punt. U, mevrouw de voorzitter, houdt zich hiermee bezig in het verband van het dagelijks bestuur van Eem- land, waar het punt van de huisvuilverwerking iedere keer op de agenda staat. In de provinciale commissie die zich hiermee speciaal bezighoudt, is een werkgroep gevormd, waarin ook de directeur van gemeentewerken van Soest zitting heeft. Deze heeft nu de opdracht van de provinciale commissie gekregen om verschillende mogelijkheden te bekijken en voor 18 januari a.s. daar over rapport uit te brengen. Naast de mogelijkheid van het overlaadstation in Isselt met afvoer naar de VAM in Wijster, welke mogelijkheid nu niet aanwezig blijkt te zijn, zijn er in het indertijd uitgebrachte rapport nl. nog meer mogelijkheden genoemd, zoals de bouw van een grote verbrandingsoven in Amersfoort, de bouw van enkele installaties in de regio zoals wij er ook één aan de Maatweg hebben, enz. De werkgroep zal nu be kijken of er buiten de afvoer naar de AVR voor Eem- land nog mogelijkheden zijn voor een andere vorm van vuilverwerking, in samenwerking met de provincie. Echter, welke oplossing er ook uit de bus zal komen, het zal vrijwel altijd duurder worden. In dit verband kom ik ook nog even op de suggestie van mevrouw Al- lard die zij ook in de commissie al heeft gedaan. Ik wijs erop dat dit een grote administratieve rompslomp zal worden, als men gaat bepalen dat het aanbieden van bijvoorbeeld één of twee emmers een bepaald bedrag kost, het aanbieden van drie tot vijf emmers iets méér en boven de vijf emmers nog iets méér. Mevrouw ALLARD-KNOL: Die kant wil ik niet op. Ik heb een ander voorstel gedaan, maar het lijkt mij het beste dat wij hierover eens brainstormen in de commissie. Wethouder HOEKSTRA: Daartoe ben ik zeker bereid. Wij zullen inderdaad hiervoor een oplossing moeten vinden. Op zichzelf ben ik het ook wel eens met de opmerking van mevrouw Allard dat de vervuiler zal moeten betalen. Wij leveren heel wat diensten in Soest voor weinig geld. Vanavond heb ik bijvoorbeeld weer eens gelezen dat de gemeente Almelo een dekkings percentage van 50 heeft als per wooneenheid f. 72,50 wordt betaald, dus f. 20,50 méér dan in Soest. Ik wil hierover echter graag nader in de commissie spreken en ik wens de commissie daarbij veel sterkte, want het is zeker geen eenvoudige zaak. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben toch nog verontrust over het grof huisvuil. Het kan nu kennelijk niet anders, maar wij moeten dit punt zeker goed in de gaten houden. Met de overige antwoorden ben ik wel tevreden, hoe wel ik het verweer van de wethouder inzake het aan leggen van het Bremeentje wel wat zwak vind. Inder tijd, toen de zaak in de raad aan de orde was, was het hoofdmotief het grote aantal kinderen dat vanuit Baarn naar Amersfoort ging, naar de scholen. Wethouder HOEKSTRA: Dat waren er 75. De heer VAN POPPELEN: Toen waren het er veel meer. Men kan ook wel zeggen dat het met de sluip route wel zal meevallen, maar wij hebben iets derge lijks meegemaakt met de A.P. Hilhorstweg. Toen werd er ook gezegd dat wij niet bang behoefden te zijn voor een sluiproute, maar dat is toen ook anders gelopen. Ook voor het Bremeentje ben ik wel bang, want het is maar een heel kleine moeite voor de gemeenteraad van Baarn om het smalle bruggetje over de Praamgracht toch iets breder te maken, waardoor er wél motorvoer tuigen overheen zullen kunnen rijden. Ik kan mij heel goed voorstellen dat zowel agrariërs als milieugroepe ringen bezwaren hebben tegen de aanleg van het Brem eentje en ik geef het college in overweging om hiernaar nog eens te kijken, in overleg met de commissie ruim telijke ordening. Er worden heel wat frustraties wegge nomen als niet tot aanleg van het Bremeentje wordt overgegaan. De heer NUIJTEN: Mevrouw de voorzitter! Wat de af schrijving van voertuigen betreft, is het kennelijk zo dat de grote voertuigen wél en de kleine niet het eerste jaar voor de helft van de normale afschrijving in de be groting worden opgenomen. Waarom wordt dat zo ge daan? Ik zal in ieder geval graag horen wanneer het rapport inzake de brandweertoren ter beschikking zal komen. W at het niet openbaar maken van het onderhouds plan voor straten, wegen en pleinen betreft, zal het best zo zijn dat in het verleden afspraken hierover zijn gemaakt tussen college en commissie openbare wer ken. De tijden veranderen echter en ook afspraken zullen nu en dan eens moeten worden herzien. U hebt zelf de term ,,dor hout sprokkelen" gebruikt die ook hier heel goed op zijn plaats zou zijn. Wij hebben voorts niet gezegd dat gemeentewerken iets zou ver bergen. Wel menen wij dat het college de mensen een dergelijke indruk geeft door nodeloos zo'n onder houdsplan niet openbaar te maken. De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! De wet houder heeft gezegd dat eens bekeken zal worden of in Amersfoort of omgeving een vuilverwerkingsinstal latie kan worden gebouwd, kennelijk zoiets als wij hebben aan de Maatweg. Zouden wij, als dit allemaal niet blijkt te kunnen, toestemming krijgen om onze eigen vuilverwerkingsinstallatie uit te breiden? Bijvoor beeld de stad Gent heeft zeer onlangs vier identieke installaties gebouwd. De VOORZITTER: Ja, maar die stad ligt over de grens hè? De heer BLAAUW: Ja, dat wel. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik had morgen bij het hoofdstuk ruim telijke ordening willen ingaan op de kwestie van het Bremeentje, ook naar aanleiding van de door mij ge stelde vraag hierover in het afdelingsonderzoek. Ik heb vanavond echter begrepen dat er nog een gesprek zal worden gevoerd met de belanghebbenden en de milieugroeperingen. Hier komt in ieder geval duidelijk tot uiting het conflict dat kan ontstaan tussen het pleiten voor routes voor langzaam verkeer en de mi lieubelangen. Ik wil het verzoek van de heer Van Pop- pelen graag ondersteunen om deze zaak nog eens in de commissie ruimtelijke ordening aan de orde te stellen, zodra dit gesprek is gevoerd. De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Wij doen in Soest onze uiterste best om een schoon en behoorlijk Soest te behouden. Als wij echter de sug gestie van mevrouw Allard gaan volgen, wordt het al lemaal nogal duur en de ervaring heeft geleerd - ik maak het zelf mee in de bossen aan de Amersfoort- sestraat - dat de mensen dan gewoon hun vuil in de bossen gaan donderen. Bovendien spreekt mevrouw Allard over mensen die veel emmers aanbieden, maar dat zijn vaak juist weer de grotere gezinnen die het weer moeilijk kunnen betalen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Juist! 109

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 316