deratieve raad de taak om bij een negatieve indicatie de gevolgen daarvan op te vangen. Wij zullen graag van de wethouder horen hoe dit loopt. Werkt deze op vang^ of zijn er de nodige problemen bij? Onder andere gezien het ontbreken van een bejaarden tehuis in Soesterberg, maar ook omdat wij nu serieus nadenken over bouwplannen voor één- en tweeper soonshuishoudens, dient er onzes inziens een beslis sing te worden genomen over een alarmeringssysteem. Het inbouwen van technische zaken hiervoor kan dan tijdig geschieden, bij het uitwerken van de bouwplan nen. Wij willen hierover in de komende periode graag eens uitgebreid spreken. Naast al het andere welzijnswerk dat wordt georgani seerd voor bejaarden, komt de minder-valide bejaarde nog niet zo aan zijn trekken. Wellicht is hierover al overleg, maar zo dat er nog niet is, zou overleg tussen de organisaties in de gezondheidszorg en de bejaarden organisaties op gang kunnen komen. Is het voorts waar dat de gemeente geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot inspraak bij de vast stelling van het spreidingsplan voor de zwakzinnigen zorg en de gezinsvervangende tehuizen in het kader van de rijksbijdrageregeling? De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Bij de vorige begrotingsbehandeling is door vrijwel alle frac ties gewezen op de moeilijke situatie van de gezins zorg, dit in verband met het aantal zogenaamde forma tie-uren waarover de S.M.D. in Soest de beschikking heeft. Terecht is toen van de zijde van het college er op gewezen dat dit een zaak is van de desbetreffende stichting. Een feit blijft echter dat daarmee de nood niet wordt gelenigd. Wij zullen graag vernemen hoe de situatie nu is. Ons bekruipt de vrees dat een aantal participanten in de stichting weinig gelukkig is met de huidige gang van zaken. Gesteld dat er voldoende doelmatig wordt gewerkt en de prioriteiten op een juiste wijze worden gehanteerd, dan nog blijken er wachtlijsten te zijn van inwoners die geen hulp kun nen krijgen. Kan en mag de gemeente dan financieel bijspringen? Of doorkruist dat het rijkssubsidiebeleid, zodat de gemeente zou moeten toezien? Kan de ge meente druk uitoefenen om te voorkomen dat onze bejaarde medeburgers van het gebrek aan formatie uren de dupe worden? Als wij van mening zijn dat de ouder wordende inwoners zo lang mogelijk zelf standig moeten kunnen functioneren, dan zullen wij, waar nodig, wel hulp móeten geven. Als wij goed zijn geïnformeerd, is er grote behoefte aan bejaardenhelp sters. Daarin moet toch kunnen worden voorzien? Dat zijn wij uit respect voor de ouderen in onze sa menleving verplicht. Ook is meerdere malen gesproken over aangepaste woningen voor bejaarden en over het aanpassen van bestaande woningen. Met name denk ik hierbij aan de woningen aan de Van Angerenstraat in Soesterberg, waar een goede aansluiting met De Drie Eiken moge lijk is. Kan gezegd worden hoe groot de behoefte op langere termijn aan dit type woningen is? Het werklozenproject „Doe wat met je tijd" heeft ken nelijk bij de belanghebbenden niet die weerklank ge vonden die wij ervan hadden verwacht. Of dat een in dicatie is dat de werklozen in onze gemeente wel we ten wat zij met hun tijd moeten doen, is nog de vraag. Is het college voornemens om dit experiment te her halen, of heeft men hieruit de conclusie getrokken dat het nauwelijks of helemaal geen zin heeft? Wellicht zou er in regionaal verband, eventueel in samenwer king met het gewestelijk arbeidsbureau, getracht kun nen worden om her- en bijscholingsprojecten van de grond te krijgen. Tenslotte past ons een woord van oprechte dank en waardering aan al degenen die zich op dit terrein pro deo voor hun medemens inzetten. Zij verdienen ons al ler steun en sympathie. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Bij het begrotingsonderzoek in de com missie hebben wij inzake de begrotingspost voor de stichting maatschappelijke dienstverlening gesproken over problemen die er zouden zijn, met name inzake de subsidievoorwaarden van de kant van het rijk, op grond waarvan een samenwerkingsverband met de ge meente Baarn zou moeten ontstaan. Begin december zou daarover een gesprek plaats vinden en ik zal graag horen wat de resultaten zijn geweest van dit gesprek. Daarvan hangt ook af of wij deze post al dan niet op onze begroting moeten houden. Het gaat hier dus om een subsidievoorwaarde die door het rijk is gesteld. Ik heb ergens gelezen dat het de bedoeling is dat met ingang van 1980 ook in werking treedt de rijksbijdrageregeling voor het maatschappe lijk werk. Wellicht kunnen dit soort subsidievoorwaar den dan niet meer door het rijk worden gesteld. Ik zal graag horen van het college of het deze subsidievoor waarde wil overnemen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Tomassen heeft gevraagd of wij bereid zijn overleg te gaan ple gen met het bestuur van de stichting peuterspeelzalen over de consequenties van het rapport van het provin ciaal overleg kindercentra Utrecht. Natuurlijk zijn wij bereid om hierover in overleg te treden met wie dan ook, maar toch moeten er enkele restricties worden aangebracht. Wij hebben met de natte vinger enkele berekeningen gemaakt van de consequenties van dit rapport en daarbij is ons gebleken dat wij met de peu terspeelzalen met een bedrag van f. 200.000,- er niet eens zouden komen. Wij zullen er dus nog wel een zeer serieus gesprek over moeten hebben en leggen ons zeker niet bij voorbaat vast op het volgen van de ad viezen van het provinciaal overleg kindercentra Utrecht. Ik ben het ook niet met mevrouw Tomassen eens dat het voor minder draagkrachtigen nauwelijks mogelijk zou zijn om hun kinderen naar de peuterspeelzalen te laten gaan. Immers, met de stichting peuterspeelzalen is duidelijk de afspraak gemaakt dat daar waar er een sociale indicatie is, maar de financiën een probleem vormen, er via de sociale dienst oplossingen kunnen worden gezocht. Daarvan wordt ook wel gebruik ge maakt. Mevrouw Blommers heeft gevraagd wat er gebeurt in de situatie dat de zogenaamde artikel 6j-commissie een negatieve indicatie geeft. Er is een samenwerkings verband binnen de federatieve raad dat zich bezig houdt met de hulpverlening in de bejaardenzorg. Dat verband houdt ook de begeleiding van de gevallen met een negatieve indicatie in het oog. Echter, dit loopt pas vanaf september jl., zodat ik nu nog niet kan zeg gen of dit goed, dan wel minder goed werkt. Als er echter problemen zouden zijn zullen die in ieder ge val in januari a.s., bij een overleg dat wij dan zullen hebben, wel naar buiten komen en de commissie zal er dan zeker over worden ingelicht. Een alarmeringssysteem voor bejaardenhuisvesting in 146

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 353