dat wij met een veel te klein bureautje zitten, dat als
je ons bureautje binnenstapt en tien stappen neemt, je
aan de achterkant alweer buiten staat en dat het tref
fen van beveiligingsmaatregelen echt noodzakelijk is.
Ik kan dan ook niets anders doen dan u vragen met
het voorstel van het college mee te gaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heren Banki, Blaauw en Visser verkrijgen op hun
verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met
de genomen beslissing niet hebben verenigd.
108 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van het aanleggen van een verwarmings
installatie in twee dienstwoningen en de bedrijfsge
bouwen van de rioolwaterzuiveringsinstallatie te Soes-
terberg.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Met
het gevraagde krediet van f. 16.000,- is de zaak na
tuurlijk niet helemaal klaar. Wij zullen ook vanaf de
rand van het dorp een gasleiding moeten leggen naar
de twee woningen. De kosten daarvan schat ik op on
geveer f. 10.000,-.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De aan
leg van de leiding vanaf de rand van het dorp naar de
twee woningen past gewoon in het kader van de aan
leg van dienstleidingen enz. en is helemaal geen punt.
Er is natuurlijk wel een uitgave mee gemoeid, maar
daarvoor zal gewoon worden geput uit het algemene
krediet voor dienstleidingen van het gasbedrijf.
Wethouder HOEKSTRA: Het heeft dus met open
bare werken als zodanig niets te maken, mevrouw de
voorzitter. Er is een krediet nodig voor de c.v.-instal-
latie voor de twee dienstwoningen en de bedrijfsge
bouwen. De aanleg van de leiding is een zaak van het
gasbedrijf en wordt gefinancierd uit het algemene kre
diet van het gasbedrijf voor het hoofdbuizennet, huis
aansluitingen en dergelijke.
De heer VAN AALST: Is dat krediet wel toereikend?
Wethouder HOEKSTRA: Ja.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
109 Voorstel tot vaststelling van de aangepaste gemeen
schappelijke regeling Gewest Eemland.
De VOORZITTER: Dames en heren! In lid 1 van arti
kel 48 van de ontwerp-regeling dient u in plaats van
48 te lezen: 46.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
110 Voorstel tot verkoop van grond aan de heer H.N Ha
gen te Vreeland.
111 Voorstel tot het verlenen van een tegemoetkoming
aan de Voetbalvereniging S.E.C. wegens overschrijding
van de geraamde kosten van verbouw van de kantine.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
112 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van de aanleg van twee beveiligde over
steekplaatsen op de Koningsweg.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik heb begrepen dat er drie oversteekplaatsen ko
men.
Wethouder HOEKSTRA: Neen, twee.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Onze
fractie spreekt er graag haar waardering voor uit dat
het college zo snel heeft gewerkt, De vorige maand
hebben wij in de raad tijdens het vragenhalfuurtje ge
vraagd om een veilige oversteekplaats op de Konings
weg en nu reeds ligt het desbetreffende voorstel voor
ons. Wij zijn er ontzettend blij mee en danken het col
lege van harte voor de medewerking.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik vind het
overdreven om in raadsvoorstellen partijen te noemen.
De oversteekplaats bij de Dalweg heb ik voorgesteld in
de commissie voor openbare werken en als we op die
toer zijn, kunnen we in elk voorstel wel steeds alle par
tijen gaan noemen.
De VOORZITTER: Dit komt in de notulen. Dan kan
dus iedereen lezen dat u het ook heeft voorgesteld.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
113 Aanvullend voorstel inzake het ontwikkelingsplan
Soest 1977.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! De in het voorstel bedoelde aanvulling op de
brief aan degenen die een reactie op het ontwikkelings
plan hebben ingezonden, beslaat twee alinea's. Het
geen daarin staat is niet onjuist, maat ik vind de twee
de alinea een beetje langdradig en een beetje moeilijk
te lezen. Eigenlijk zou ik willen voorstellen, dat die
alinea wat zakelijker wordt gehouden en dat wij haar
doen luiden als volgt:
Het vaststellen van dit plan betekent dus niet dat
over allerlei zaken besluiten zijn genomen waaraan de
burgers zijn gehouden, maar slechts dat een gemeente
lijke beleidslijn is vastgesteld. De in genoemd plan ge
schetste ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden
neergelegd in bestemmingsplannen. Deze bestemmings
plannen zullen pas worden vastgesteld nadat de bur
gers door middel van inspraak en eventueel het indie
nen van bezwaarschriften hun mening over de plannen
hebben kenbaar gemaakt.
Ik heb alle fracties reeds van dit voorstel op de hoogte
gesteld. Dat heeft ertoe geleid dat de heer Van Poppe-
len voorstelt de door mij voorgestelde tweede alinea
aan te vullen met de volgende zin:
Hiertoe zal u te zijner tijd ruimschoots de gelegenheid
worden gegeven.
Hiermede ben ik het eens.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik wil niet
opnieuw de discussie aangaan die wij de twee vorige
keren zijn aangegaan. U weet dat ik het niet eens ben
met de beantwoording van de brieven en ook niet met
de nu voorgestelde aanvulling, vooral niet met de zin
waarin staat dat het ontwikkelingsplan de grondslag
beoogt te zijn van het door de gemeente gedurende de
eerstkomende jaren te voeren beleid. U weet dat ik daar
nogal wat vraagtekens bij zet.
De laatste zin van de door het college voorgestelde toe
voeging luidt als volgt:
„Deze bestemmingsplannen binden de burgers en
worden dan ook pas vastgesteld nadat de burgets door
middel van inspraak en eventueel het indienen van be
zwaren hun mening hierover hebben kunnen geven."
Hiervan zeg ik: Dat dank je de koekoek. Het is heel
gemakkelijk om te zeggen dat bestemmingsplannen
worden vastgesteld nadat burgers door middel van in
spraak en het indienen van bezwaren hun mening heb
ben gegeven. Dat gebeurt op het ogenblik. Het is veel
moeilijker om door die inspraak en door die bezwaren
nog wat te veranderen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Evenmin