Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 19 oktober 1978,
Bé secretaris, De voorzitter,
vinden wel dat er op het huis een kap mag komen die
duidelijk een zolder is. Wij adviseren de reclamant dan
ook een bouwaanvraag in te dienen voor uitbreiding
van het gebouwde met een zolder. Om eventueel on
nodig uitstel te voorkomen dient daarover dan wel
eerst overleg te worden gepleegd met de welstands
commissie en met de secretarie, zodat bekend is of het
geen dan wordt voorgesteld ook kan worden toege
staan. Wij zijn derhalve niet tegen een dakopbouw,
mits er sprake is van een duidelijke zolder en niet van
een woonetage.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik wil enige
opheldering vragen over een passage in de toelichting
van burgemeester en wethouders op bladzijde 3 (punt
7). Opgemerkt wordt onder meer:
„Het is juist dat op de hoek Van Weedestraat/Stad-
houderslaan een vergunning is verleend voor een com
plex met een derde laag boven de winkellaag. Dat voor
dit bouwplan bij vergissing een bouwvergunning is ver
strekt mag voor het college evenwel geen reden zijn
voor soortgelijke bouwplannen in de toekomst ook
maar bouwvergunning te verlenen."
Achter die passage zet ik toch een vraagteken. Ik ge
loof gewoon niet dat het college vergissingen maakt bij
het verlenen van een bouwvergunning. Mijns inziens
heeft die andere architect doorgedramd en zijn zin
gekregen. In dat geval spreekt het college over een ver
gissing. Ik vind dat dat een groot precedent is en geen
vergissing. Daarom meen ik dat het college de gevraag
de vergunning toch maar moet verlenen. De eerste
aanvraag is door de welstandscommissie wel goedge
keurd. Ongetwijfeld zal er op vele zolders in Soest
worden geslapen zonder dat dat aan de buitenkant
kan worden gezien. Ik vraag mij af waarom het colle
ge geen toestemming verleent, wanneer dat krachtens
het bestemmingsplan Soestdijk mogelijk is.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Wij stemmen in met hetgeen mevrouw
Korthuis heeft opgemerkt. Dat betekent dat wij het ad
vies van de commissie voor de beroepschriften volgen.
Wij kunnen echter instemmen met een dakopbouw die
alleen tot zolder dient, mits ook de welstandscommis
sie akkoord gaat.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Er is duide
lijk strijd met het bestemmingsplan, omdat hetgeen nu
is aangevraagd moet worden gezien als een woonlaag.
Blijft de aanvraag van een dakopbouw die uitsluitend
als zolder dient. Reclamant dient zelf te beslissen of
hij een dergelijke aanvraag wil doen.
Uit de foto's blijkt dat terecht ook op basis van wel-
standseisen geen vergunning is verleend, want er is
sprake van het doorbreken van het straatbeeld. Er is
wel een duidelijke fout gemaakt door op de hoek Van
Weedestraat-Stadhouderslaan een derde bouwlaag toe
te staan. Dat is een bijzonder vervelende en kwalijke
zaak, maar die fout vormt geen reden om elders het
zelfde toe te staan. D.an is er sprake van een precedent
en dan kunnen wij gelijksoortige plannen niet meer af
wijzen.
Uit het vorengestelde zal het duidelijk zijn dat wij in
stemmen met het voorstel.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik vind het
zeer onbehoorlijk dat de heer Visser de suggestie wekt
dat het college bewust een vergissing zou hebben ge
maakt.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik ben dankbaar
voor de steun die de heer Lange het college geeft; ik
meen dat het van de heer Visser heel kwalijk is om te
suggereren dat het expres een vergissing zou hebben
gemaakt. Ik zou het op prijs stellen wanneer hij die
woorden terugneemt. Dat laat ik echter aan zijn be
leefdheid over.
Ik heb begrepen dat iedereen - met uitzondering van
de heer Visser - het advies van de commissie voor de
beroepschriften kan volgen. Er is strijd met het be
stemmingsplan.
Terecht heeft mevrouw Korthuis erop gewezen dat
het krachtens het bestemmingsplan niet verboden is
om een dakje op de tweede woonlaag te zetten. Goed
keuring van een eventuele aanvraag daartoe is afhan
kelijk van de voorgestelde constructie en de mening
van de welstandscommissie daarover. De aanvrager is
thans aanwezig en hij zal derhalve niet meer van ons
behoeven te horen wat de mogelijkheden zijn.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De VOORZITTER sluit hierna, te 24.02 uur, de ver
gadering.