In de brief van het college van 9 november jl. aan de raad heb ik gelezen, dat het college, wanneer een aantal zaken uit de gehele procedure wordt genomen, de raad een voorstel zal doen toekomen omtrent de loka- tie van de uit de procedure te nemen gebouwen. Ik dring er bij het college op aan om dat voorstel te doen bestaan uit het presenteren van een aantal alternatieven met een analyse van voor- en nadelen zonder dat er aanbevelingen bijzitten (aanbevelingen die aangeven dat per se voor één van de genoemde lokaties moet worden gekozen). Ook ik heb enige twijfel over de vraag of reeds thans met betrekking tot fase II moet worden vastgesteld, dat aan de inspraakprocedure zal moeten worden deelgenomen door 500 personen, uit te nodigen door middel van een aselecte steekproef. Een goed element in fase II is het horen van de belangengroepen; het ho ren van die belangengroepen zal parallel moeten lopen met het horen van de bevolking. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Graag een woord van lof over de opzet zoals die thans in drie fases voor ons ligt. Hiermede heeft het college getracht serieus in te gaan op de moeilijkhe den die juist in de afgelopen jaren in de hele inspraak procedure zijn gerezen. Hoewel wij lof voor de opzet hebben, menen wij toch, dat het op dit ogenblik niet haalbaar is om de door het college voorgestelde uitvoe rige procedure af te werken, mede omdat een derge lijke gang van zaken meestal niet de neiging heeft om in te lopen op de tijd, maar om uit te lopen. Wij vre zen dat dan toch de tijd verstrijkt zonder dat er bin nen redelijke tijd kan worden gekomen tot besluiten en tot uitvoering van die besluiten. De opzet die het college voorstelt vergt ongeveer twee jaar en pas dan kan de procedure in gang worden gezet om iets te realiseren. Wij weten allen hoe lang de realisering van bepaalde objecten duurt. Dan zijn wij zo vier jaar ver der en dan komt er inmiddels een nieuwe raad met nieuwe inzichten. Wij geloven dan ook niet, dat de door het college voorgestelde opzet tot leniging van de reële noden leidt. Daarom menen wij met andere woordvoerders, dat moet worden geprobeerd de ver schillende zaken in elkaar te schuiven. In verband met het vorenstaande zij wel opgemerkt, dat wij graag zien dat ook met betrekking tot de winkel- problematiek op zeer korte termijn - na een gesprek met de betrokkenen - alternatieven worden aangedra gen. Het politiebureau kan onzes inziens meteen uit de ge hele procedure worden genomen. Indien het college met een goed voorstel over de plaats van dit bureau kan komen, zal dat voorstel (indien de betrokken commissies daarmede akkoord gaan) met voorrang en buiten de inspraak om kunnen worden uitgevoerd. Met betrekking tot het gemeentehuis zien wij graag eerst de analyse van het college terzake van de moge lijkheden tegemoet. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben erg blij met de vele positieve geluiden, hoewel het aan vankelijke collegevoorstel niet geheel door de raad wordt geaccepteerd. De raad is op de hoogte van de motieven die het col lege heeft aangevoerd met betrekking tot het aanvan kelijk gedane voorstel. Herhaaldelijk hebben wij in het college over dat voorstel gesproken en steeds heb ben wij ons afgevraagd of het wel de moeite waard zou zijn zoveel tijd te spenderen aan de communica tie met de bevolking. Die communicatie met de bevol king gaat ons zeer ter harte. In krantepublicaties is me deleven met het college betoond, In één van die publi caties werd gezegd „zij hebben het eindelijk geleerd". Dat vind ik een positief geluid. In een ander artikel stond „het college laat niets aan het toeval over". Dat is inderdaad één van onze argumenten; wij willen niets aan het toeval overlaten, ook al kost dat veel tijd. Wij zijn erg verheugd over die positieve geluiden en wij ho pen dat die positieve geluiden zullen blijven doorklin ken met betrekking tot hetgeen het college in de toe komst op het gebied van de ruimtelijke ordening gaat ondernemen. De heer Bolhuis heeft gezegd dat de C.D.A.-fractie zich kan vinden in het op korte termijn aan de raad voorleg gen van een aantal mogelijke lokaties voor het gemeen tehuis en het politiebureau. (Die uitgelichte zaken moe ten wij even vasthouden, want hetgeen de verschillen de woordvoerders met betrekking tot de verschillende uit te lichten voorzieningen hebben opgemerkt, is niet helemaal gelijk). Voorts heeft de heer Bolhuis gezegd, dat het eveneens aanbeveling verdient met betrekking tot het verkeerscirculatieplan, het winkelapparaat, het overdekte zwembad en de sporthal een aantal alterna tieve oplossingen met analyses van de voor- en nadelen aan de bevolking voor te leggen, zoals bedoeld in fase II, zonder toevoeging van enigerlei aanbeveling. Wij hebben hetzelfde bedoeld aan te duiden in ons voor stel. Wanneer fase II start, zullen wij van de niet uit gelichte projecten de verschillende mogelijke oplos singen naast elkaar zetten. Zonder zelf vooraf een keu ze te doen zullen wij die verschillende oplossingen voorleggen aan een groep personen uit de bevolking (samengesteld op basis van een aselecte steekproef). Overigens zij opgemerkt dat de procedure, na uit- lichting van enkele projecten (daarover zullen wij het vanavond eens moeten worden), toch wat anders zal moeten worden in fase II. Op dit facet kom ik direct terug. De heer Bolhuis meent dat ook hetgeen de belangen groepen op hun lever hebben voldoende tot zijn recht moet komen. Met sommige andere woordvoerders meent de heer Bolhuis dan ook, dat de belangengroe pen tegelijk moeten worden gehoord met de groep personen uit de bevolking die op basis van een aselec te steekproef is samengesteld, ik begrijp daaruit dat men ook de wens koestert, dat de vragen die aan de uit de bevolking aan te wijzen groep personen worden voorgelegd, ook zouden moeten worden voorgelegd aan de belangengroepen. Persoonlijk heb ik daarmede niet zoveel moeite. Die belangengroepen zijn er nu eenmaal. Ik geloof ook niet datje tegen belangen groepen kunt zeggen dat zij hun mond moeten houden en dat zij nog drie maanden moeten wachten totdat die uit de bevolking samengestelde groep personen heeft ingesproken. Ik wil die naar voren gebrachte wens graag in het college bespreken. Nagegaan zal wor den of er in het kader van de procedure mogelijkhe den zijn. Door de heer Bolhuis is gevraagd om de betrokken raadscommissies regelmatig te informeren over de procesgang in de voorbereiding tot de oplossing van alle knelpunten (zowel de uitgelichte als de niet uitge lichte knelpunten). In ieder geval zal overleg worden gepleegd over de opdracht inzake de uitvoering van de aselecte steekproef, inzake de hele inspraakprocedure en omtrent het bureau dat de opdracht zal krijgen. 56

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 263