De VOORZITTER: Ik zeg er altijd bij: als de raad het wil. Er ligt nu een motie op tafel en als de raad die mo tie aanneemt, dan spreekt de raad daarmee uit dat het verbindingsstuk tussen Koningsweg en Nieuweweg niet meer in de knelpuntenproiedure moet worden meege nomen. Immers, in de motie wordt het college een be paalde opdracht gegeven. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Krijgen wij nu de garantie dat wij in januari of uiterlijk fe bruari de plannen hiervoor krijgen? Wethouder MENNE: Er is nu een misverstand. In ja nuari a.s. krijgt u een procedurevoorstel voor de knel punten die nog resteren. De VOORZITTER: En dan duurt het volgens de afspra ken nog een jaar voordat u hiermee verder kunt. In de motie wordt in wezen gezegd dat daarop niet mag worden gewacht wat betreft het verbindingsstuk Ko- ningsweg/Nieuweweg. De raad kan dat natuurlijk uit spreken, hoewel het wel om een essentieel verkeers- onderdeel gaat. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: In het overleg tussen de partijen over de collegevorming is dit als erkend knelpunt aanvaard, door alle partijen. Ook uit dien hoofde moeten wij toch zo spoedig moge lijk komen tot een gefaseerde aanleg of hoe men dat ook wil noemen. Dit verbindingsstuk is zo'n duidelijk knelpunt dat er toch iets zal moeten worden gedaan op dit punt. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Begrijp ik goed dat het college van mening is dat deze zaak in de knelpuntenprocedure moet blijven? De heer VAN POPPELEN: Neen. De VOORZITTER: Het valt er wel onder, want het gaat om de afwikkeling van het lokale verkeer en dat is één van de knelpunten. De raad kan echter uitspreken dat hij het bijzonder evident vindt dat deze verbinding er komt. Het college zal dan als voorbereiding moeten bekijken op welke wijze men het beste op de Nieuwe weg kan uitkomen, ik wil dan wel graag dat de raad zich eerst uitspreekt over de vraag of hij ooit nog een vervolg van de Centrumweg zou willen. Die vraag zul len wij dus eerst aan de raad voorleggen. Vervolgens kan de raad zich uitspreken over de vraag of men dit knelpunt eruit wil lichten. Het gaat echter wel om een essentieel verkeersonderdeel. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Wij hand haven toch onze motie. Er wordt alleen in gevraagd dat het college spoedig met voorstellen komt. Wethouder MENNE: Ja, ik wil dat ook wel zónder mo tie toezeggen, mevrouw de voorzitter. De VOORZITTER: Ik moet er toch even tussenkomen. Het college als geheel zegt niets toe, want het college vindt eigenlijk dat de afwikkeling van het verkeer uit Overhees naar de Nieuweweg toe moet worden beke ken in het kader van de totale verkeersafwikkeling in Soest. Daarom menen wij ook dat dit vanzelf in de knelpuntenprocedure aan de orde komt. Wanneer de raad echter bij motie uitspreekt dat het zo'n urgente aangelegenheid is dat deze uit de algemene knelpunten procedure moet worden gelicht, dan is het college na tuurlijk bereid om die uitspraak te volgen en met de voorbereiding ervan te beginnen. Tot nu toe ziet het college dit deel echter nog steeds als een onderdeel van de totale verkeersproblematiek in Soest. Mevrouw KORTHUIS-ELION: En u denkt ons hier over in januari a.s. nader inzicht te geven? De VOORZITTER: Neen, u krijgt in januari of februa ri a.s. een tweede versie van de knelpuntennota, waar om gevraagd is. Daarin zal een procedure worden be schreven aan de hand waarvan over een jaar beslissin gen ten aanzien van de knelpunten genomen kunnen worden. De totale verkeersproblematiek van Soest zit daarin en dit onderdeel zit daar volgens het college óók in. Als de raad daar nu deze zaak uit wil lichten, zoals de raad de vorige keer ook enkele zaken eruit heeft ge licht, - overigens niet tot ons verdriet - kan de raad dat natuurlijk doen. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Wij kun nen op deze manier nog uren doorgaan. Het lijkt mij het beste dat de motie nu maar in stemming wordt ge bracht. De VOORZITTER: De motie komt, zoals dat gebruike lijk is, aan het eind van de begrotingsbehandeling in stemming. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan kunen wij er ook onderling nog over spreken. De VOORZITTER: Ja, daarom komen ook alle moties pas aan het eind van de begrotingsbehandeling in stem ming. Wethouder MENNE: Mevrouw Korthuis heeft nog een concrete vraag gesteld over de Amersfoortsestraat. Het gaat hier om een bijzonder moeilijke zaak. Gemiddeld krijg ik elke week wel enkele mensen op mijn spreekuur die met betrekking tot de Amersfoortsestraat werkelijk in moeilijkheden zitten, terwijl er tussendoor nog elke week de nodige telefoontjes over komen. Het college wil daar graag hoge prioriteit aan geven en heeft dat ook gedaan in de voorbereiding; de commissie voor ruimtelijke ordening heeft daarvan al kennis kunnen dragen, want in het lijstje van 21 bestemmingsplannen dat de heer Visser heeft genoemd, staat dit punt nogal vooraan. Toch is het allemaal nog niet zeker dat het ook zal lopen zoals wij wensen; wij zijn ook nog bezig met uitbesteding van dit werk aan externe adviseurs. Wij hopen wel dat in de eerste helft van 1980 een con cept in de raad kan worden gebracht. Tussentijds wordt de commissie ruimtelijke ordening natuurlijk op de hoogte gehouden van de voortgang, niet alleen van dit plan, maar van alle bestemmingsplannen waarmee wij bezig zijn. Het zal bekend zijn dat bij de Amersfoortse straat vrijwel alles mogelijk is, behalve wonen. De heer Visser heeft nog inzake inschakeling van ex terne adviseurs gezegd dat hij dit niet graag achteraf pas hoort. Ik kan mij dat wel voorstellen. Wel wijs ik erop dat door de raad een krediet is verleend voor het ma ken van bepaalde plannen. Als het college zo'n krediet ter voorbereiding van plannen niet overschrijdt, is het college op zichzelf bevoegd om daarbij externe advi seurs in te schakelen. In de commissie ruimtelijke or dening is nu overigens afgesproken dat wij hierover regelmatig informatie zullen geven. De heer Visser heeft ook nog gevraagd of welzijn per manent in de ambtelijke adviesgroep ruimtelijke orde ning kan worden vertegenwoordigd. Ik heb gisteren al gezegd dat, wanneer er welzijnsaspecten aan de orde zijn, de afdeling welzijn natuurlijk wordt ingeschakeld. Voor een permanente vertegenwoordiging voel ik toch niet veel. Het kost nogal wat tijd als de afdeling iedere keer tweemaal per maand moet worden vertegenwoor digd in deze werkgroep die zich bezighoudt met allerlei zaken. In de commissie ruimtelijke ordening hebben wij overigens al beloofd dat wij hierop zullen letten. 100

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 307