meente te verrichten activiteiten. Deze afweging vindt
jaarlijks plaats tijdens de begrotingsbehandeling.
Het college meent dat de sport niet meer in het AWOS
kan worden opgenomen, omdat het welzijnsoverleg
reeds zover is gevorderd, dat deelname nu niet meer
zinnig is.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
geen aanvullende vraag.
Ik verzoek u mij alleen een kopie ter hand te stellen
van de tekst die mevrouw Van Stiphout heeft voorge
lezen. Volgende week hebben wij nl. een avond in ons
politieke café Proest over het welzijnsplan en dan wil
len wij graag de beschikking hebben over het antwoord
van het college op de door ons gestelde vragen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Ik heb slechts enkele stukjes op schrift; niet
het gehele antwoord staat op schrift.
De heer VISSER: Dan de stukjes maar.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Ik wil iets
opmerken over de orde van het vragenhalfuurtje. Het
verheugt mij, dat u de tweede serie vragen wel hebt
voorgelezen, want ik realiseerde mij bij die eerste serie
vragen, dat het voor de mensen op de publieke tribu
ne toch wel buitengewoon moeilijk was om te begrij
pen waarover wij het hadden. Dat is natuurlijk bijzon
der vervelend. Wanneer de vragen lang zijn, zal ten
minste het onderwerp moeten worden medegedeeld,
terwijl in het kort zal moeten worden aangeduid waar
op de vragen betrekking hebben. Ik neem aan dat u zich
dat ook bij de tweede serie vragen hebt gerealiseerd.
Ik verzoek u in de toekomst de vragen steeds voor te
lezen of in het kort aan te duiden waarom het gaat.
De VOORZITTER: Toen de heer Onderdelinden aan
het woord was, realiseerde ik mij, dat het niet alle
maal duidelijk was. Daarom verzoek ik eventuele vra
genstellers om hun vragen heel kort en duidelijk te for
muleren, want de heer Onderdelinden had een lang
verhaal gestuurd.
Ik geloof dat het in het algemeen goed is om de vragen
voor te lezen, opdat iedere aanwezige op de publieke
tribune kan begrijpen waarover het gaat.
De heer ONDERDELINDEN: Ik heb uw opmerkingen
ter harte genomen. Ik zal in voorkomende gevallen
veel korter zijn.
De VOORZITTER verklaart het vragenhalfuurtje voor
geëindigd.
50 Voorstel inzake de aanleg van riolering en een voetpad
langs de Bosstraat.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! On
ze fractie gaat akkoord met dit voorstel, waardoor ein
delijk riolering zal worden aangelegd langs de Bosstraat.
Er wordt ook een voetpad aangelegd. Dat voetpad zal
met het oog op de veiligheid van de wandelaars een
grote verbetering betekenen. Is het mogelijk een ver
bindingspad aan te leggen tussen de Bosstraat en de
reeds aangelegde wandelpaden tussen de spoorbaan,
de Bosstraat en de Den Blieklaan?
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
In de commissie voor openbare werken heb ik een op
merking gemaakt naar aanleiding van de sportwedstrij
den op zondag. Dan staan er langs de Bosstraat nogal
veel auto's geparkeerd. In de commissie heb ik ge
vraagd of de automobilisten die naar het voetballen
gaan, een bekeuring zullen krijgen, wanneer zij hun
auto op het wandelpad parkeren. Voor die periode zou
er feitelijk ontheffing moeten worden verleend, want
waar zouden die auto's anders moeten worden gepar
keerd? Voor de bezoekers van de voetbalwestrijden
ontstaan er grote problemen, wanneer de strook grond
die nu regelmatig op zondagmiddag voor het parkeren
van auto's wordt gebruikt, straks niet meer beschik
baar is. Het is ook niet zo leuk, wanneer die auto's in
het vervolg op de Den Blieklaan of in de Foekenlaan
worden neergezet, want die straten zijn niet zo erg
breed.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
De heer Van Poppelen vraagt feitelijk of het voetpad
kan worden aangesloten op de paadjes bij „De blauwe
vogel". Dat is natuurlijk altijd mogelijk. Wij zullen
proberen die aanleg mee te nemen binnen het thans
ter beschikking te stellen krediet. Indien dat niet mo
gelijk is, zullen wij moeten bekijken of er dit jaar nog
een klein bedrag is overgebleven dat voor het maken
van die verbinding kan worden aangewend.
In het weekeinde - vooral op zondag - staan er in de
Bosstraat inderdaad ontzettend veel auto's. Het is na
tuurlijk ook geen beste zaak wanneer het voetpad -
het wordt aangelegd met het oog op de veiligheid van
de voetgangers - op zondag in beslag wordt genomen
door auto's. Ik kan de vraag van de heer Van den Bra-
kel eigenlijk niet beantwoorden; ik meen dat zij het
maar met elkaar moeten proberen te rooien.
De VOORZITTER: Ik wil dit probleem bespreken met
de afdeling verkeer van de politie, want ik zie op dit
moment ook niet wat er kan en moet gebeuren. Ik be
loof de heer Van den Brakel, dat ik deze zaak met de
afdeling verkeer van de politie zal bespreken.
De heer VAN DEN BRAKEL: De Soester voetbal
clubs draaien op het ogenblik in de top mee, waardoor
de belangstelling ook veel groter is.
De VOORZITTER: Wij beseffen de zorgen die daar
mede gepaard gaan en ik beloof u dat ik zal nagaan
of aan dat probleem iets kan worden gedaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
51 Voorstel tot het nemen van een „voorbereidingsbesluit"
voor gronden langs en/of in de omgeving van de Bos
straat, de Koningsweg en de Koninginnelaan.
52 Voorstel tot het terugbetalen aan woningbouwvereni
gingen van gedane aflossingen op renteloze voorschot
ten.
53 Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven
van het openbaar kleuteronderwijs over 1977.
54 Voorstel tot vaststelling van de vergoeding over het
jaar 1977 op grond van artikel 75 van de Kleuter
onderwijswet.
55 Voorstel tot vaststelling van de vergoeding over het
jaar 1977 op grond van artikel 103bis van de Lager-
onderwijswet 1920 (vakonderwijs).
56 Voorstel tot vaststelling van de vergoeding over het
jaar 1977 op grond van artikel 103, 2e lid van de La-
ger-onderwijswet 1920.
57 Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven
van het openbaar gewoon lager onderwijs over 1977 en
van het openbaar gewoon lager onderwijs gedurende
het vijfjarig tijdvak 1973 tot en met 1977.
58 Voorstel tot het vaststellen van de vergoeding over het
jaar 1977 op grond van artikel 191 Besluit buiten
gewoon onderwijs 1967.
48