T
Nr. 1 Soest, 19 januari 1978
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 19 januari 1978 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer mr. J.M. Kruitwagen.
Tegenwoordig de leden: E.A. Banki, W.A. Blaauw (later),
J.J. van den Brakel, J J. Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw
J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, mevrouw J. Greefhorst-
Van Overdam, J.W. Hilhorst, mevrouw E. Korthuis-Elion,
P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Olden-
boom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp,
J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-
Croonenberg (later), P.L.J.M. Storimans, C. Verheus,
J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving de leden: G.M.J. van Aalst,
H.J. Goote en D. Hoekstra.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ingekomen van de heren Van Aalst, Goote en Hoekstra,
terwijl mevrouw Van Stiphout en de heer Blaauw iets later
ter vergadering zullen komen.
Hierna zegt zij:
Dames en heren! Het zal in het bijzonder de heer Hoekstra
spijten dat hij vanavond niet aanwezig kan zijn, omdat nu
de leerlingen van zijn vroegere school, de Savornin Lohman-
school, op de publieke tribune aanwezig zijn. Ik heet hen
hartelijk welkom.
I. Beëdiging van de heer E.A. Banki als lid van de gemeen
teraad.
Nadat de heer Banki door de secretaris is binnengeleid,
legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorge
schreven eden af.
De VOORZITTER wenst de heer Banki geluk met zijn
beëdiging en verzoekt hem op de voor hem bestemde
stoel plaats te nemen.
Hierna zegt de VOORZITTER:
Dames en heren! U hebt op uw tafel het gebruikelijke
overzicht gevonden dat u, cijfermatig benaderd, iets
vertelt over het wel en wee van onze inwoners in 1977.
Het inwonertal van onze gemeente nam af met 192 per
sonen, het aantal woningen nam toe met 189. Daarbij
dient bedacht te worden dat de 197 ongesubsidieerde
woningen die erbij gekomen zijn als nieuwbouw, voor
het grootste deel behoren tot de Amerikaanse wijk Apol-
lo in Soesterberg, zodat ze geen direct soelaas voor het
grote aantal van onze eigen woningzoekenden oplever
den. Gelukkig biedt 1978 een iets beter perspectief wat
nieuwbouw betreft door het thans in aanbouw zijn van
woningen in Overhees tweede fase.
Deze bouw is ook wel bijzonder urgent en moet direct
gevolgd worden door verdere fasen in de woningbouw,
gezien enerzijds het aantal woningzoekenden dat steeds
maar toeneemt en nog nooit zo hoog is geweest - nl.
2118 woningzoekenden op 31 december 1977 - en an
derzijds het laagterecord in het aantal woonvergunnin
gen dat in 1977 is uitgereikt sinds 20 jaar, nl. 496. Op
blz. 4 van het overzicht dat op uw tafel ligt, kunt u zien
dat slechts 3,83% van de woonvergunningen uitgereikt
is aan personen die géén bindingen met Soest hadden.
Wij moeten overigens niet vergeten dat er meer mutaties
in het wonen in Soest hebben plaats gevonden, omdat
voor de huren boven f. 475,-- per maand en koopprijzen
boven f. 160.000,- geen woonvergunningen nodig zijn.
Deze normen zijn op 1 januari jl. door de rijksoverheid
opgetrokken tot f. 510,- en f. 200.000,-, bedragen die
voor deze regio bepaald geen goed huisvestingsbeleid
kunnen waarborgen.
Een enigszins juridisch waterdicht systeem om hierin
verbetering te brengen is nog nergens effectief. Zoals
het college van burgemeester en wethouders verleden
jaar al met u afgesproken heeft, volgen wij eventuele
mogelijkheden nauwlettend. Onze inventiviteit is niet
groot genoeg gebleken om een eigen systeem te ontwik
kelen.
De redenen van uitruk voor de brandweer bevestigen,
dat de brandweer hoe langer hoe meer een algemeen hulp
verlenend instituut wordt. Van de in totaal 224 uitruk
ken waren er 133 volledig in het kader van hulpverle
ning Het lijstje van de brandweer geeft ons ook een
goed inzicht in het klimaat van onze zomers. In 1976
waren er 65 uitrukken voor bos-, duin- en heidebranden,
in 1977 maar vijf. Eén pluspunt van een natte zomer!
Bij de cijfers van de politie kun je je afvragen, of de ver
meerdering van het aantal geconstateerde overtredingen
en misdrijven een gevolg is van ons toegenomen (wan)-
gedrag of van een nog betere en nog meer gerichte sur
veillance.
Dit ten aanzien van de cijfers. Wat kan ik nu nog meer
tegen u zeggen? Ik heb mij afgevraagd of het wel zin en
betekenis heeft, de gewoonte om in de eerste vergade
ring van uw raad in het nieuwe jaar een, overigens klein
toespraakje te houden, te handhaven. U hebt immers
in de laatste maand van 1977 de begrotingen voor 1978
vastgesteld en in gedurende twee avonden en één dag in
beslag nemende vergaderingen aan vele, zo niet alle fa
cetten van het gemeentelijk beleid aandacht geschonken
en richtlijnen voor dat beleid uitgestippeld. Bovendien
heeft uw raad halverwege het afgelopen jaar het ontwik
kelingsplan behandeld, w aaronder de nota's over het
welzijns- en cultuurbeleid. Dit was bijzonder belangrijk
werk, omdat u hiermee beleidslijnen en uitgangspunten
voor een aantal jaren hebt aangegeven die planning en
verfijning gemakkelijker en gecoördineerder kunnen
doen verlopen.
Op al dit werk van uw raad terugblikkend, heb ik mij
zelf de vraag over de zin van dit toespraakje gesteld. Dat
ik het toch doe, wordt ingegeven door de overweging
dat ik niet met deze gewoonte wil breken, nu dit de
laatste jaarwisseling is gedurende de zittingsperiode van
deze raad. Daarom nog enkele korte opmerkingen.
Eén van de belangrijkste feiten in het gemeentelijk le
ven van 1978 worden de verkiezingen van de leden van
de raad. Belangrijk voor u, voor de politieke partijen en
groeperingen die aan de verkiezingen zullen deelnemen
en voor de burgers die een oordeel zullen kunnen uit
spreken over het door uw raad gevoerde beleid en die
mede op basis van de inhoud van de partijprogramma's
het bestuur van de gemeente voor de volgende vier ja
ren samenstellen.
Het besturen van een gemeente - u weet het allen maar
al te goed - is geen sinecure. Het is voortdurend gericht
op het behartigen van de belangen van de gemeente en
haar inwoners, zowel intern als extern en op het tot