de zaak overdag kan worden gevuld en op welke wijze
de zaak financieel rond kan worden gemaakt. Die as
pecten zullen bij de behandeling van de prioriteitenlijst
ook een rol spelen.
De kosten voor het draagvlakonderzoek bedragen
f. 15.000,-. Er mag inderdaad worden verondersteld
dat er bij de V.N.G. wel een papiertje ligt met gegevens
over de vraag wanneer een sporthal rendabel is, want
ik neem niet aan dat Soest en Soesterberg de enige
zijn die op dat gebied problemen hebben.
Voor het overige wil ik gaarne verwijzen naar de brief
waarin staat dat de wijkraad om commentaar is ver
zocht. Ik heb inmiddels uit de pers wat commentaar
vernomen, maar ik wacht gaarne het officiële bericht
van de wijkraad af. Het college zal vervolgens op dat
officiële bericht van de wijkraad reageren. Er zal daar
bij rekening worden gehouden met de opmerkingen van
de raadsleden.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten over
eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester
en wethouders is voorgesteld.
z. Brief d.d. 3 mei 1978 van de voorlopige Bewoners
commissie Weegbreestraat waarin bezwaren worden
kenbaar gemaakt tegen de verhoging van de service
kosten per 1 mei 1978, met voorstel deze brief te be
antwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde ont-
werp-brief.
Dit stuk wordt aangehouden.
aa. Brief d.d. 20 juli 1978 van de Bewonerscommissie
„Egghermonde", waarbij een afschrift wordt toege
zonden van een brief aan burgemeester en wethouders
inzake de verkeerssituatie in de wijk Egghermonde,
met voorstel deze brief ter afdoening in handen te
stellen van burgemeester en wethouders.
De heer VISSER: Ik veronderstel dat deze brief dan
niet terugkomt in de raad.
De VOORZITTER: Dat veronderstel ik ook.
De heer VISSER: Reageert het college positief of nega
tief op de brief?
De VOORZITTER: Ik meen dat de uitmonding van
Egghermonde reeds heel vaak aan de orde is geweest,
ook in gesprekken met de bewonerscommissie Eg
ghermonde. De standpunten zijn duidelijk bekend. In
het bestemmingsplan Egghermonde 2 is rekening ge
houden met een uitweg aan de Kamerlingh Onnes-
laan. Om allerlei redenen vormt die uitweg de beste
oplossing. In de commissie ruimtelijke ordening heb
ben wij geen reden gezien die ontsluiting op een ande
re wijze tot stand te brengen.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester
en wethouders ter afdoening.
bb. Brief d.d. 20 juli 1978 van de heer J.A.M. Kaspers
te Nunspeet inzake vergoeding kosten aanleg tuintje
ten behoeve van schooljeugd met voorstel deze brief
ter afdoening in handen te stellen van burgemeester
en wethouders.
De heer VISSER: Gaat het college positief of negatief
reageren op deze brief?
De VOORZITTER: Wij gaan negatief reageren. Er is al
veel correspondentie en getelefoneer over het tuintje
van het perceel Smitsweg 29 geweest. Dit tuintje is
door de heer Kaspers met schoolkinderen in gebruik
genomen. (De heer Kaspers liep stage aan één van on
ze scholen). In het perceel Smitsweg 29 woonde
iemand die daarvoor blijkbaar toestemming had gege
ven. Inmiddels woont er iemand anders in het pand
en het is dan ook logisch dat de nieuwe bewoner het
gebruik van de tuin heeft.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester
en wethouders ter afdoening.
cc. Brief van de heer J.H.W. Habermehl d.d. 11 augus
tus 1978, waarin hij mededeelt af te zien van zijn be
noeming tot lid van de raad dezer gemeente,
dd. Brief van de voorzitter van het Centraal Stembu
reau voor de verkiezing van de leden van de raad der
gemeente Soest, waarin wordt medegedeeld dat bij be
sluit van 15 augustus 1978 de heer A. Onderdelinden
benoemd is verklaard tot lid van de raad der gemeente
Soest, zulks ter vervulling van de opengevallen plaats,
ontstaan door het ontslag van de heer j".H.W. Haber
mehl.
Deze stukken worden aangenomen voor kennisge
ving.
De VOORZITTER stelt hierna allereerst aan de or
de:
126 Voorstel tot het onderzoeken van de geloofsbrief
van de heer A. Onderdelinden.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel voor om
reeds thans een commissie van onderzoek der geloofs
brieven te benoemen, opdat deze commissie tijdens
een stemming haar onder zoek zal kunnen verrichten.
Daardoor zullen wij geen extra tijd behoeven te verlie
zen.
Ik benoem tot leden van de commissie van onderzoek
der geloofsbrieven mevrouw Van Gelder-Cornelissen
en de heren Van Logtenstein en Visser. Deze commis
sie zal op een later tijdstip tijdens deze vergadering het
resultaat van haat onderzoek kunnen mededelen.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van de
voorzitter.
De heer VISSER: Ik wil, mevrouw de voorzitter, nog
iets vragen over de lijst van ingekomen stukken. Er is
een brief van eind mei van een aantal bewoners van
de Wieksloterweg over een crossterrein voor de jeugd.
Die brief is gericht aan de raad, maar hij staat niet op
de agenda. Waarom niet? Kan dat verzuim nog wor
den goedgemaakt door de brief in ieder geval op de
agenda van de septembervergadering te plaatsen?
De VOORZITTER: Wij zullen dat nakijken. Wanneer
er sprake is van een brief die aan de raad is gericht,
wordt die brief op de agenda geplaatst.
De heer VAN POPPELEN: Die brief is aan het colle
ge gericht.
De VOORZITTER: Wanneer de brief aan de raad is
gericht wordt hij op de agenda van de septemberver
gadering geplaatst, maar dat gebeurt niet wanneer de
brief niet aan de raad is gericht.
127 Vragenhalfuurtje,
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Visser
heeft ons op 11 juli jl. een brief geschreven met de
vraag of het mogelijk is de termijn waarop de reacties
op de concept-onderwijsnota binnen moeten zijn met
een maand te verlengen. De heer Visser meent dat er
als gevolg van de vakanties te weinig tijd is om te rea
geren.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De on
derwijscommissie heeft geadviseerd de termijn van in
zending van reacties te verlengen tot 1 november a.s.
Het college neemt dat advies gaarne over.