theoretische normen mag men dan best in de gaten
houden, maar het gaat vooral om het goede overleg.
Wanneer men komt tot een goed persoonlijk overleg,
zal de door u genoemde tegenwerking van verkopers
in Soest bepaald wel meevallen; daarvan ben ik over
tuigd.
Een aantal mensen stelt - het gaat hier om de panden
aan de Wilhelminalaan - dat zij het recht van terugkoop
hebben, nu het bestemmingsplan is ingetrokken. Ik
moet eerlijk zeggen dat ik het ook zó heb gelezen en
dat niet bepalend is een beslissing over eventuele af
braak van de huizen, zoals u hebt gezegd. Het lijkt
mij het beste om eens overleg met de mensen te plegen
en de betreffende contractsbepalingen daarbij uit te
leggen. De burgers zelf denken er nu duidelijk anders
over. Bepaalde gronden aan de Wilhelminalaan kun
nen wij hard nodig hebben voor het verkeerscirculatie
plan, maar de tuinen aan de Wilhelminalaan zijn zeer
diep. Men kan dus ook de mogelijkheid in overweging
nemen om de huizen terug te verkopen en een bepaal
de strook grond langs de Wilhelminalaan daarvan uit
te zonderen, zodat die strook grond in eigendom van
de gemeente blijft. Ik verzoek het college graag dit nog
eens nader te bekijken.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter!
Wij zijn blij met uw toezegging over de bespreking in
de commissie ten aanzien van de gronden. Dat is al
veel ruimer dan wij ons hadden voorgesteld. Wij zullen
nog wel graag een termijn horen, wanneer wij tot af
ronding hiervan kunnen komen.
U hebt mij ook gevraagd wat wij precies met de Soes-
tereng willen.
De VOORZITTER: Misschien in één keer afschrijven?
Mevrouw ALLARD-KNOL: Dat is ook een mogelijk
heid; de heer Goote heeft daarop gewezen. Men kan
echter ook denken aan een landschapspark of een be
schermd dorpsgezicht op die plaats. Dan valt er wel
licht geld te halen bij het ministerie van cultuur, re
creatie en maatschappelijk werk of bij bepaalde stich
tingen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Nou
Mevrouw ALLARD-KNOL: Het is best te proberen.
Waarom zouden wij dat niet doen? Op zichzelf echter
ben ik blij met uw toezegging.
De heer VAN POPPELEN: Dan komt de Bosstraat
ook weer aan bod.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik had eigen
lijk verwacht te horen dat u al verder zou zijn. Ik heb
de beantwoording door het college van de vorige begro
tingsbehandeling er nog eens op nagelezen en daarbij is
door het college gezegd:
„Van de gronden gelegen in het aanvankelijk geprojec
teerde stadscentrum en in Kortend zou in afwachting
van een definitieve bestemming met ingang van 1979
de rente over de boekwaarde ten laste van de algeme
ne dienst kunnen worden gebracht."
Daarnaast is toen gezegd dat de reserves van het grond
bedrijf zodanig waren dat deze gronden wel in één keer
zouden kunnen worden afgeschreven. Ik begrijp nu dat
de discussie hierover weer op gang moet komen. Ik
hoop niet dat de discussie in de commissie financiën
en grondbedrijf nog lang op zich zal laten wachten en
dat u in deze discussie met enige concrete ideeën zult
komen ten aanzien van de gronden die wij niet meer in
exploitatie zullen nemen, opdat wij ook spoedig beslis
singen hierover kunnen nemen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik begrijp wat
de heer Goote bedoelt, maar ik meen toch dat wij de
ze zaak niet weer stukje bij beetje moeten aanpakken.
Wij moeten nu eens komen tot een totaaloverzicht
over alle complexen waarover vanavond is gesproken,
waarbij ook moet worden nagekeken wat wij even
tueel nog wél van plan zijn met bepaalde gronden, al is
de oorspronkelijke bestemming voor die gronden niet
meer geldig. Ik wil dus toch wel enige tijd vragen om
dit behoorlijk te kunnen voorbereiden, opdat wij eens
over het geheel kunnen spreken. Daarvoor is toch wel
een halfjaar nodig, ook al omdat iedere dag maar 24
uur telt en wij ook nog wel andere zaken moeten uit
voeren wat het grondbedrijf betreft. Over ongeveer een
halfjaar zal de commissie er dan aan de hand van een
notitie over kunnen spreken.
De heer Van Poppelen en ik verschillen blijkbaar toch
enigszins van mening over het aankoopbeleid. Ik be
loof hem dat ik nog eens zal informeren hoe dit in de
praktijk plaats vindt. Hij stelt dat er meer met de men
sen persoonlijk moet worden gesproken, maar ik weet
niet beter dan dat dit altijd plaats vindt. Ik zal dit ech
ter nader onderzoeken.
De motie van mevrouw Allard zal aan het einde van de
begrotingsbehandeling in stemming komen. Het colle
ge heeft overigens met de motie op zichzelf geen moei
te.
De begroting van het grondbedrijf wordt zonder hoof
delijke stemming voorlopig vastgesteld.
De VOORZITTER sluit hierna, te 23.15 uur, de verga
dering onder mededeling dat de begrotingsbehandeling
zal worden voortgezet in de aangekondigde vergade
ring, welke op woensdag 20 december 1978 te 08.30
uur zal aanvangen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Soest d.d. 19 april 1979.
De voorzitter,
De secretaris,
113