ten betalen, dus f. 1.050,—, maar in het najaar. In het voorjaar van 1979 zet hij de f. 1.000,- vast op een 5% spaarrekening, waar hij gedurende een halfjaar dan 2%% rente, ofwel f. 25,- rente, ontvangt. Netto res teert voor hem f. 1.050,- minus f. 25,- ofwel f. 1.025,— te betalen, dus een verhoging van 2%%. Ik heb deze berekening voorgelegd aan één van uw fi nanciële deskundigen. Tot mijn genoegen werd met het principe van deze berekening volledig akkoord gegaan, maar er werden wel enkele kanttekeningen bij gemaakt. De eerste was dat in de praktijk weinig burgers het geld voor 5% zullen kunnen uitzetten, terwijl daar naast is opgemerkt dat over de rente inkomstenbelas ting is verschuldigd. Op zichzelf zijn dat twee goede kanttekeningen, maar toch valt het mee. Ik heb van daag bij de Amrobank geïnformeerd en daarbij is mij gebleken dat men geld voor een halfjaar kan vastzet ten voor 5,25%. De opmerking over de inkomstenbe lasting is volledig juist. In een aantal gevallen zal het daardoor niet uitkomen op een verhoging van 21/2%, maar misschien 3/4%. In ieder geval wordt het géén 5%. Verder blijkt uit allerlei gegevens dat erg veel mensen gebruik maken van de mogelijkheid om „rood te staan" bij de bank. Dat is bijzonder gemakkelijk, maar het kost wél 12% rente. Als men hiermee rekening houdt komt de verhoging voor die mensen uit op min der dan 2/4%. Conclusie: Door de latere inning pakt de verhoging in derdaad lager uit dan 5%. De heer VAN POPPELEN: Is het wel een gezonde zaak om die mogelijkheid van „rood staan" bij de bank in de discussie te brengen? Ik meen dat dit een ongezonde zaak is. De heer JONKER: Ik meen toch dat de heer Van Pop- pelen ook iets met het bankwezen te maken heeft en daar zitten juist de grote propagandisten van deze mo gelijkheid. De heer VAN POPPELEN: Daarom maak ik ook de op merking dat ik het sterk overdreven vind wat hier naar voren wordt gebracht in het rekenvoorbeeld. De heer JONKER: Ik kan de heer Van Poppelen verze keren dat de voorwaarden van de andere banken in ongeveer dezelfde orde van grootte liggen. De heren plegen elkaar nl. nauwgezet in de gaten te houden. Veel belangrijker echter dan deze kwestie is het feit dat er door de gewijzigde grondslagen vele mensen zul len zijn die honderden guldens meer moeten betalen, niet de tientallen guldens waarover ik in mijn reken voorbeeld heb gesproken. Daarvoor moet tijdig en op een goede manier gewaarschuwd worden, opdat de mensen het geld inderdaad gaan reserveren en niet aan andere zaken uitgeven. In het voorjaar moeten zij we ten waarop zij in het najaar moeten rekenen, opdat zij het geld bij een bank kunnen onderbrengen, wat mij betreft dan bij de Rabobank. De heer EBBERS: In het voorjaar hebben de mensen toch geen f. 1.000,- beschikbaar hiervoor? Zij zullen zo'n bedrag geleidelijk opbouwen en het niet in één keer uit de mouw laten rollen. De heer JONKER: Dat is ook best mogelijk, maar het lijkt mij niet juist om verder op details in te gaan. Het gaat gewoon om het principe en ik heb de verwach ting dat ik het wat duidelijker heb gemaakt dan gister avond mogelijk was. Ik kom vervolgens tot de opmerkingen van wethouder Plomp. Ik heb gevraagd of de uitgave van Op 't Hoogt gestaakt was, wie de beslissing hiertoe had genomen, op welke gronden en waarom er geen speciale uitgave met een populaire samenvatting van de begroting was gekomen. Uit de beantwoording heb ik begrepen dat de oorzaak hiervan is het benoemen van een begelei dingscommissie. Ik ben daar verbijsterd door. Ik zal het echter misschien verkeerd begrepen hebben en we- licht kan de wethouder het vanavond nog eens goed uitleggen. In ieder geval zal ik graag horen wat dan de beslissingen van de begeleidingscommissie zijn geweest. Ik heb niet het gevoel dat ik op mijn vragen antwoord heb gekregen. De gedachte van de wethouder om in het eerstvolgen de nummer van Op 't Hoogt een vraaggesprek met de voorzitter van de hockeyclub op te nemen, vind ik uitstekend. Dat past helemaal in onze opvatting dat dit blad een soort forum voor Soester burgers moet wor den, evenals in Huizen het geval is. Ik ken deze voor zitter toevallig uit de inspraakgroep en weet dat het iemand is die het belang van Soest ter harte gaat en die echt wel iets te zeggen heeft dat de moeite waard is. Ik beveel dit dan ook van harte aan. Ook het antwoord van de wethouder over het plan- Gerth inzake de Smitsweg heb ik niet begrepen. Wij hebben geen enkele argumentatie gehoord waarom dit plan niet is overgenomen. Er gaan verhalen dat het begin november in het college zou zijn geweest, maar verdere berichten en argumenten hebben ons niet be reikt. Wel hebben wij begrepen dat de schoolraad een voorstander hiervan is, terwijl wij gisteravond van de heer Hoekstra hebben vernomen dat de verkeersveilig heid toch een bijzonder belangrijke zaak is die ook bij het plan-Gerth een rol speelt. Wij zijn verheugd dat de wethouder van milieuzaken een serieuze poging wil wagen om het kringlooppapier een kans te geven in deze gemeente. Tot ons genoegen hebben wij vernomen dat het woon wagenkamp een moeilijke kwestie is, maar dat aan het overleg terzake hard wordt gewerkt. Er is ook goed overleg met de burgercommissie en de Raad van Ker ken. Ten aanzien van de splitsing van flats zijn er dus be langrijke ontwikkelingen gaande. Wij zijn benieuwd te horen hoe het overleg vandaag met de provinciale di rectie is afgelopen. H et verkeerscirculatieplan is onzes inziens toch wel op kortere termijn mogelijk dan het vage verschiet waar de wethouder van verkeerszaken dit plan naar toe schuift, nl. als er duidelijkheid is over allerlei bestemmingsplan nen, omdat hij dan weet waar het verkeer heen gaat. Wij hebben het gevoel dat de verkeersstromen toch in grote lijnen bekend zijn en dat er best een poging kan worden gedaan om te komen tot een integrale benade ring van snelverkeer en langzaam verkeer, waarna later eventueel aanpassingen kunnen plaatsvinden aan de hand van de gegevens van de bestemmingsplannen. Wat de fietsroutes betreft, zien wij de problemen die volgens de wethouder ontstaan bij het alleen plaatsen van borden, niet zo zitten. Wij menen dat er best een verbodsbord kan worden geplaatst, met een onderbord je dat aangeeft dat bewoners er wél mogen rijden. In ieder geval zullen de fietsroutes wel van een verlichting moeten worden voorzien, omdat ze anders slechts een deel van het jaar gedurende de hele dag bruikbaar zul len zijn. Of dat dan de standaard-pillendozen van de PUEM moeten zijn, is inderdaad een punt van twijfel. 94

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 301