tuurlijk geen bezwaar tegen het voorstel om dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Wel wil ik nog zeggen dat wij Soesterberg en ook onszelf moeten feliciteren met het feit dat de vestiging van de asfaltmenginstalla- tie geen doorgang zal vinden. Met betrekking tot het stuk wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. 4. Vragenhalfuurtje. De VOORZITTER deelt mede dat de heer De Wilde de volgende vragen heeft ingediend: „1. Van december 1974 tot september 1977 heeft een door het bestuur van de Sportstichting ingestelde com missie gewerkt aan de opstelling van een rapport tarife ring sportakkommodaties. Dit rapport is door de Sport stichting bij brief van 23 september 1977 aan de leden van de raad ter kennisneming toegezonden. Kunnen B. en W. ons meedelen, wanneer en in welke vorm de raad zal worden ingelicht over het op 31 okto ber 1977 door de deelnemersvergadering van de Sport stichting ten aanzien van dit rapport ingenomen stand punt? Zijn de resultaten van deze deelnemersvergadering al door het stichtingsbestuur verwerkt, hieruit blijkend, dat het stichtingsbestuur B. en W. heeft verzocht het ge wijzigd vastgestelde tarievensysteem, in te voeren per 1 januari 1979, goed te keuren? 2. Hebben B. en W. hun standpunt ten aanzien van dit rapport reeds bepaald, met name terzake van de vraag, of door deze voorstellen een, zoals de commissie tarife ring sportakkommodaties het zelf uitdrukt, goed ge structureerd sportbeleid wordt bereikt? 3. Op welke wijze, en wanneer, denken B. en W. de raad bij deze belangrijke ontwikkelingen te betrekken?" De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! De ach tergrond van mijn vragen zult u zich kunnen voorstellen. Ik ben bang voor een herhaling van de niet zo leuke toe stand dat hier voorstellen in de raad komen met betrek king tot de aanleg van installaties, terwijl de raad stelt dat hij eerst het rapport tarifering sportaccommodaties wil bespreken. Wij hebben het rapport sinds eind sep tember jl. in huis en eind oktober jl, is het rapport be sproken door de deelnemersvergadering. Formeel komt de gemeenteraad er met aan te pas, want het stichtings bestuur verwerkt de resultaten van de deelnemersverga dering en vraagt aan het college om goedkeuring van de tarieven, ingaande 1 januari 1979. Nu heeft de heer Plomp mij bij een eerdere gelegenheid namens het colle ge echter eens toegezegd, dat het rapport tarifering in de raad zou worden besproken, dus de genoemde formele weg zal het college ongetwijfeld niet bewandelen. (De heer Blaauw komt, te 20.10 uur, ter vergadering). Ik meen wel dat het rapport zodanig belangrijk is, ook op het gebied van de ontwikkeling van de sport in het algemeen, dat ik nu graag zal vernemen op welke manier het college zijn visie op het rapport zal formuleren en op welke manier het college de raad erin wil betrekken. Dit is des te urgenter nu ik juist de stukken heb gekregen voor een vergadering van de commissie voor financiën, eind deze maand, waarin de hele geschiedenis van inves teringen met betrekking tot de sport ook aan de orde wordt gesteld. Ik zal dan ook graag van het college ho ren, op welke manier deze zaak op een behoorlijke, ge structureerde wijze aan de orde kan komen. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het colle ge van burgemeester en wethouders heeft zich beraden over de inhoud van het rapport tarifering sportaccom modaties. Het college is van oordeel dat het door de commissie voorgestelde tarievensysteem niet een op zichzelf staande aangelegenheid is. Het aan dit systeem ten grondslag liggende uitgangspunt kan wellicht ook in breder verband worden bestudeerd en gehanteerd. Wij zijn voorts van oordeel dat de wijze van tarifering van sportaccommodaties in relatie kan worden gebracht met de bestaande systemen van subsidieverlening en met het totale subsidiebeleid van de gemeente. Indien inderdaad het een niet los kan worden gezien van het ander, is het juist om beide vraagstukken te zamen te bestuderen, met de bedoeling om hiervoor een gestructureerde goe de oplossing te vinden. Het college heeft dan ook besloten aan de raad voor te stellen uit zijn midden een commissie ad hoe te benoe men voor het samenstellen van een rapport over deze aangelegenheid. Het is de bedoeling dit voorstel in de volgende raadsvergadering te doen behandelen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Tot mijn plezier heb ik gezien dat aan het eind van de nota over het plan van investeringen voor sportvoorzieningen door het college ook wordt gesteld dat een en ander moet worden bekeken in het kader van een totaal-aanpak. Ik ben het daarmee zeer eens. Ik heb daar ook voor gepleit en ik ben blij, dat wij deze weg opgaan. Is het de bedoe ling als de commissie ad hoe uit de raad aan het werk gaat dat dan ook een aanvankelijke visie van het college aan de raadsleden kenbaar wordt gemaakt, op grond waarvan wij voort kunnen werken? Anders dreigt toch enigszins het gevaar dat de raad de voorbereidende taak van het college over moet nemen. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Heb ik goed begrepen dat wij nu met noodzakelijke verbeteringen van sportaccommodaties en het aanbrengen van gewens te voorzieningen die het onderhoud van sportaccommo daties goedkoper zullen maken, zullen moeten wachten totdat de commissie ad hoe haar definitieve rapportage het licht heeft doen zien? De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Is dit ook de oorzaak ervan dat vanavond niet de berege- ningsinstallatie voor de tennisvereniging aan de orde is? Komt dit de volgende raadsvergadering? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het is na tuurlijk niet de bedoeling om verantwoordelijkheden te verschuiven en door elkaar te halen met betrekking tot de voorbereiding van bepaalde stukken. In het rapport tarifering is een soort horizontale kostenverdeling bin nen de verenigingen naar voren gekomen, met het voor stel om een bepaald bedrag per lid te verstrekken, ten einde die horizontale verdeling zo evenwichtig mogelijk te maken. Daarbij komt ook in het rapport naar voren dat dit in relatie moet worden gezien met de subsidië ring, de verticale verdeling en dat het met het oog hier op goed is om beide zaken tegelijkertijd te behandelen. Een deel van de discussiestof wordt dan aangedragen door het rapport tarifering, terwijl het andere deel zal moeten worden aangedragen door rapportage vanuit de visie op het subsidiebeleid. Een en ander dient dan te worden voorbereid, naar onze mening, door een com missie ad hoe, teneinde de zaken zo gestructureerd en compleet mogelijk naar buiten te brengen. Wat de vraag van de heer Lange betreft, wil ik inhaken op hetgeen hier indertijd door één van de raadsleden is gesteld, dat natuurlijk tussendoor bepaalde voorstellen die noodzakelijk zijn en tot kostenbesparing zullen lei den, niet bij voorbaat niet door de gemeenteraad in be-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 6