üj-
kos-
eldt
in
2en
een
:n
den in Overhees II, eerste fase. Bovendien kan ik noe
men 71 eenheden in Mariënburg, met daarnaast nog on
geveer 20 incidentele bouw. Voorts kunnen wij ervan
uitgaan als de voortekenen niet bedriegen, dat het Slan
gebosje gedeeltelijk al kan worden bebouwd in 1979.
De oplevering kan natuurlijk nog mee- of tegenvallen,
maar wij zouden rekening kunnen houden met de op
levering van de helft van de 17 woningen die in het
Slangebosje gerealiseerd zouden kunnen worden. Al
met al kom ik dan op zo'n 200 woningen in 1979,
waarbij ik nog geen rekening houd met het eventueel
snel kunnen realiseren van Steenberghe II. Daarbij
wordt gedacht aan een 50 premiekoopwoningen en
het is mogelijk dat er daarvan nog tien in 1979 zullen
kunnen worden opgeleverd, maar waarschijnlijker is
een oplevering hiervan in 1980.
In 1980 zullen in ieder geval de woningen in Eggher-
monde II worden gerealiseerd.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENDat is
vervangende nieuwbouw.
Wethouder MENNE: Ja, maar ze tellen natuurlijk wel
mee. Het is óók nieuwbouw. Daarnaast zijn in 1980
ongeveer 80 eenheden in Mariënburg te verwachten,
terwijl ook een deel van de woningen in het Slange
bosje in 1980 zal worden gerealiseerd. Het is ook mo
gelijk dat al een deel van de woningen aan de Albert
Cuyplaan in 1980 zal worden opgeleverd, terwijl wij
druk doende zijn met woningen aan het Zwarte Weg
je en wij hopen dat in 1980 het gedeelte aan de zuid
zijde zal worden gerealiseerd. Wanneer wij voorts nog
rekening houden met enige incidentele bouw, komen
wij voor 1980 op ongeveer 250 nieuwbouwwoningen.
Het jaar 1981 ziet er wat minder gunstig uit. In dat
jaar zullen wij volgens de huidige prognoses de 200
woningen waarschijnlijk niet halen. De woningbouw
aan de Albert Cuyplaan zal dan in ieder geval kun
nen worden afgerond, terwijl wij voorts verwachten
dat er nog enige incidentele bouw gerealiseerd zal
worden en ook aan de V an Mecklenburglaan waar dan
de bestemming hockeyvelden zal zijn verdwenen, nog
ongeveer 20 woningen zouden kunnen worden ge
bouwd. Bij elkaar zal het in 1981 dan gaan om onge
veer 150 a160 woningen.
In 1982 zullen wij vooral te maken krijgen met reali
sering van woningen in Overhees II, tweede fase. Op
zichzelf is dit voor 1981 gepland, maar als wij voor
zichtig zijn zullen wij maar het jaar 1982 aanhouden.
Daarbij gaat het om in totaal 176 woningen. Wij den
ken hierbij aan 30 woningen voor één- en tweeper
soonshuishoudens, aan 52 woningwetwoningen, aan
82 premiekoopwoningen en aan 15 vrije sectorwonin
gen. Bovendien kan men in 1982 denken aan de rest
van de woningbouw aan het Zwarte Wegje, aan enige
incidentele bouw en een klein staartje Van Mecklen
burglaan. Voor 1982 komen wij dan ook uit op ruim
200 woningen.
Al deze cijfers kunnen nog nader worden opgesplitst,
waarbij bijvoorbeeld aparte cijfers voor één- en twee
persoonshuishoudens eruit komen. Dat geldt bijvoor
beeld natuurlijk voor Mariënburg en voor het bestem
mingsplan Albert Cuyplaan. Daarbij gaat het om onge
veer de helft woningen voor één- en tweepersoons
huishoudens en de rest woningen voor bejaarden en
aangepaste woningen.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: De wet
houder probeert nu veel informatie te geven, maar het
lijkt mij toch beter dat dit nog eens in de commissie
ruimtelijke ordening op een rijtje wordt gezet. Het
Slangebosje en de Van Mecklenburglaan klinken wel
leuk, m aar het is géén sociale woningbouw.
De heer EBBERS: Hetzelfde zal zeker moeten gelden
inzake Mariënburg.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAMIk vraag
het ook om nu enige tijd te winnen, terwijl dit zich
echt beter leent voor de commissie.
Wethouder MENNE: Ik wijs er wel op dat één van de
leden van de fractie waarvan mevrouw Greefhorst
voorzitter is, hierover vragen heeft gesteld.
Gezegd is ook dat men er wel voor is om het bedrag
voor de voorbereiding van bestemmingsplannen even
tueel te verhogen als dat nodig mocht blijken. Ik wil
dit graag in gedachten houden. Het hangt er natuur
lijk van af of wij meer geld hiervoor nodig hebben. Ik
wijs er overigens op dat op deze begrotingspost bij
hoofdstuk II alleen die voorbereidingskosten komen
te drukken die wij niet elders in de exploitatie kun
nen meenemen, hetgeen bijvoorbeeld met de voorbe
reidingskosten van Soest-Midden het geval is.
De heer Storimans heeft een vraag gesteld over de vi
sie van het college inzake de kwestie van de keuze
tussen koop of huur van woningen. Wij betreuren het
zeer dat er in huurwoningen mensen wonen die al
lengs een te hoog inkomen hebben gekregen voor de
huur die zij betalen en toch in deze huurwoningen
blijven zitten. Wij hebben echter geen instrumenten
om deze mensen uit de huurwoningen te jagen en
dus de doorstroming te bevorderen. Anderzijds is
toch een bepaald contingent huurwoningen eenvoudig
noodzakelijk. Wij hebben in Soest ongeveer 13.500
woningen; daarvan zijn er nog 2500 bij de gemeente en
ongeveer 1.000 bij de woningbouwverenigingen. De
trend gaat steeds meer in de richting van koopwonin
gen, ook wat betreft koopwoningen in de beschutte
sfeer, waarvoor de heer Beijen heeft gepleit. Ook ik
vind dat een goede zaak. Persoonlijk meen ik dat
iemand die in een eigen woning woont - en waarbij wij
dus de voorwaarden scheppen dat ook de lagere inko
mens een eigen woning kunnen verwerven - altijd
meer hart voor die woning heeft dan wanneer hij
woont in een huurwoning. Men kan immers in de
eigen woning zelf allerlei dingen gaan verspijkeren,
kleine veranderingen aanbrengen e.d., iets dat men in
een huurwoning eigenlijk nooit doet.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Dat ligt
vooral aan de beperkte mogelijkheden die huurders
van woningen hebben. Eigenaren van woningen heb
ben veel ruimere mogelijkheden.
Wethouder MENNE: Ja, dat is de feitelijke situatie.
In wezen onderstreept u nu mijn gedachtengang.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik meen
dat wij moeten gaan werken aan het wegwerken van
die verschillen, opdat mensen echt een keuzemoge
lijkheid hebben. Nu wordt men in een bepaalde rich
ting gedwongen doordat men in een huurhuis minder
mogelijkheden heeft.
Wethouder MENNE: De heer Oldenboom kan ik be
vestigen dat het afvallen van een deel van het oor
spronkelijke voorstel ten aanzien van het onderdeel in
spraak toch ook grote nadelen heeft. Daarnaast vraagt
hij grote aandacht voor de communicatie met de bevol
king. Ik kan dit toezeggen; wij zullen dit bijvoorbeeld
bij een aselecte steekproef zeker meenemen, daar
waar nodig.
135