raad is sinds de eerste dinsdag in november niet meer in functie en daarom kunnen wij de onderhavige brief het beste voor kennisgeving aannemen. De problematiek is ons bekend. Namens het gemeen tebestuur hebben wij de leden van de wijkraad bedankt voor hetgeen zij in de afgelopen jaren ten behoeve van de gemeenschap Soesterberg hebben gedaan. Wij stel len ons voor om op een nog iets vrolijker wijze van de wijkraad afscheid te nemen. Het zal ook bekend zijn dat wij in de commissie alge mene bestuurszaken een notitie hebben aangekondigd en dat er daarom nog gesprekken in Soesterberg zullen plaatsvinden. De wijkraad als zodanig bestaat niet meer. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. d. Brief d.d. oktober 1978 van „Stem voor Leven" (Nederlands Comité Redt het ongeboren kind) houden de een verzoek,invloed aan te wenden om de wijziging van de wet voor wat betreft abortus provocatus te verhinderen. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. e. Brief d.d. 12 oktober 1978 van de heer H.L. Witte en enige anderen, houdende verzoek om het perceel Bos straat 2 voor woondoeleinden beschikbaar te stellen, met voorstel, adressanten te berichten dat een beslis sing op het verzoek eerst kan worden genomen nadat de bestemming van het terrein vaststaat. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! In het ge ding is het oude pand van „De blauwe vogel". Uit de ter inzage gelegde stukken heb ik begrepen dat dit pand thans geheel of gedeeltelijk is verhuurd tot 1 fe bruari 1979. Wat er daarna met het pand zal gebeuren is mij niet gebleken. Van een aantal mensen is het verzoek binnengekomen om in dat pand te mogen gaan wonen. Het college wil deze mensen berichten dat een beslissing kan worden genomen, wanneer de bestemming van het terrein vaststaat. Dat terrein ligt op het ogenblik in het ont- werp-bestemmingsplan Centrum. Stel dat de raad van avond besluit in te stemmen met het voorstel van het college dat betrekking heeft op dat ontwerp-bestem- mingsplan. Dan kan het nog wel even duren voordat er een nieuwe bestemming voor dat terrein vastligt. Het lijkt mij een wat merkwaardige zaak om in die tus sentijd niets met dat terrein en het pand te doen. Gelet op het vorengestelde stel ik voor om de adres santen niet te berichten hetgeen het college voorstelt; dat voorstel moet worden teruggenomen, waarna kan worden bekeken wat er met het pand kan worden ge daan in de komende jaren. Daarbij geef ik in overwe ging om, zoals ook door adressanten wordt gevraagd, het pand voor woondoeleinden te gebruiken. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het lijkt mij sterk dat op dit terrein geen bestemming ligt, want er is sprake van een vigerend bestemmingsplan. Het lijkt mij ook te lang duren om te wachten op wat het colle ge in de toekomst denkt te gaan doen. In de stukken heb ik gelezen dat het gebruik geldt tot 1 februari 1979; met andere woorden: degene die er nu woont, mag er wonen tot 1 februari 1979. In de stukken wordt daarover nog opgemerkt: „In afwachting van de ontwikkeling ter plekke was dat een goede oplossing." Het lijkt mij dat het in afwachting van de ontwikkeling ter plekke gewoon een goede oplossing blijft, dat het pand ook na 1 februari 1979 een woonbestemming be houdt. In afwachting van de ontwikkelingen moet er iemand (bijvoorbeeld de briefschrijvers die drie wo ningwetwoningen vrijmaken) in dat pand gaan wonen. Ik zou de briefschrijvers dan ook niet met een kluitje in het riet willen sturen. Met de heer Goote meen ik dat nog eens moet worden bekeken wat wij na 1 februa ri 1979 gaan doen met dat pand. Ik vrees dat het bin nen no time zal worden gesloopt, wanneer het leeg blijft staan. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Binnen korte termijn zal wel blijken of het pand al dan niet de woonbestem ming kan behouden. Indien het pand de woonbestem ming behoudt, zijn eerst aan de beurt de mensen die bovenaan de lijst van woningzoekenden staan en in dat verband kan geen voorkeurspositie aan anderen worden gegeven. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Mag ik daar uit begrijpen dat het college mijn voorstel om de door het college voorgestelde wijze van afdoening terug te nemen heeft overgenomen? Wordt de zaak nog eens bekeken? Ik heb niet gezegd dat de claim van de briefschrijvers moet worden gehonoreerd; ik heb alleen gezegd dat ik het niet eens ben met de voorgestelde wijze van af doening. De zaak moet worden bekeken. Wanneer het pand een woonbestemming kan behouden, zal het college moeten uitmaken wie in het pand kan gaan wonen. De heer VISSER: Die lijst van woningzoekenden is erg genuanceerd, want er staan ook mensen op die al leen maar andere woonruimte willen hebben. Ik vind het voorstel van de wethouder dan ook niet zo erg ge nuanceerd. Ik handhaaf mijn gedachten en blijf het geen de heer Goote heeft gezegd ondersteunen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Voor alle duidelijk heid: Wanneer ik spreek over mensen die bovenaan op de lijst van woningzoekenden staan, dan heb ik het over de 400 urgentiegevallen die wij hebben (mensen die geen woonruimte hebben of woonruimte die om verschillende redenen niet voor hen geschikt is). De VOORZITTER: Ik meen dat wij de brief het bes te ongeveer op de volgende wijze kunnen beantwoor den: Tot 1 februari 1979 is het pand bewoond. Afhan kelijk van ontwikkelingen die misschien nog voor 1 fe bruari 1979 zullen plaatsvinden, zullen wij bekijken of het pand vooralsnog de woonbestemming behoudt. Vervolgens zal worden bekeken op welke wijze het pand op de eerlijkste manier in huur kan worden ge geven. Met die formulering laten wij naar ik meen alle moge lijkheden open. Ik meen dat het wel duidelijk is gewor den dat het niet onze bedoeling is om het pand leeg te laten staan na 1 februari 1979. Wij hebben een lijst van woningzoekenden en daarop komen de briefschrijvers wellicht voor. Zij komen wellicht voor bewoning van het pand in aanmerking, maar het is mogelijk, dat er vele anderen zijn aan wie wellicht voorrang moet worden verleend. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen door de voorzitter is voorge steld. f. Brief d.d. 28 augustus 1978 van Hypsos B.V. te Soesterberg inzake de gevolgen van het inrichten van een kijkplaats nabij het vliegveld Soesterberg aan de Batenburgweg, met voorstel te antwoorden overeen komstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief. 44

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 251