van onrendabele eigendommen wordt overgegaan. De vrijkomende middelen kunnen voor andere financie ringsobjecten worden gebruikt. Welk beleid gaat het college in deze op korte termijn voeren? Ik meen dat het een goede zaak is wanneer burgers rechten hebben verkregen doordat een bepaald bestem mingsplan wordt teruggenomen, dat deze burgers dan ook zo spoedig mogelijk daarna van hun rechten ge bruik kunnen gaan maken. De beantwoording van brie ven hierover moet niet lang op zich laten wachten. De VOORZITTER: Waaraan denkt u hierbij concreet? De heer VAN POPPELEN: Ik denk in dit verband aan de Wilhelminalaan, waarover al meerdere keren is ge sproken. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! Vele van in het verleden genomen raadsbesluiten wer ken nog steeds door. Daartegen is geen enkel bezwaar, want daartoe worden ze meestal ook genomen. Er zijn echter besluiten geweest waarmee wij minder gelukkig zijn en dat geldt onzes inziens niet bepaald voor ons al leen, als ik kijk naar vragen die in commissievergade ringen zijn gesteld. Ik doel hierbij op besluiten tot aan koop van gronden en woningen die in het verleden zijn genomen ten behoeve van de Weg over de Eng en het Engpark. Deze besluiten zijn door nieuwe inzichten achterhaald. Voor zover mij bekend is, is het college echter tot nu toe niet ingegaan op uitnodigingen van de kant van de raad om plannen te ontwerpen voor een andere bestemming van Engpark of Weg over de Eng. Aan rente ten laste van de algemene middelen, als sub sidie aan het grondbedrijf, hebben deze beide plannen vanaf 1976 f. 1,5 miljoen gekost. Alleen al voor 1979 is er een bedrag van ruim f. 500.000,— mee gemoeid, dit wil zeggen ongeveer 10% van het bedrag aan onroe- rend-goedbelasting. Als tijdig maatregelen waren geno men ten aanzien van de gronden ten behoeve van de hoogst ongelukkige ideeën inzake de Weg over de Eng en het Engpark, dan was op dit moment de discussie om de onroerend-goedbelasting met 3% of met 5% te verhogen, dan wel een verhoging helemaal achterwege te laten, volslagen overbodig geweest. Elk jaar opnieuw vele tonnen rente ten laste van de gemeentefinanciën te laten komen betekent toch wel een uitermate zware last voor Soest en zijn burgers. De raad zal moeten beslissen welke politiek men wenst te volgen ten aanzien van het bezit van de gemeente. In de commissievergadering van 14 september is dat ook duidelijk gesteld. Teneinde aan besluitvorming in deze een bijdrage te leveren, heb ik de eer, de volgende mo tie aan u voor te leggen: ,,De gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen op 19 december 1978, overwegende dat: 1. de Soester Eng kwaliteiten bezit van een natuurmo nument door haar unieke landschappelijke waarde; 2. in toenemende mate de in het bezit van de gemeen te zijnde gronden, betrekking hebbende op Engpark en weg over de Eng, een zware last vormen voor de ge meentelijke financiën, verzoekt het college op korte termijn een studie ter hand te nemen ten einde tot een aanvaardbare oplos sing met betrekking tot de Soester Eng te komen, waarbij aan de landschappelijke waarde in de hoogst mogelijke mate wordt tegemoet gekomen, en over de voortgang van de studie de raad tussentijds te informeren." De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook ik wil enkele opmerkingen maken over gronden die indertijd zijn aangekocht met het doel om ze in exploitatie te brengen. Daarbij gaat het dan niet over de gronden voor het Engpark en de Weg over de Eng, waarover me vrouw Allard nu spreekt, want het is nooit de bedoe ling geweest om die in exploitatie te brengen. Wel gaat het om gronden als Zuidereng, Kortend en Kercken- landt die wij niet meer in exploitatie zullen brengen, omdat wij daar nu andere plannen voor hebben dan oorspronkelijk het geval was. Verleden jaar is bij de beantwoording van de vragen gezegd dat, wat deze gronden betreft - met name dan Zuidereng en Kort end - geen rentebijschrijving meer zou plaatsvinden vanaf 1979. Door die rentebijschrijving wordt de last op het grondbedrijf steeds zwaarder en daarom zijn in het verleden ook suggesties gedaan om de ren telasten op de algemene dienst over te brengen en niet meer ten laste van het grondbedrijf te laten ko men. Ik heb de begroting van het grondbedrijf erop na geplozen, maar mijn indruk is dat toch voor 1979 de rentelasten op deze gronden Zuidereng en Kortend worden bijgeschreven. Voorts vraag ik mij af of het niet juist zou zijn deze gronden uit het grondbedrijf te halen en ten laste van de reserves van het grondbedrijf in één keer af te schrijven. Ik heb uit de beantwoording door het colle ge bij de vorige begrotingsbehandeling begrepen dat men er toen wel sympathiek tegenover stond. Hoe staat het college daar nu tegenover? Wat de motie van D'66 betreft, kan wat mij betreft de in de motie gevraagde studie zich beperken, althans ten aanzien van het Engpark, omdat mijns inziens ook dit complex uit het grondbedrijf zou kunnen worden gelicht en in één keer zou kunnen worden afgeschreven ten laste van de reserves van het grondbedrijf. Bij de Weg over de Eng ligt dat wat gecompliceerder, omdat dat het hele stuk betreft vanaf de Wilhelminalaan tot midden over de Eng. Wat het deel over de Eng van het ingetrokken bestemmingsplan Weg over de Eng betreft, ben ik er een voorstander van om dit eveneens uit het grondbedrijf te lichten. Wat de andere delen betreft, lijkt het mij beter om te wachten totdat er meer dui delijkheid op het punt van het verkeer ontstaat, in de zin zoals wij dat ook hebben afgesproken. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik heb niet het zelfde gevoel als de heer Van Poppelen, nl. dat niet tij dig gronden zouden worden aangekocht door de ge meente. Wel is tegenwoordig het aankopen van gron den moeilijker dan vroeger. In Overhees I en Over- hees II, eerste fase, is geen stagnatie opgetreden, al dus de heer Van Poppelen, omdat men daar al ver in het verleden tot aankoop is overgegaan. Zoals echter al door andere sprekers is geconstateerd, zijn daarbij ook veel gronden aangekocht die naderhand toch niet zo nuttig blijken te zijn, omdat inmiddels de inzichten zijn veranderd. Het aankoopbeleid is zeker niet slap per dan vroeger; wij beginnen er ook niet later aan. Wel is men in het algemeen tegenwoordig minder snel bereid om gronden te verkopen; men wacht vaak tot dat wij met het bestemmingsplan rond zijn en pas om „vijf minuten voor twaalf is men bereid om in minne lijk overleg tot verkoop te komen, ook al omdat men dan verwacht dat op zo'n moment de tijd voor de ge meente gaat dringen. Het ligt dus zeker niet aan minde re voortvarendheid bij de gemeente. Ik kan een aantal voorbeelden noemen waar wij al jaren mee bezig zijn

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 318