verbod niet te doen gelden voor koelauto's en/of andere auto's waarvan de motoren wel draaien moeten. De juridische commissie houdt ook nog even een oogje op artikel 145 vanwege de bloembakken etc. De heer VAN AALST: En de kwestie van opslag van gevaarlijke stoffen en van het misbruik van garages on der woonruimte De VOORZITTER: Ik geloof niet dat wij die kwestie in een verordening als de onderhavige kunnen regelen, want het kunnen ook garages enz. van particulieren zijn. Dan kom je dus niet op de openbare weg etc. Ik meen dat wij het op een andere manier zouden moe ten ondervangen. Want als de ruimten van particulie ren zijn, kunnen wij er niets aan doen en als het ruim ten van de gemeente zijn, treden wij ook op als pri vaat persoon. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Wat ge beurt er als bepaalde artikelen van onze verordening strijdig zijn met een provinciale verordening? De VOORZITTER: Dan gaat de provinciale verorde ning voor. De heer LANGE: En de wet, bijvoorbeeld de Wet op de Lijkbezorging? De VOORZITTER: Die gaat nog weer voor. Maar de Wet op de Lijkbezorging regelt bijvoorbeeld het lijk- autogebruik niet. Onze verordening is gebaseerd op de model-A.P.V., die is gemaakt door de provincie Utrecht. Daar heeft men een en ander nogal bijzonder goed uitgeplozen. Wij hebben dan ook het gevoel dat de meeste zaken niet zullen worden ondermijnd door een verordening van een hogere overheid of een wet. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de ontwerp-verordening te wijzigen als volgt: - in artikel 1, lid b, worden de woorden „galerijen van flats" ingevoegd; - in artikel 7, lid 4, wordt het woord „schriftelijk" in gevoegd; - in artikel 111 worden de woorden „binnen de be bouwde kom" geschrapt; - in artikel 153, lid 4, wordt „Algemene Plaatselijke Verordening Soest" vervangen door: Algemene Ver ordening der gemeente Soest. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming be sloten dat de artikelen 37, 38, 56 en 145 nader zul len worden bekeken door de juridische commissie. Hierna wordt het gewijzigde voorstel zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het inrichten van een informatiecentrum. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Wij zijn erg blij met het voorstel. Wij hebben er ook bij de begroting en bij andere gelegenheden al vaak over gesproken. Wij zien het als een eerste aan zet voor een verbetering en een uitbouw van de voor lichting. De notitie van de voorlichtingsambenaar die bij de stukken lag, vinden wij ook zeer waardevol. Daarin wordt ook weer de aandacht gevraagd voor de aan trekkelijke presentatie, de gunstige ligging, de deskun dige bezetting en nog een aantal praktische zaken. 148

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 149