wij met een voorstel kwamen om aan de Beukenlaan
tegenover de Wiardi Beckmanstraat een abri te plaat
sen. Reeds lang geleden hebben wij met grondeigenaars
ter plaatse contact opgenomen om een stukje grond
voor het plaatsen van een abri te verwerven, maar dat
is nimmer gelukt.
Ik kan op dit moment geen antwoord geven op de
vraag of er onbreekbaar glas wordt gebruikt; in de
commissie openbare werken wil ik dat punt zeker nog
eens bespreken.
Voorkomen moet worden dat wij door heel Soest al
lerlei soorten abri's krijgen. Wij hebben ons tot één fir
ma gewend. Deze firma levert goede abri's. Ongetwij
feld zullen er bh de plaatsing van de eerste abri's wel
verschillende offertes zijn geweest en toen zullen de
voor- en nadelen wel tegen elkaar zijn afgewogen. Dat
gebeurt nu niet meer.
De zes in de voordracht genoemde abri's zijn natuur
lijk nog niet gekocht, want het gaat nu alleen maar om
het verlenen van een krediet.
Ik zal ook aandacht testeden aan de vraag van mevrouw
Oranje om ook aan de overkant van de serviceflat „de
Soester Duinen" nog een abri te plaatsen. Daarvoor zal
dan vanzelfsprekend een nieuw krediet moeten wor
den gevraagd.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Moet er ook nog een
krediet komen voor de aankoop van grond of gaat het
allemaal om gemeentegrond
Wethouder HOEKSTRA: Van rijkswaterstaat behoe
ven wij geen grond te kopen (van deze instantie heb
ben wij alleen toestemming nodig), maar voor de aan
de Beukenlaan te plaatsen abri moeten wij een stukje
grond kopen. Wanneer wij daar eigen grond hadden
gehad zou die abri allang zijn geplaatst.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
159 Voorstel tot verkoop van grond, gelegen aan/nabij de:
a. Zwaluwenweg aan de heer C.P. Rademaker, Zwalu
wen weg 20;
b. Ant. van Leeuwenhoeklaan aan de heer J.H. Blom,
Ant. van Leeuwenhoeklaan 57.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
160 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de invoering van een methodisch personeelsbe
oordelingssysteem voor het gemeentepersoneel.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Op pa
gina 2 schrijft het college onder meer:
„Tot op heden zijn wij er nog niet in geslaagd een per
soneels beoordelingsadviseur aan te trekken."
Wij achten het alleszins begrijpelijk dat het college
daarom de hulp van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten heeft ingeroepen. Ik vraag mij echter af
of het mogelijk is om één van de mensen van de afde
ling die zich met het personeelsbeleid bezighoudt op
te leiden tot personeelsbeoordelingsadviseur. Ik vraag
mij nl. af of er, wanneer die zaak goed marcheert,
sprake zal zijn van een volledige dagtaak voor die func
tionaris.
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! In de fi
nanciële commissie is ons gebleken dat het college
f. 150.000,- vraagt, terwijl er inmiddels (zonder toe
stemming van de raad) alweer ruim f. 60.000,- is uitge
geven. Ook bij dit voorstel moet derhalve worden
vastgesteld dat de raad niet meetelt. Er is een bedrag
uitgegeven zonder dat de raad daarin is gekend,
Wij hebben nogal wat moeite gehad met het gevraagde
bedrag, want het gaat om steeds weer terugkomende
kosten en niet om het uitgeven van een bedrag voor
één keer.
Uit een eerste beschouwing van deze materie krijg je
de indruk dat iedereen gaat leren hoe hij de volgende
man moet gaan beoordelen. Dat geldt dan niet voor de
laatste man, want hij heeft niemand meer onder zich.
Dat zal dan ieder jaar weer uitgebreid gebeuren. Wij
menen dat er een andere oplossing mogelijk moet zijn
zonder dat al die hoge kosten worden gemaakt. Bo
vendien worden de mensen bij het beoordelen ook
nog van hun werk afgehouden. Het college heeft ken
nelijk moeite met mijn uitspraken, maar wij hebben
helemaal geen moeite met die uitspraken, want wij
vinden hetgeen wordt voorgesteld ontzettend duur.
Voor zo'n hoop geld kan misschien wel een behoor
lijke personeelschef worden aangesteld.
Gelet op het vorengestelde menen wij dat het aanbe
veling verdient dit voorstel aan te houden en nog eens
door te spreken.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Wij gaan van harte akkoord met dit
voorstel, want bij een in deze tijd passend personeels
beleid is het van belang dat de ter beschikking staan
de instrumenten worden gehanteerd. De invoering van
een systematische personeelsbeoordeling is een logisch
gevolg van de functiewaardering.
Thans is de V.N.G. ingeschakeld, omdat de gemeente
zelf geen mogelijkheden heeft. Ik vind het echter uiter
mate belangrijk dat de personeelsbeoordelingsadviseur
iemand is die goed is geïnformeerd over de organisatie.
Het is dan ook verheugend dat het college een herhaal
de oproep zal plaatsen. Ik neem aan dat het, gelet op
het personeelsbestand, gaat om een parttimefunctie.
Het college wil een personeelsbeoordelingsadviseur
aantrekken; ik vraag mij af of het niet beter is om een
personeelswerker aan te trekken, dat wil zeggen
iemand die ook weet hoe de andere instrumenten van
het personeelsbeleid moeten worden gehanteerd. Ik
denk in dit verband nl. reeds aan het vervolg, nl. de
loopbaanbegeleiding.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! De heer Van Ee heeft niet namens de gehele
fractie gesproken, want ik ben bij nader inzien tot heel
andere inzichten gekomen. Ik denk dat hetgeen nu
wordt voorgesteld een goede zaak is. Ik heb de nota
inzake het methodische beoordelingssysteem van het
gemeentepersoneel nog eens opgezocht. In die nota
wordt gesproken over het beoordelen door de chefs
van de prestaties en gedragingen van de medewerkers
en nog niet over het aantrekken van een personeels
beoordelingsadviseur, maar in een later stadium is er
over het aantrekken van een dergelijke functionaris
toch wel gesproken.
Ik heb mij wel afgevraagd of onze gemeente wel groot
genoeg is om een personeelsbeoordelingsadviseur aan
te trekken. Zijn er andere gemeenten van de grootte
van Soest die een dergelijke functionaris in dienst
hebben? Komt zo'n onafhankelijk persoon boven,
naast of onder een personeelschef te staan?
Het college stelt in het voorstel onder meer:
„De personeelsbeoordeling kan tevens een bijdrage
leveren tot een betere communicatie binnen de orga
nisatie."
Eerst zag ik dat nauwelijks zitten, maar bij nader in
zien kan ik mij de betekenis van die zinsnede toch